ECLI:NL:RBAMS:2011:BT8420
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Compensatievergoeding voor geannuleerde vlucht door communicatiefouten van de vervoerder
In deze zaak hebben [eiser 1] en [eiser 2] een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens de annulering van hun retourvlucht van Barcelona naar Amsterdam op 24 juni 2010. De vlucht werd geannuleerd vanwege een staking in Frankrijk, maar de passagiers werden niet adequaat geïnformeerd door de vervoerder, wat leidde tot een communicatiefout. De eisers hadden hun vlucht tijdig geboekt en waren op het vliegveld aanwezig, maar kregen te maken met een gebrek aan informatie over de status van hun vlucht. Na de annulering hebben zij een schadevergoeding van € 680,= geëist, gebaseerd op de Europese Verordening EG nr. 261/2004, die compensatie regelt voor luchtreizigers bij annuleringen en vertragingen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisers recht hadden op compensatie, omdat zij niet met de vlucht zijn meegevlogen, ondanks dat zij een geldig ticket hadden. De rechter oordeelde dat [gedaagde] niet voldoende inspanningen had geleverd om de eisers te informeren en dat de annulering niet gerechtvaardigd was. Uiteindelijk werd [gedaagde] veroordeeld tot betaling van € 380,= aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De beschikking werd uitgesproken op 27 juni 2011 door kantonrechter E. Pennink.