ECLI:NL:RBAMS:2011:BT8261
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om machtiging voor werkzaamheden in gehuurde woning en proceskostenvergoeding
In deze verstekzaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. F. Panholzer, de kantonrechter verzocht om gedaagde te machtigen om in een door haar gehuurde woning werkzaamheden te verrichten en de kosten daarvan tot een bedrag van € 7.000,00 te verrekenen met de huurpenningen. Eiseres heeft daarnaast verzocht om de proceskostenvergoeding voor de gemachtigde op nihil te stellen, omdat sinds 1 november 2010 het toegewezen salaris van de gemachtigde door de Raad voor de Rechtsbijstand in mindering wordt gebracht op de toevoegingsvergoeding. Dit leidt tot een onhoudbare situatie voor advocaten, vooral wanneer de wederpartij financieel onvermogen vertoont, zoals in dit geval.
Gedaagde is niet verschenen op de zitting, waardoor de kantonrechter de vordering van eiseres heeft beoordeeld op basis van de ingediende stukken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft deze toegewezen. De kantonrechter heeft echter ook overwogen dat het niet aan hem is om de effecten van de wetgeving te omzeilen door de kostenveroordeling voor het salaris van de gemachtigde op nihil of € 1,00 te stellen. De kantonrechter heeft daarom besloten om het gebruikelijke tarievenstelsel te hanteren en het salaris van de gemachtigde vast te stellen op € 100,00.
De kantonrechter heeft eiseres gemachtigd om de werkzaamheden uit te laten voeren in de door haar gehuurde woning en heeft gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op een totaal van € 265,56, inclusief griffierecht en salaris van de gemachtigde. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Deze uitspraak is gedaan op 8 juni 2011 door mr. C. von Meyenfeldt, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.