vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
zaaknummer / rolnummer: 431509 / HA ZA 09-2067
Vonnis van 31 augustus 2011
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SOVEREIGN TRUST (NETHERLANDS) B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
e i s e r e s in conventie, v e r w e e r s t e r in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. P.J. Bos te Amsterdam,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BUXTON HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CLARA HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KELVEDON B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CHRANO B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TISDALE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TEXFELD HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EDMIRO HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
8. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZYNPHAR HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
9. (ingetrokken),
10. [A],
wonende te --,
advocaat eerst mr. I.M.C.A. Reinders Folmer, thans mr. A.J. de Vries te Amsterdam,
11. de vennootschap naar het recht van Luxemburg
ERG HOLDING S.A. SOCIÉTÉ DE GESTION DE PATRIMOINE FAMILIAL,
kantoorhoudende Luxemburg (Luxemburg),
advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
12. de vennootschap naar het recht van Luxemburg
IBERLUX INVESTMENT S.A.,
gevestigd te Luxemburg (Luxemburg),
advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
13. [B],
wonende te --,
advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
14. (ingetrokken),
g e d a a g d e n in conventie, e i s e r s in voorwaardelijke reconventie.
Partijen zullen hierna Sovereign, Buxton, Clara, Kelvedon, Chrano, Tisdale, Texfeld, Edmiro, Zynphar, [A], ERG, Iberlux en [B] genoemd worden. Gedaagden in conventie, eiseressen in voorwaardelijke reconventie, sub 1 tot en met 8 zullen hierna gezamenlijk de Doelvennootschappen genoemd worden. ERG, Iberlux en [B] zullen hierna gezamenlijk ERG c.s. genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 7 april 2010;
- het proces-verbaal van comparitie van 1 juli 2010;
- de akte, met producties, van Sovereign;
- de akte in conventie en in voorwaardelijke reconventie houdende uitlating/overlegging producties, tevens houdende akteverzoek, met producties, van de Doelvennootschappen en ERG c.s.;
- de antwoordakte van [A];
- de rolbeslissing van 24 december 2010;
- de akte uitlating producties van Sovereign;
- de rolbeslissing van 2 februari 2011.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Sovereign, voorheen genaamd Hyksos Management B.V., is een trustkantoor in de zin van de Wet toezicht trustkantoren (Wtt).
2.2. Eind 2003 was Sovereign statutair bestuurder van de Doelvennootschappen. De aandelen in het kapitaal van de Doelvennootschappen werden toen gehouden door vennootschappelijk en/of contractueel aan Sovereign verbonden vennootschappen.
2.3. Artikel 12 van de statuten van Kelvedon luidt, voor zover hier van belang:
1. De directie, alsmede iedere directeur, is bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen.
(…)
3. In geval van een tegenstrijdig belang tussen de vennootschap en een directeur wordt de vennootschap vertegenwoordigd door een door de algemene vergadering aan te wijzen persoon.
2.4. Artikel 17 van de statuten van de overige Doelvennootschappen luidt, voor zover hier van belang:
1. De directie vertegenwoordigt de vennootschap. (…).
2. In alle gevallen waarin de vennootschap een tegenstrijdig belang heeft met één of meer directeuren wordt de vennootschap niettemin op de hiervoor gemelde wijze vertegenwoordigd.
2.5. Acht door Sovereign in het geding gebrachte Management Agreements tussen haarzelf (“Hyksos”) en steeds een van de Doelvennootschappen (“the Company”) luiden, voor zover hier van belang:
A. Hyksos is the Managing Director of the Company;
B. The Company and Hyksos now wish to confirm hereinafter the terms and conditions pursuant to which Hyksos shall act as Managing Director.
IT IS NOW HEREBY AGREED AS FOLLOWS:
Article 1 – Duties and Responsibilities
1.1 Hyksos accepts the appointment of Managing Director of the Company. Hyksos shall manage the affairs of the Company and fulfill the duties imposed upon it by virtue of the law of the Netherlands, the Articles of Association and resolutions of the authorized bodies of the Company. Hyksos shall duly adhere to any general guidelines that the General Meeting of Shareholders (…) may issue from time to time.
1.2 The duties to be performed by Hyksos hereunder will be limited to the duties specified as Appendix A hereto.
1.3 (…)
1.4 Hyksos shall perform its duties and render its services to the best of its ability and in the best interest of the Company.
2.1 This Agreement will continue for an indefinite period, unless terminated in accordance with the relevant paragraphs of this Agreement.
4.1 Hyksos shall be entitled to the following remuneration for the rendering of its services:
With regard to providing the Company with an address as its formal place of business and a Managing Director, and all other services as specified in Appendix A to this Agreement, a fixed fee of EUR 2,700.00 per annum (excluding VAT and sundry costs), payable annually in advance in January. This fee may be adjusted from time to time following to the cost of living. The first annual fee, pro rate from the effective date hereof, shall be payable on the effective date.
4.2 Appendix A to this Agreement also includes additional services and charges to the Company not covered by the fixed fee referred to in Article 4.1.
4.3 Any cost and/or expense incurred by Hyksos in rendering its services shall be charged separately to the Company.
4.5 Hyksos reserves the right to reinstate and charge its standard fixed and variable fees in accordance with its applicable fee schedule if the duties and responsibilities of Hyksos exceed those as referred to in Appendix A to this Agreement.
Article 12 – Applicable law and jurisdiction
12.1 The Agreement shall be covered and construed in all respects by the laws of the Netherlands.
De door Sovereign in het geding gebrachte Management Agreement tussen Sovereign en Kelvedon is gedateerd 4 maart 2004. De door Sovereign in het geding gebrachte Management Agreement tussen Sovereign en Chrano is gedateerd 18 maart 2004. De door Sovereign in het geding gebrachte Management Agreements tussen Sovereign en ieder van de overige Doelvennootschappen zijn gedateerd 27 juli 2004.
De door Sovereign in het geding gebrachte Management Agreements zijn zowel namens Sovereign als namens ieder van de Doelvennootschappen ondertekend door [D] (hierna: [D]), statutair bestuurder van Sovereign.
2.6. Appendix A van alle door Sovereign in het geding gebrachte Management Agreements luidt:
Summary of services covered under Article 4.1
i) to provide the Company with an address for the registered office;
ii) to provide the Company with a local Dutch resident Managing Director;
iii) to open the Company’s sole bank account with ING Bank NV in Amsterdam and to manage such account;
iv) to keep the Company file up-to-date with respect to the Articles of Association, copies of resolutions, minutes of shareholder’s meetings, official registrations, copies of annual accounts, etc.;
v) to update the Chamber of Commerce extract, close the existing bank account and to open a new bank account held at ING Bank NV in Amsterdam, review the files for missing documentation and reorganize the files in accordance with the Dutch National Bank licensing requirements, change the registered office details with the Dutch National Bank and the Dutch tax authorities.
Summary of additional services and charges not covered under Article 4.1
a) preparation and finalization of annual reports in accordance with the law of the Netherlands, preparation and filing of annual corporate tax returns including ratification as stipulated by the Articles of Association, requisite filing with the appropriate Trade Registry of the Chamber(s) of Commerce, the Dutch Central Bank, preparation and filing of provisional tax returns, review of provisional and final corporate tax assessments with the understanding no auditing or consolidation of such accounts is required and the Company does not engage in financing activities, charged at the fee of EUR 145.00 per hours (excluding VAT and disbursements) upon completion of the finalized annual reports.
b. to represent the Company and to act on its behalf; including review and execution of documents, charged at the hourly rate of EUR 160.00 per hour invoiced quarterly against the Company (excluding VAT).
2.7. In de loop van 2004 zijn de aandelen in het kapitaal van de Doelvennootschappen overgedragen aan ERG, destijds genaamd Financiere Industrielle et Garantie S.A. (hierna ook: ERG), gevestigd te Luxemburg (Luxemburg).
2.8. Op 16 augustus 2007 zijn de aandelen in het kapitaal van de Doelvennootschappen overgedragen aan Iberlux.
2.9. ERG en Iberlux maken deel uit van een groep vennootschappen met aan het hoofd de El Rocio Trust, een trust naar het recht van Gibraltar (Verenigd Koninkrijk).
2.10. [A] is settlor van de El Rocio Trust. Trustee was aanvankelijk Prime Trust Corporation Limited (hierna: Prime Trust), kantoorhoudende te Gibraltar (Verenigd Koninkrijk). Trustee was vervolgens Steadfast Trustees Limited (hierna: Steadfast), eveneens kantoorhoudende te Gibraltar (Verenigd Koninkrijk). Trustee is thans ERG.
2.11. Bij of kort na de aandelenoverdracht aan ERG hebben de Doelvennootschappen paarsgewijs de aandelen in het kapitaal van vier Spaanse vennootschappen verworven. De activiteiten van de Doelvennootschappen zijn beperkt tot het houden van die aandelen.
2.12. [B] is bestuurder van Iberlux en ERG.
2.13. Bij e-mailbericht van 28 oktober 2008 heeft [B], voor zover hier van belang, aan Sovereign geschreven:
Please be informed that it is intended that the above mentioned companies (de Doelvennootschappen; rechtbank) shall all sell and transfer their respective interests in their Spanish investments to their Luxembourg parent company Iberlux (…) as soon as reasonably practicable, and this before the year end. We have not as yet finalised the method by which this will be done in detail, but we are thinking along the lines of a simple transfer agreement at a price that will give the Dutch company neither a gain nor a loss, with the price being left outstanding as a debt owed to the Dutch company.
2.14. In het handelsregister is ingeschreven dat Sovereign met ingang van 17
december 2008 als statutair bestuurder van de Doelvennootschappen is opgevolgd
door Ducorp Capital B.V.
2.15. In het handelsregister is ingeschreven dat [B] met ingang van 2 januari
2009 alleen/zelfstandig bevoegd bestuurder van de Doelvennootschappen is.
2.16. Bij e-mailbericht van 12 januari 2009 heeft [B], voor zover hier van
belang, aan Sovereign geschreven:
Please note that the shareholder of the Dutch companies, Iberlux SA, has decided that their management should be moved to Rotterdam with effect from the end of 2008.
This has been done and the directors have also been changed. From now on Ducorp Capital BV (…) will be responsible for these companies.
Please would you address your invoice of invoices for your past work on these companies to the shareholder: Iberlux (…).
3. Het geschil in conventie
3.1. Sovereign vordert, na vermeerdering van eis, dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad
a. Buxton veroordeelt tot betaling van EUR 12.471,20, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 30 dagen na de datum van de betreffende declaraties tot de dag van algehele voldoening;
b. Clara veroordeelt tot betaling van EUR 12.471,20, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 30 dagen na de datum van de betreffende declaraties tot de dag van algehele voldoening;
c. Kelvedon veroordeelt tot betaling van EUR 13.809,96, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 30 dagen na de datum van de betreffende declaraties tot de dag van algehele voldoening;
d. Chrano veroordeelt tot betaling van EUR 13.809,96, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 30 dagen na de datum van de betreffende declaraties tot de dag van algehele voldoening;
e. Tisdale veroordeelt tot betaling van EUR 12.471,20, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 30 dagen na de datum van de betreffende declaraties tot de dag van algehele voldoening;
f. Texfeld veroordeelt tot betaling van EUR 12.471,20, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 30 dagen na de datum van de betreffende declaraties tot de dag van algehele voldoening;
g. Edmiro veroordeelt tot betaling van EUR 12.471,20, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 30 dagen na de datum van de betreffende declaraties tot de dag van algehele voldoening;
h. Zynphar veroordeelt tot betaling van EUR 12.471,20, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 30 dagen na de datum van de betreffende declaraties tot de dag van algehele voldoening;
ieder van de Doelvennootschappen veroordeelt tot betaling van EUR 3.213,00 per Doelvennootschap, derhalve leidende tot betaling van in totaal EUR 25.704,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente van de datum van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening;
III
ieder van de Doelvennootschappen hoofdelijk veroordeelt tot betaling van EUR 2.842,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening;
ieder van de Doelvennootschappen hoofdelijk veroordeelt in de kosten van deze procedure, waaronder EUR 1.387,98 wegens kosten van vertaling noodzakelijk ingevolge de EG-Betekeningsverordening, alsmede EUR 131,00 aan nasalaris van de advocaat in geval van niet-betekening van het vonnis en EUR 199,00 aan nasalaris van de advocaat in geval van betekening van het vonnis, alle kosten te vermeerderen met de wettelijke rente over de kosten vanaf twee dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis tot de dag van algehele voldoening;
[A] en ERG c.s. hoofdelijk veroordeelt tot hetgeen onder I, II, III en IV is genoemd onder de voorwaarde dat de rechtbank zal oordelen dat de Doelvennootschappen niet hebben te gelden als de contractuele wederpartij van Sovereign, zoals nader omschreven in het lichaam van de dagvaarding;
ieder van de Doelvennootschappen veroordeelt tot betaling van EUR 3.046,40 per Doelvennootschap, derhalve leidende tot betaling van in totaal EUR 24.371,20, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 1 juli 2010 tot de dag van algehele voldoening;
[A] en ERG c.s. hoofdelijk veroordeelt tot hetgeen onder VI is genoemd onder de voorwaarde dat de rechtbank zal oordelen dat de Doelvennootschappen niet hebben te gelden als de contractuele wederpartij van Sovereign, zoals nader omschreven in het lichaam van de dagvaarding.
3.2.1. Sovereign legt hieraan, kort samengevat, het volgende ten grondslag.
3.2.2. Met betrekking tot de vorderingen I.a tot en met I.h stelt Sovereign dat zij conform de Management Agreements diensten voor de Doelvennootschappen heeft verricht en onkosten heeft gemaakt. Een deel van haar facturen is nog niet voldaan. Het betreft:
- de facturen, gedateerd 8 oktober 2007, ter zake van de jaarrekening 2006;
- de facturen, gedateerd 3, 4, 7, 11 respectievelijk 14 januari 2008, ter zake van de werkzaamheden derde en vierde kwartaal 2007;
- de facturen, gedateerd 3, 4, 7, 11 respectievelijk 14 januari 2008, ter zake van de bestuursvergoeding 2008;
- de facturen, gedateerd 31 december 2008, ter zake van de jaarrekening 2007;
- de facturen, gedateerd 5, 7, 9, 12 respectievelijk 13 januari 2009, ter zake van de werkzaamheden 2008.
3.2.3. Met betrekking tot de vorderingen II en VI stelt Sovereign dat de Management Agreements nooit zijn opgezegd en derhalve voortduren. Zij maakt aanspraak op de bestuursvergoeding over het jaar 2009 en op vergoeding van na 2008 nog verrichte diensten en nog gemaakte onkosten, een en ander conform de Management Agreements.
3.2.4. De vorderingen V en VII luiden voorwaardelijk in die zin dat zij worden ingesteld voor het geval dat de rechtbank oordeelt dat de Doelvennootschappen niet hebben te gelden als de contractuele wederpartij van Sovereign.
3.3. De Doelvennootschappen, [A] en ERG c.s. voeren verweer. Zij concluderen tot niet-ontvankelijkverklaring, althans afwijzing, met veroordeling van Sovereign in de kosten van het geding.
3.4. Op de (nadere) stellingen en verweren zal hierna, in het kader van de beoordeling (nader) worden ingegaan.
4. Het geschil in voorwaardelijke reconventie
4.1.1. De Doelvennootschappen vorderen – op voorwaarde dat zij of een van hen als debiteur van Sovereign moet(en) worden beschouwd – dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Sovereign veroordeelt tot betaling aan de Doelvennootschappen van EUR 53.522,90, te vermeerderen met de wettelijke rente, met veroordeling van Sovereign in de kosten van het geding.
4.1.2. [A] en ERG c.s. vorderen – op voorwaarde dat zij of een van hen als debiteur van Sovereign moet(en) worden beschouwd – dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad Sovereign veroordeelt tot betaling aan [A] en ERG c.s. of een van hen van EUR 53.522,90, te vermeerderen met de wettelijke rente, met veroordeling van Sovereign in de kosten van het geding.
4.2. De Doelvennootschappen, [A] en ERG c.s. leggen hieraan, kort samengevat, het volgende ten grondslag.
Sovereign had mede tot taak hun te adviseren over de inrichting van het Nederlandse deel van de groep vennootschappen met aan het hoofd de El Rocio Trust. Sovereign heeft die taak niet naar behoren uitgevoerd. Waar met één houdstervennootschap had kunnen worden volstaan, heeft Sovereign maar liefst acht houdstervennootschappen (de Doelvennootschappen) geadviseerd. Sovereign heeft dan ook teveel diensten verricht en in rekening gebracht. Sovereign heeft bovendien te hoge tarieven gehanteerd.
4.3. Sovereign voert verweer. Zij concludeert tot afwijzing, met veroordeling van de Doelvennootschappen, [A] en ERG c.s. in de kosten van het geding.
4.4. Op de (nadere) stellingen en verweren zal hierna, in het kader van de beoordeling, (nader) worden ingegaan.
5. De beoordeling in conventie
5.1. Zoals hiervoor onder 3.2.4 reeds is opgemerkt, luiden de (jegens [A] en ERG c.s. ingestelde) vorderingen V en VII voorwaardelijk in die zin dat zij worden ingesteld voor het geval dat de rechtbank oordeelt dat de Doelvennootschappen niet hebben te gelden als de contractuele wederpartij van Sovereign. Daarom zal in de eerste plaats worden ingegaan op de jegens de Doelvennootschappen ingestelde vorderingen en de door de Doelvennootschappen daartegen gevoerde verweren.
5.2. In dit verband wordt vooropgesteld dat de Doelvennootschappen wel de authenticiteit van de door Sovereign in het geding gebrachte Management Agreements betwisten, maar niet de totstandkoming – door wilsovereenstemming tussen Sovereign, vertegenwoordigd door [D], en ieder van de Doelvennootschappen, eveneens vertegenwoordigd door [D] – van inhoudelijk gelijkluidende overeenkomsten die ertoe strekken dat Sovereign in opdracht en voor rekening van de Doelvennootschappen werkzaamheden ten behoeve van de Doelvennootschappen verricht. Volgens de Doelvennootschappen zijn (ook) die overeenkomsten echter nietig, althans vernietigbaar.
5.3. De Doelvennootschappen voeren in dit verband in de eerste plaats aan dat die overeenkomsten schriftelijk hadden moeten worden aangegaan. Naar de rechtbank begrijpt, ontlenen de Doelvennootschappen dit verweer aan artikel 18 lid 1 aanhef en onder a Regeling integere bedrijfsvoering Wet toezicht trustkantoren (Rib): “Het trustkantoor beschikt over een cliëntacceptatiedossier voor iedere doelvennootschap (…). Een cliëntacceptatiedossier bevat tenminste (…) de schriftelijke overeenkomsten tussen het trustkantoor en de doelvennootschap (…) terzake van de door het trustkantoor geleverde diensten waarop het cliëntacceptatiedossier ziet (…)”.
De rechtbank volgt de Doelvennootschappen niet. Hiertoe wordt het volgende overwogen.
Artikel 18 lid 1 aanhef en onder a Rib is gebaseerd op artikel 10 lid 1 Wtt: “Met het oog op een integere bedrijfsvoering worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels gesteld aan trustkantoren”. Noch uit artikel 10 lid 1 Wtt (dat is opgenomen in hoofdstuk 3 – “Toezicht en inlichtingen” – van die wet) noch uit artikel 18 lid 1 aanhef en onder a Rib blijkt dat de wetgever in formele zin (de auteur van de Wtt), respectievelijk De Nederlandsche Bank N.V. (de auteur van de Rib), meer heeft bewerkstelligen dan dat schriftelijke overeenkomsten, indien en voor zover aanwezig, voor laatstgenoemde als toezichthouder eenvoudig toegankelijk zijn. In het bijzonder blijkt niet dat de wetgever in formele zin, respectievelijk De Nederlandsche Bank N.V., vormvereisten heeft willen stellen aan de totstandkoming, in privaatrechtelijke zin, van overeenkomsten als de onderhavige.
5.4.1. De Doelvennootschappen beroepen zich vervolgens op het bepaalde in artikel 2:256 Burgerlijk Wetboek (BW). Zij voeren aan dat ieder van hen bij de totstandkoming van de overeenkomsten een tegenstrijdig belang had met Sovereign. Volgens de Doelvennootschappen had Kelvedon moeten worden vertegenwoordigd door de in artikel 12 lid 3 van haar statuten bedoelde persoon en hadden de algemene vergaderingen van de overige Doelvennootschappen op de voet van de tweede volzin van artikel 2:256 BW in de gelegenheid moeten worden gesteld een of of meer vertegenwoordigers aan te wijzen.
5.4.2. De rechtbank volgt de Doelvennootschappen niet, reeds omdat – wat er ook zij van de door de Doelvennootschappen aangevoerde gebreken in de besluitvorming en/of de vertegenwoordiging rond de totstandkoming van de overeenkomsten – hun aandeelhouders, en ook meerdere andere personen rond de El Rocio Trust, de overeenkomsten vervolgens in woord en daad als geldig hebben aangemerkt, zodat die gebreken zijn geheeld, althans niet meer aan Sovereign kunnen worden tegengeworpen.
5.4.3. De rechtbank wijst op het bepaalde in artikel 3:58 lid 1 BW. De rechtbank neemt verder het volgende in aanmerking.
a. De Doelvennootschappen hebben als houdstervennootschappen geen eigen inkomsten. Hun schulden moeten, direct of indirect, door derden – bijvoorbeeld aandeelhouders of andere personen rond de El Rocio Trust – worden voldaan.
b. Sovereign stelt onweersproken dat Prime Trust en later Steadfast (en een enkele maal ook de El Rocio Trust) gedurende een aantal jaren haar facturen zonder meer hebben voldaan, althans de daartoe benodigde financiële middelen aan de Doelvennootschappen ter beschikking hebben gesteld.
c. Bij e-mailbericht van 26 januari 2009 (akte van 1 juli 2009, productie 33) heeft [C] (hierna: [C]), director van Prime Trust, voor zover hier van belang, aan [B] geschreven:
For your records, I am able to confirm as a director of the former Trustee that all fees and services for Buxton Holding BV, Chrano BV, Clara Holding BV, Edmiro Holding BV, Kelvedon BV, Texfeld Holding BV, Tisdale BV and Zynphar Holding BV were agreed and all invoices for said services were paid by or via El Rocio Trust for the period ended 7 August 2008.
d. Bij statement van 18 juni 2009 (conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie, tevens akte vermeerdering van eis in conventie, tevens akte overlegging producties, productie 54) heeft [C], voor zover hier van belang, verklaard:
Until the time of our retirement as trustee in October 2007 or thereabouts I dealt with SR ([D]; rechtbank) on many issues including the preparation of accounts and from time to time paid Sovereign’s invoices.
e. Sovereign stelt onweersproken dat de algemene vergaderingen van de Doelvennootschappen, voorgezeten door [B], gedurende een aantal jaren de jaarrekeningen zonder meer hebben goedgekeurd en dat haar kosten daarin steeds duidelijk zijn vermeld.
f. Bij e-mailbericht van 28 juni 2005 (conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie, tevens akte vermeerdering van eis in conventie, tevens akte overlegging producties, productie 45) heeft Sovereign, voor zover hier van belang, aan [E] – naar Sovereign onweersproken stelt een medewerkster van [A] – geschreven:
For your information, please note Mr [A] currently has the following Dutch BV companies: Buxton Holding BV, Chrano BV, Clara Holding BV, Edmiro Holding BV, Kelvendon Holding BV, Texfeld Holding BV, Tisdale BV, Zynphar Holding BV. (…).
We (…) charge an annual management fee of EUR 3,500.00 excluding VAT at 19% for the provision of registered office, local directors and minimal statutory maintenance, which is due and payable at the beginning of each year.
We also charge separately for legal and financial administration, preparation and filing of annual accounts and corporate tax returns. Our hourly charge out rate for legal work is EUR 160.00 and EUR 145.00 for financial administration which we invoice quarterly against the company excluding VAT at 19%. Separate charges will also be made for out of pocket expenses such as notarial and annual statutory fees, depositing of financial accounts with the Amsterdam Chamber of Commerce, courier and communication costs.
Bij e-mailbericht van dezelfde datum heeft Sovereign hieraan toegevoegd:
Please note Mr [A] will receive a reduced rate on our fees due to the current number of BVs managed by our office.
5.5. De Doelvennootschappen voeren nog aan dat Sovereign ook overeenkomsten had moeten sluiten met de ultimate beneficial owner (waarbij zij overigens in het midden laten wie dat is) en/of de trustee. Wat hiervan zij, het ontbreken van dergelijke nadere overeenkomsten doet niet af aan de rechtsgeldigheid van de onderhavige overeenkomsten waarop Sovereign haar vorderingen baseert. Noch de Wtt noch de Rib geeft aanknopingspunten voor een ander oordeel.
5.6. Uit hetgeen hiervoor onder 5.3 tot en met 5.5 is overwogen, vloeit voort dat de Doelvennootschappen hebben te gelden als de contractuele wederpartij van Sovereign ter zake overeenkomsten met de inhoud als weergegeven in de Management Agreements. De vorderingen V en VII zullen niet worden behandeld, omdat de aan die vorderingen verbonden voorwaarde niet is vervuld.
5.7. Met betrekking tot de vorderingen I.a tot en met I.h. overweegt de rechtbank het volgende.
5.8. De Management Agreements houden, kort gezegd, in dat Sovereign als statutair bestuurder/trustkantoor tegen een bepaalde vergoeding bepaalde diensten voor de Doelvennootschappen verricht, althans kan verrichten en dat Sovereign door haar bij derden te maken onkosten aan de Doelvennootschappen in rekening zal brengen.
5.9. De Doelvennootschappen voeren aan dat Sovereign te hoge tarieven heeft gehanteerd. Dat verweer treft geen doel. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen en beslist, zijn de Doelvennootschappen gebonden aan de (inhoud van de) Management Agreements en dus ook aan de daarin opgenomen tarieven. Bovendien kent het Nederlandse recht niet de leer van het iustum pretium, de leer die erop neerkomt dat alleen inhoudelijk evenwichtige overeenkomsten rechtens aanvaardbaar zijn.
5.10. De Doelvennootschappen voeren verder aan dat Sovereign niet alle gefactureerde diensten heeft verricht. Zij lichten dit verweer echter niet, althans niet voldoende, toe, zodat daaraan wordt voorbijgegaan.
5.11.1. De Doelvennootschappen voeren voorts aan dat Sovereign haar contractuele verplichtingen jegens hen niet naar behoren is nagekomen. Naar de rechtbank begrijpt, wensen de Doelvennootschappen de schade die het gevolg is van het door hen gestelde tekortschieten van Sovereign te verrekenen met de door Sovereign gevorderde bedragen.
5.11.2. De Doelvennootschappen voeren in dit verband in de eerste plaats aan dat Sovereign een te complexe structuur heeft aangeraden, althans niet heeft afgeraden: acht houdstervennootschappen waar met één had kunnen worden volstaan. De rechtbank volgt de Doelvennootschappen niet. De Doelvennootschappen brengen zelf onder woorden wat er schort aan hun verweer: “Sovereign verricht (…) werkzaamheden voor de Client, c.q. voor de Ultimate Beneficial Owner. Voor deze implementeert zij het Nederlandse deel van een concernstructuur, die zo efficiënt en goedkoop mogelijk moet zijn opgezet en zo efficiënt en goedkoop mogelijk gemanaged moet worden, dus ook voor wat betreft het Nederlandse deel” (conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie van de Doelvennootschappen, nummer 9). Daargelaten dat Sovereign gemotiveerd betoogt dat er wel degelijk een (financieel) belang bestond bij de aankoop van acht vennootschappen als houdsters van de Spaanse vennootschappen, geldt dat gesteld noch gebleken is dat Sovereign zich, door middel van de Management Agreements of langs andere weg, jegens de Doelvennootschappen heeft verbonden tot de door hen bedoelde advisering. Bovendien is niet aannemelijk gemaakt dat de Doelvennootschappen schade lijden als gevolg van hun gestelde boventalligheid in groepsverband. De eventuele schade ligt elders, zoals de Doelvennootschappen zelf illustreren door hun schade te stellen op de kosten van de reductie van hun aantal van acht naar één. In haar verhouding tot de Doelvennootschappen diende Sovereign hun elders uitgemaakte bestaansrecht te respecteren en hun rimpelloze voortbestaan zoveel mogelijk te waarborgen.
5.11.3. De Doelvennootschappen voeren verder aan dat Sovereign tekort is geschoten in het tijdig deponeren van hun jaarrekeningen en het tijdig doen van hun aangiften vennootschapsbelasting. De Doelvennootschappen lichten dat verweer – mede in het licht van de (nadere) stellingen van Sovereign – echter niet voldoende toe. Zij maken bovendien niet aannemelijk dat zij als gevolg van deze gestelde tekortkomingen schade hebben geleden.
5.12. De vorderingen 1.a tot en met 1.h liggen voor toewijzing gereed. Dat geldt ook voor de, niet afzonderlijk weersproken, gevorderde wettelijke handelsrente.
5.13. Met betrekking tot de vorderingen II en VI overweegt de rechtbank het volgende.
Zoals hiervoor onder 2.13 is vermeld, is Sovereign eind oktober 2008 door [B] (die Sovereign zelf aanduidt als de man die inmiddels binnen de groep vennootschappen met aan het hoofd de El Rocio Trust alle touwtjes in handen houdt) geïnformeerd over op handen zijnde wijzigingen in de (structuur van de) groep. Ook over de in het handelsregister ingeschreven wijzigingen in het bestuurderschap van de Doelvennootschappen (zie hiervoor onder 2.14 en 2.15) is Sovereign, zo stelt zijzelf, geïnformeerd. Het hiervoor onder 2.16 vermelde e-mailbericht van [B] kan redelijkerwijs niet anders worden uitgelegd dan als een (aankondiging van een) opzegging van de Management Agreements.
Onder deze omstandigheden kan Sovereign jegens de Doelvennootschappen in beginsel geen aanspraak maken op vergoeding van na 1 januari 2009 verrichte diensten en na 1 januari 2009 bij derden gemaakte kosten. De enige uitzondering zou worden gevormd door diensten die zij met het oog op de belangen van de Doelvennootschappen beslist nog zelf diende te verrichten of kosten die zij met oog op diezelfde belangen beslist nog zelf bij derden diende te maken. Niet, althans niet voldoende, gesteld of gebleken is dat daarvan sprake is. Bij deze uitkomst kan worden voorbijgegaan aan het bezwaar van Sovereign tegen de antwoordakte van de Doelvennootschappen.
De vorderingen II en VI dienen te worden afgewezen.
5.14. Met betrekking tot vordering III overweegt de rechtbank dat Sovereign niet (voldoende) toelicht dat zij meer of andere kosten heeft moeten maken dan die waarvoor de in de artikelen 237 tot en met 240 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bedoelde kosten een vergoeding plegen in te sluiten.
Aan het beroep van Sovereign, in haar laatste akte, op artikel 4.3 van de Management Agreements wordt – wat daar verder ook van zij – als tardief voorbijgegaan.
6. De beoordeling in voorwaardelijke reconventie
6.1. De door [A] en ERG c.s. ingestelde vorderingen zullen niet worden behandeld omdat de aan die vorderingen verbonden voorwaarde niet is vervuld.
6.2. De aan de door de Doelvennootschappen ingestelde vorderingen verbonden voorwaarde is wel vervuld. Die vorderingen stuiten echter af op hetgeen hiervoor, in conventie, onder 5.9 tot en met 5.11.3, is overwogen en beslist.
7. De proceskosten in conventie
7.1. Tussen Sovereign en de Doelvennootschappen zullen de proceskosten worden gecompenseerd in voege als hierna, in het dictum, zal worden vermeld. Redengevend is dat ieder van hen deels in het gelijk, deels in het ongelijk is gesteld.
7.2. Sovereign wordt, als de jegens [A] en ERG c.s. in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de aan hun zijde gevallen proceskosten. Deze worden zowel aan de zijde van [A] als aan de zijde van ERG c.s. begroot op EUR 2.131,50 (1,5 punt x tarief V). Daarbij wordt opgemerkt dat ter zake van de gezamenlijke conclusie van antwoord zowel aan [A] als aan ERG c.s. een half punt is toegekend.
7.3. De vordering van [A] om Sovereign te veroordelen in zijn werkelijke proceskosten wordt afgewezen. Niet, althans niet voldoende, gesteld of gebleken is dat Sovereign, door tegen [A] te procederen, onrechtmatig jegens [A] heeft gehandeld.
8. De proceskosten in voorwaardelijke reconventie
De Doelvennootschappen, [A] en ERG c.s. worden, als de jegens Sovereign in het ongelijk gestelde partij, hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten. Deze worden begroot op EUR 894,00 (1 punt, tarief IV).
9. De beslissing
De rechtbank:
- veroordeelt Buxton tot betaling van EUR 12.471,20 (twaalfduizend vierhonderd eenenzeventig euro en twintig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 30 dagen na de datum van de betreffende declaraties tot de dag van algehele voldoening;
- veroordeelt Clara tot betaling van EUR 12.471,20 (twaalfduizend vierhonderd eenenzeventig euro en twintig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 30 dagen na de datum van de betreffende declaraties tot de dag van algehele voldoening;
- veroordeelt Kelvedon tot betaling van EUR 13.809,96 (dertienduizend achthonderdennegen euro en zesennegentig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 30 dagen na de datum van de betreffende declaraties tot de dag van algehele voldoening;
- veroordeelt Chrano tot betaling van EUR 13.809,96 (dertienduizend achthonderdennegen euro en zesennegentig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 30 dagen na de datum van de betreffende declaraties tot de dag van algehele voldoening;
- veroordeelt Tisdale tot betaling van EUR 12.471,20 (twaalfduizend vierhonderd eenenzeventig euro en twintig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 30 dagen na de datum van de betreffende declaraties tot de dag van algehele voldoening;
- veroordeelt Texfeld tot betaling van EUR 12.471,20 (twaalfduizend vierhonderd eenenzeventig euro en twintig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 30 dagen na de datum van de betreffende declaraties tot de dag van algehele voldoening;
- veroordeelt Edmiro tot betaling van EUR 12.471,20 (twaalfduizend vierhonderd eenenzeventig euro en twintig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 30 dagen na de datum van de betreffende declaraties tot de dag van algehele voldoening;
- veroordeelt Zynphar tot betaling van EUR 12.471,20 (twaalfduizend vierhonderd eenenzeventig euro en twintig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 30 dagen na de datum van de betreffende declaraties tot de dag van algehele voldoening;
- verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
- compenseert de proceskosten tussen Sovereign en de Doelvennootschappen in dier voege dat ieder van hen de eigen kosten draagt;
- veroordeelt Sovereign in de aan de zijde van [A] en ERG c.s. gevallen proceskosten, tot dit vonnis aan de zijde van ieder van hen begroot op EUR 2.131,50;
- veroordeelt Sovereign in de na dit vonnis aan de zijde van [A] en ERG c.s. ontstane kosten, begroot op EUR 131,00 aan salaris advocaat alsmede, onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en Sovereign niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, met EUR 68,00 aan salaris advocaat en de kosten van het exploot van betekening van het vonnis;
- verklaart deze kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af;
in voorwaardelijke reconventie:
- wijst het door de Doelvennootschappen gevorderde af;
- veroordeelt de Doelvennootschappen, [A] en ERG c.s. hoofdelijk in de kosten van het geding, tot dit vonnis aan de zijde van Sovereign begroot op EUR 894,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.P. Pompe en in het openbaar uitgesproken op 31 augustus 2011.?