ECLI:NL:RBAMS:2011:BT1853

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
482867 / HA ZA 11-504
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Dispuut over vertegenwoordigingsbevoegdheid bij renovatieovereenkomst

In deze zaak gaat het om een geschil tussen de vennootschap onder firma Jamaka Services V.O.F. en [A] over de vraag of er een overeenkomst tot stand is gekomen tussen hen met betrekking tot de renovatie van de woning van [A]. Jamaka heeft de renovatie uitgevoerd in opdracht van het architectenbureau [B] Design, dat door [A] was ingeschakeld. Jamaka vordert betaling van een openstaande factuur, maar [A] betwist dat hij een overeenkomst met Jamaka heeft gesloten en stelt dat hij enkel met [B] Design een overeenkomst heeft. De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende bewijs is dat [A] een volmacht heeft gegeven aan [B] Design om namens hem op te treden. De rechtbank concludeert dat [A] niet gehouden is om aan Jamaka te betalen, omdat er geen overeenkomst tussen hen is tot stand gekomen. Het eerdere verstekvonnis wordt vernietigd en de vordering van Jamaka wordt afgewezen. De kosten van de procedure worden toegewezen aan [A].

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
in de zaak van
zaaknummer / rolnummer: 482867 / HA ZA 11-504
Vonnis in verzet van 27 juli 2011
in de zaak van
de vennootschap onder firma
JAMAKA SERVICES V.O.F.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
gedaagde in het verzet,
advocaat mr. N. de Vos te Amsterdam,
tegen
[A],
wonende te --,
gedaagde,
eiser in het verzet,
advocaat mr. M.F.A. Vreeswijk te Haarlem.
Partijen zullen hierna Jamaka en [A] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 2 maart 2011;
- het proces-verbaal van comparitie van 1 juni 2011;
- de akte overlegging producties tevens houdende akte vermeerdering eis, met inachtneming wat hierna onder 4.3 is overwogen.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen het volgende vast:
2.1. Jamaka is een vennootschap onder firma die werk aanneemt in de bouwsector. Jamaka besteedt het werk vervolgens uit aan onderaannemers.
2.2. [A] heeft architectenbureau [B] Design ingeschakeld om zijn woning te laten renoveren.
2.3. [B] Design heeft Jamaka opdracht gegeven de renovatiewerkzaamheden uit te voeren.
2.4. In de periode maart tot juni 2007 heeft Jamaka de renovatiewerkzaamheden verricht en zij heeft de woning eind zomer 2007 opgeleverd. De oplevering van de werkzaamheden heeft plaatsgevonden in het bijzijn van zowel [B] Design als [A].
2.5. Jamaka heeft [A] een factuur d.d. 11 juni 2007 voor massief houten vloerdelen gezonden. Deze factuur is door [A] betaald.
2.6. Op 22 maart 2007, 6 april 2007 en 8 juni 2007 hebben [A] respectievelijk zijn inmiddels overleden partner [C] aan [B] Design voorschotten betaald van in totaal € 12.250,00 voor de renovatiewerkzaamheden. [B] Design heeft deze bedragen doorbetaald Jamaka. Met betrekking tot deze betalingen zijn betalings- en ontvangstbewijzen opgesteld die zijn ondertekend door [A] respectievelijk [C] en [B] Design, en welke ‘in kopie’ zijn getekend door Jamaka.
2.7. Jamaka heeft aan [A] een eindfactuur d.d. 7 februari 2008 verzonden voor verrichte werkzaamheden ten bedrage van € 54.591,77 inclusief btw. Op dit bedrag is € 12.250,00 aan betaalde voorschotten in mindering gebracht zodat een te betalen bedrag resteert van € 42.341,77. [A] heeft de eindfactuur niet voldaan.
3. Het geschil
3.1. Jamaka heeft in de verstekprocedure - samengevat - gevorderd bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [A] te veroordelen om aan Jamaka te betalen een bedrag van
€ 43.883,77 inclusief btw vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 februari 2008 en [A] te veroordelen tot betaling van de kosten van de procedure.
3.2. Jamaka legt aan haar vordering ten grondslag dat tussen haar en [A] een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen. Zij stelt daartoe dat [B] Design de opdracht tot de renovatiewerkzaamheden namens [A] heeft gegeven. [A] schiet volgens Jamaka toerekenbaar tekort in de nakoming van die overeenkomst door de eindfactuur onbetaald te laten. Jamaka maakt daarom aanspraak op vergoeding van de door haar geleden schade.
3.3. Bij verstekvonnis van 5 januari 2011 is de vordering van Jamaka toegewezen behoudens de buitengerechtelijke kosten, en is [A] veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van Jamaka tot de dag van de uitspraak begroot op in totaal € 2.132,89.
3.4. [A] vordert in het verzet dat het verstekvonnis wordt vernietigd en dat Jamaka niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vorderingen, dan wel dat de rechtbank deze als ongegrond en onbewezen aan haar zal ontzeggen, alles met veroordeling van Jamaka in de kosten van beide procedures.
3.5. Blijkens de akte overlegging producties tevens houdende akte vermeerdering eis wenst Jamaka haar eis te vermeerderen in die zin dat zij vordert [A] te veroordelen tot betaling van de kosten van de procedure inclusief de kosten van de gelegde beslagen. Voor het overige handhaaft Jamaka haar vordering.
3.6. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
ontvankelijkheid verzet
4.1. Het verzet is tijdig en op de juiste wijze ingesteld, zodat [A] in zoverre in zijn verzet kan worden ontvangen.
bezwaar akte overlegging producties tevens vermeerdering eis
4.2. Allereerst is aan de orde het bezwaar van [A] tegen de akte overlegging producties tevens houdende akte vermeerdering eis. [A] heeft ter comparitie aangevoerd dat de akte te laat is ingediend. Uit het proces-verbaal van de comparitie kan de rechtbank niet opmaken dat al op dit punt is beslist.
4.3. De rechtbank stelt voorop dat Jamaka in beginsel bevoegd is haar eis te wijzigen zolang nog geen eindvonnis is gewezen. Voor het indienen van stukken geldt in beginsel een termijn van twee weken voorafgaand aan de comparitie, zoals ook vermeld in het tussenvonnis van 2 maart 2011. De rechtbank constateert dat de akte van Jamaka op 23 mei 2011 door de rechtbank is ontvangen. Gelet op de datum van de comparitie (1 juni 2011), zijn de producties dus te laat ingediend. De rechtbank constateert verder dat de wijziging van eis slechts een uitbreiding van het petitum met de kosten van het beslag betreft en dat de producties niets anders bevatten dan de - al aan [A] bekende - beslagstukken. Gelet op de beperkte en eenvoudige inhoud van de eiswijziging en van de daarbij gevoegde producties, alsmede op het feit dat niet is gesteld of gebleken dat [A] geen tijd heeft gehad van de akte kennis te nemen of zich (met zijn raadsman) op de behandeling daarvan ter zitting voor te bereiden, acht de rechtbank [A] door de eiswijziging en door de te late indiening van de producties niet in zijn belangen geschaad. De eiswijziging is dus niet in strijd met de eisen van een goede procesorde.
volmacht
4.4. Jamaka stelt dat tussen haar en [A] een overeenkomst is gesloten ter zake van de renovatie van de woning van [A]. Ze stelt daartoe primair dat door [A] een uitdrukkelijke of stilzwijgende volmacht is verleend aan [B] Design om namens hem de woning te laten renoveren en de werkzaamheden daarvoor te laten uitvoeren door een derde. Dit blijkt uit de stelling van [A] dat hij designbureau [B] Design in de arm heeft genomen om de renovatie 'te verzorgen' en uit de stelling van [A] dat [B] Design opdracht had om 'het gehele appartement te renoveren', zo stelt Jamaka.
4.5. Jamaka stelt subsidiair dat sprake is van (toerekening van) de schijn van volmacht¬verlening. [A] is eigenaar van de woning en heeft alles aan de verantwoordelijkheid van [B] Design overgelaten. [A] was blijkens de e-mailcontacten die er zijn geweest op de hoogte van de werkzaamheden en bracht daarin ook wijzigingen aan. Verder heeft hij voorschotten voor de werkzaamheden en een factuur voor de vloer betaald. De oplevering van de werkzaamheden heeft plaatsgevonden in het bijzijn van zowel [B] Design als [A]. In reactie op de eindfactuur en de betalingsherinneringen heeft [A] nooit aangegeven dat niet hij, maar [B] Design opdrachtgever was. Uit deze feiten en omstandigheden kan naar verkeersopvattingen een schijn van vertegenwoordigings-bevoegdheid worden afgeleid. Jamaka is er steeds van uitgegaan en mocht ervan uitgaan dat [B] Design de opdracht had gegeven namens [A]. [A] heeft dit beeld laten ontstaan en in stand gelaten. Voor zover dit niet bewust het geval is geweest komen de feiten en omstandigheden waar Jamaka die veronderstelling op heeft gebaseerd voor risico van [A]. Een aannemer hoeft zich in deze omstandigheden niet af te vragen of een designbureau wel handelt namens de eigenaar, zo stelt Jamaka.
4.4. [A] betwist dat tussen hem en Jamaka een overeenkomst is gesloten. [A] voert aan dat hij een overeenkomst met [B] Design heeft gesloten. Hij heeft aan [B] Design geen volmacht gegeven. Evenmin heeft hij de schijn van volmachtverlening gewekt. [B] Design had opdracht om het gehele appartement te renoveren. [B] Design heeft vervolgens voor eigen rekening en risico (onder)aannemers, waaronder Jamaka, gecontracteerd. Voor de werkzaamheden die [B] Design heeft verricht inclusief de verbouwingswerkzaamheden heeft hij ongeveer € 40.000,00 contant aan [B] Design betaald, zo stelt [A].
4.5. Kern van het geschil is of [B] Design heeft gehandeld in eigen naam of als gevolmachtigde van [A]. In het laatste geval moet ingevolge artikel 3:66 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) de overeenkomst van opdracht niet als overeenkomst tussen [B] Design en Jamaka, maar als overeenkomst tussen [A] en Jamaka worden aangemerkt en [A] is dan jegens Jamaka tot nakoming van zijn betalingsverplichting gehouden.
4.6. De rechtbank overweegt met betrekking tot de primaire stelling van Jamaka het volgende. Jamaka heeft onvoldoende gesteld dat [A] een volmacht heeft gegeven aan [B] Design. De stellingen van [A] dat hij designbureau [B] Design in de arm heeft genomen om de renovatie te verzorgen en dat [B] Design opdracht had gekregen om het gehele appartement te renoveren, kunnen noch op zichzelf noch in onderling verband en samenhang bezien, leiden tot het oordeel dat [A] uitdrukkelijk of stilzwijgend de bevoegdheid heeft verleend aan [B] Design om in zijn naam rechtshandelingen te verrichten. Het feit dat [A] de renovatie heeft uitbesteed aan [B] Design, zegt immers niets over het antwoord op de vraag of [B] Design bij de uitvoering van die renovatie in eigen naam dan wel namens [A] zou optreden.
4.7. Jamaka beroept zich subsidiair op door [A] gewekte dan wel aan hem toe te rekenen schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid. De rechtbank stelt bij de beoordeling van dit beroep voorop dat, indien Jamaka op grond van een verklaring of gedraging van [A] of op grond van voor risico van [A] komende feiten of omstandigheden, heeft aangenomen en redelijkerwijze mocht aannemen dat aan [B] Design een toereikende volmacht was verleend, ingevolge artikel 3:61 lid 2 BW door [A] op de onjuistheid van deze veronderstelling geen beroep kan worden gedaan.
4.8. De rechtbank acht de door Jamaka gestelde feiten omstandigheden, ook wanneer die in onderlinge samenhang worden bezien, onvoldoende om te oordelen dat van een zodanige schijn sprake is. Uit het feit dat [A] op de hoogte was van de renovatiewerkzaamheden en daarin wijzigingen aanbracht, kan immers niets worden afgeleid omtrent de vraag of [B] Design bij de renovatie namens [A] optrad of zichzelf verbond. Dat [A] rechtstreeks aan Jamaka opdracht heeft gegeven voor wijzigingen in de werkzaamheden, is niet gesteld en blijkt ook niet uit de overgelegde correspondentie. Integendeel zelfs, uit de e-mailberichten kan worden opgemaakt dat de contacten met Jamaka over de werkzaamheden via [B] Design verliepen. Dit laatste geldt ook voor de voorschotbetalingen, zodat uit die betalingen evenmin de gestelde schijn van volmachtverlening kan worden afgeleid. Dat de factuur van de vloer door Jamaka aan [A] is gestuurd en door [A] rechtstreeks aan Jamaka is betaald, acht de rechtbank onvoldoende om tot een ander oordeel te komen. Volgens [A] is de gang van zaken met betrekking tot de vloer immers afwijkend geweest. Het feit dat de vloer door Jamaka niet is meegenomen in de totale eindnota maar afzonderlijk is gefactureerd, biedt naar het oordeel van de rechtbank juist steun voor die verklaring van [A]. Ook het feit dat zowel [A] als [B] Design aanwezig waren bij de oplevering door Jamaka, brengt niet mee dat Jamaka er van uit mocht gaan dat [A] haar opdrachtgever was. Niet gesteld of gebleken is immers dat Jamaka aan [A] opgeleverd heeft. De aanwezigheid van zowel [B] Design als [A], zou veeleer ook een aanwijzing kunnen vormen voor het standpunt van [A] dat hij met [B] Design een overeenkomst heeft gesloten en dat [B] Design vervolgens op eigen naam Jamaka heeft gecontracteerd. Dat [A] in reactie op de eindfactuur en de betalingsherinneringen niet eerder heeft aangevoerd dat niet hij, maar [B] Design als opdrachtgever moet worden beschouwd, biedt evenmin steun voor de subsidiaire stelling van Jamaka, nu Jamaka zelf stelt dat [A] voorafgaand aan de procedure in het geheel geen verweer heeft gevoerd.
4.9. Uit het vorenstaande volgt dat de stelling van Jamaka dat tussen haar en [A] een overeenkomst tot stand is gekomen, als onvoldoende onderbouwd moet worden gepasseerd. [A] is dan ook niet tot betaling aan Jamaka gehouden. Het verstekvonnis zal worden vernietigd. De vordering van Jamaka zal alsnog worden afgewezen.
overige
4.10. Jamaka zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de verstek- en verzetprocedure worden verwezen. De kosten voor het betekenen van het verstekvonnis (indien gemaakt) en van het uitbrengen van de verzetdagvaarding zullen echter op grond van het bepaalde in art. 141 Rv voor rekening van [A] komen, omdat deze kosten een gevolg zijn van het feit dat [A] in eerste instantie niet is verschenen. De door Jamaka te vergoeden kosten aan de zijde van [A] worden begroot op:
- griffierecht € 588,-
- salaris advocaat € 1.788,- (2 punten x tarief € 894,-) +
totaal € 2.376,-
4.11. De rechter, ten overstaan van wie de comparitie is gehouden, heeft dit vonnis niet kunnen wijzen om organisatorische redenen.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. vernietigt het door deze rechtbank op 5 januari 2011 onder zaaknummer / rolnummer 475850 / HA ZA 10-3702 gewezen verstekvonnis,
en opnieuw beslissend
5.2. wijst de vorderingen van Jamaka af,
5.3. veroordeelt [A] in de kosten die zijn veroorzaakt door het aanvankelijk niet verschijnen, aan de zijde van Jamaka begroot op nihil,
5.4. veroordeelt Jamaka in de overige kosten van de verstekprocedure, aan de zijde van [A] tot aan deze uitspraak begroot op nihil, en in de overige kosten van de verzetprocedure, aan de zijde van [A] tot op heden begroot op € 2.376,- (tweeduizend driehonderd zesenzeventig euro),
5.5. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Bouter-Rijksen en in het openbaar uitgesproken op 27 juli 2011.