ECLI:NL:RBAMS:2011:BT6581

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
13/870131-10
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal door middel van valse sleutels met tankpas door verdachte en partner

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 13 september 2011 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die samen met zijn toenmalige partner zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal door middel van valse sleutels. De verdachte heeft een tankpas, die door zijn werkgever was verstrekt, misbruikt voor persoonlijke doeleinden, wat heeft geleid tot een schade van € 12.971,33 aan zijn werkgever. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn partner gedurende een periode van ruim anderhalf jaar geldbedragen hebben afhandig gemaakt door de tankpas te gebruiken voor andere dan de bedoelde aankopen. Dit misbruik heeft niet alleen de werkgever benadeeld, maar ook het vertrouwen in werknemers geschaad.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand, die voorwaardelijk is, en een taakstraf van 160 uren. Daarnaast is de verdachte verplicht om de schadevergoeding aan de benadeelde partij, ABN Amro Bank N.V., te betalen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de betrokkenheid van de partner van de verdachte meegewogen in de strafoplegging. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij toegewezen, waarbij de schadevergoeding is vastgesteld op het bedrag dat de verdachte door zijn handelen heeft veroorzaakt.

De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat het bewezen verklaarde feit strafbaar is en dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De beslissing is genomen na beraadslaging op basis van het onderzoek dat heeft plaatsgevonden tijdens de terechtzitting op 30 augustus 2011. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht om de kosten van de benadeelde partij te vergoeden, en heeft een maatregel opgelegd voor het geval de verdachte niet aan zijn betalingsverplichtingen voldoet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/870131-10
Datum uitspraak: 13 september 2011
op tegenspraak
VERKORT VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1973],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres] [woonplaats].
De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 30 augustus 2011.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
hij op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 31 mei 2006 tot en met 30 november 2007 te Huizen in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (telkens) één of meer goederen (waaronder sigaretten en/of snoepgoed en/of frisdrank en/of benzine) en/of één of meer geldbedrag(en) (tot een totale waarde van (ongeveer) EURO 12.971,33), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Abn Amro Bank N.V. en/of LeasePlan Nederland N.V. en/of Travelcard Nederland B.V. en/of Gulf Demarol en/of [getuige], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) de/het weg te nemen geldbedrag(en) en/of de/het weg te nemen goed(eren)(telkens) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van het onbevoegd gebruik maken van een betaalpas (voorzien van pasnummer [pasnummer]) en/of een pincode, in elk geval door middel van een valsesleutel tot het gebruik waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet was/waren gerechtigd;
Artikel 310 / 311 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair:
hij op één of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 31 mei 2006 tot en met 30 november 2007 te Huizen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- Abn Amro Bank N.V. en/of Travelcard Nederland B.V. en/of LeasePlan Nederland N.V. heeft bewogen tot de afgifte van één of meer geldbedrag(en), in elk geval van enig goed en/of tot het aangaan van een schuld (tot een totale waarde van (ongeveer) EURO 12.971,33) en/of
- Gulf Demarol en/of [getuige] heeft bewogen tot de afgifte van één of meer goed(eren) (waaronder benzine en/of sigaretten en/of frisdrank en/of snoepgoed),
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met
de waarheid met een betaalpas (voorzien van pasnummer [pasnummer])(met pincode),
welke aan verdachte en/of zijn mededader(s) was verstrekt (uitsluitend) om betalingen te verrichten voor diesel en/of olie en/of ruitenvloeistof ten behoeve van een (personen)auto met kenteken [kenteken],
- één of meer ander(e) goed(eren) afgerekend dan diesel en/of olie en/of ruitenvloeistof ten behoeve van voornoemde (personen)auto (te weten (onder meer) sigaretten en/of frisdrank en/of snoepgoed en/of brandstof (benzine) voor één of meer andere voertuig(en)) en/of
- aankopen van één of meer ander(e) goed(eren) dan diesel en/of olie en/of ruitenvloeistof ten behoeve van voornoemde (personen)auto (te weten (onder meer) sigaretten en/of frisdrank en/of snoepgoed en/of brandstof (benzine) voor (een) ander(e) voertuig(en) dan voornoemde (personen)auto) gefactureerd en/of (door een medewerker van Gulf Demarol) laten factureren en/of in het computersysteem van Gulf Demarol, in elk geval in een computersysteem geregistreerd en/of (door een medewerker van Gulf Demarol) laten registreren als diesel en/of olie en/of ruitenvloeistof,
waardoor Abn Amro Bank N.V. en/of Travelcard Nederland B.V. en/of LeasePlan Nederland N.V. en/of Gulf (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte en/of tot het aangaan van van bovenomschreven schuld;
Artikel 326 Wetboek van Strafrecht
2. Voorvragen
3. Waardering van het bewijs
Hoogte van het bedrag
Standpunt verdachte
Verdachte heeft ter terechtzitting het ten laste gelegde bekend, behoudens de hoogte van het genoemde schadebedrag. Dit bedrag kan door de aankoop van voornamelijk sigaretten en snoep niet zo hoog zijn, aldus verdachte.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt ten aanzien van het standpunt van verdachte als volgt. In de aangifte wordt onderbouwd gesteld dat, uitgaande van gemiddeld dieselverbruik bij het tijdens de contractduur verreden aantal kilometers, 4.181 liter diesel verbruikt zou moeten zijn. In werkelijkheid werd 10.849 liter diesel meer dan het genoemde verbruik met de tankpas aangeschaft.
Getuige [getuige] van het tankstation Gulf Demarol te Huizen heeft verklaard dat medeverdachte [medeverdachte] nagenoeg dagelijks met verschillende auto’s bij het tankstation kwam.
Gelet op het voorgaande laat het surplus aan afgerekende diesel zich niet alleen verklaren doordat de afgerekende diesel in werkelijkheid geen diesel betrof maar goederen als sigaretten, snoep en frisdrank maar ook doordat substantieel is getankt met een andere auto dan de leaseauto. De rechtbank acht dan ook het in de tenlastelegging genoemde geldbedrag dat met het genoemde surplus is gemoeid integraal bewezen.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
Primair.
in de periode van 31 mei 2006 tot en met 30 november 2007 te Huizen in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geldbedragen tot een totale waarde van EURO 12.971,33 toebehorende aan ABN Amro Bank N.V. en LeasePlan Nederland N.V. en Travelcard Nederland B.V., waarbij verdachte en zijn mededader de weg te nemen geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van het onbevoegd gebruik maken van een betaalpas voorzien van pasnummer [pasnummer].
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
4. Het bewijs
De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
5. De strafbaarheid van het feit
Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
6. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
7. Motivering van de straffen en maatregelen
De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van het door haar onder primair bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 140 uren, met bevel, voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 70 dagen en voorts dat de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder overweegt de rechtbank als volgt.
Verdachte heeft samen met zijn mededader, zijnde zijn toenmalige partner, van zijn werkgever geldbedragen afhandig gemaakt door de door zijn werkgever beschikbaar gestelde tankpas te gebruiken voor andere doeleinden dan waar deze voor was bestemd. Door dit misbruik, dat nagenoeg dagelijks heeft plaatsgehad gedurende een periode van ruim anderhalf jaar, heeft verdachte niet alleen zijn werkgever voor een totaalbedrag van nagenoeg € 13.000,- benadeeld maar tevens het vertrouwen dat werkgevers behoren te kunnen stellen in hun werknemers beschaamd. Dit rekent de rechtbank verdachte dan ook zwaar aan.
Daarnaast weegt de rechtbank ten nadele van verdachte mee dat hij zijn eigen partner bij de feiten heeft betrokken en voorts dat hij, gelet op zijn houding en standpunt ter terechtzitting, voor zijn handelen niet de volle verantwoordelijkheid heeft genomen.
Gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat hetgeen door de officier van justitie is gevorderd onvoldoende recht doet aan de ernst van de feiten. Zij zal daarom naast een werkstraf voor langere duur een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen, teneinde verdachte te motiveren in de toekomst de verleiding van het op even eenvoudige als illegale wijze van verkrijgen van geld, te weerstaan.
Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de behandeling van de vordering van de benadeelde partij ABN Amro Bank NV, niet een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in zaak A bewezen geachte feit, rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op een bedrag van € 12.971,33 (twaalfduizend negenhonderdeenenzeventig euro en drieëndertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente. De vordering kan dan ook tot dat bedrag hoofdelijk worden toegewezen. Voorts dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van ABN Amro Bank NV voornoemd wordt, als extra waarborg voor betaling aan laatstgenoemde, de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht aan verdachte opgelegd.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
9. Beslissing
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
Primair.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand.
Beveelt dat deze straf niet ten uitvoer gelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf bestaande uit een werkstraf van 160 uren, met bevel voor het geval dat verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 80 dagen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij ABN Amro Bank NV, per adres Postbus 283, 1000 EA Amsterdam, toe tot een bedrag van € 12.971, 33 (twaalfduizend negenhonderdeenenzeventig euro en drieëndertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte aan ABN Amro Bank NV voornoemd, het toegewezen bedrag te betalen, behoudens voorzover deze vordering reeds door of namens een ander is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op, aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer ABN Amro Bank NV, te betalen het genoemde bedrag, behoudens voorzover deze vordering reeds door of namens een ander is betaald, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 99 dagen, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt dat, indien en voorzover verdachte heeft voldaan aan een van voornoemde betalingsverplichtingen, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J. Knol, voorzitter,
mrs. A.C. Schaafsma en B.T. Beuving, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. P.C.N. van Gelderen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 13 september 2011.