ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8920

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
13/660484-11 (Promis)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het medeplegen van skimmen en diefstal van pinapparaten

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 9 september 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van het voorhanden hebben van voorwerpen bestemd voor skimmen en diefstal van pinapparaten. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met een medeverdachte op verschillende data in mei 2011 pinapparaten had gestolen uit een kledingwinkel, een tankstation en een restaurant. De verdachte leidde het personeel af terwijl de medeverdachte de pinapparaten verwisselde met dummy's. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte wist dat de pinapparaten bestemd waren voor skimmen, een ernstige vorm van fraude. De rechtbank overwoog dat skimmen niet alleen financiële schade veroorzaakt, maar ook het vertrouwen in veilige betalingen ondermijnt. De verdachte had zich in korte tijd meermalen schuldig gemaakt aan diefstal in vereniging van drie pinapparaten. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat hij niet eerder was veroordeeld in Nederland. De rechtbank besloot tot een lagere straf dan geëist door de officier van justitie, omdat de daadwerkelijke gevolgen van het handelen van de verdachte beperkt waren gebleven. De rechtbank gelastte ook de teruggave van bepaalde in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
VONNIS
Parketnummer: 13/660484-11 (Promis)
Datum uitspraak: 9 september 2011
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Sri Lanka) op [1987],
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in het Huis van Bewaring "Haarlem" te Haarlem.
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 augustus 2011.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. C.J. Cnossen en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. P. van der Geest, naar voren hebben gebracht.
2. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij:
1.
in of omstreeks de periode van 11 mei 2011 tot en met 13 mei 2011 te Hilversum, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in een kledingwinkel (Levi Store) gelegen aan de Kerkstraat, opzettelijk (een) betaalpas(sen), (een) waardekaart(en), enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) of voor het publiek beschikbare drager(s) van
identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten één of meerdere betaalpassen, valselijk heeft opgemaakt of heeft vervalst met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen;
(Artikel 232 jo 47 van het Wetboek van Strafrecht)
subsidiair:
op of omstreeks 10 mei 2011 en/of 11 mei 2011 te Hilversum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, stoffen en/of voorwerpen en/of gegevens, te weten een (gemanipuleerd) pinapparaat (oorsponkelijk toebehorende aan de Levi Store), heeft vervaardigd en/of ontvangen en/of verschaft en/of verkocht en/of overgedragen en/of voorhanden gehad, waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat het bestemd was tot het plegen van het in artikel 232, eerste lid, omschreven misdrijf;
(Artikel 234 van het Wetboek van Strafrecht)
2.
op of omstreeks 11 mei 2011 te Ankeveen, gemeente Wijdemeren, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een tankstation heeft weggenomen een pinapparaat, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Esso, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s);
(Artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht)
en/of
op of omstreeks 11 mei 2011 en/of 12 mei 2011 te Ankeveen, gemeente Wijdemeren, en/of te Hilversum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, stoffen en/of voorwerpen en/of gegevens, te weten een (gemanipuleerd) pinapparaat (oorspronkelijk toebehorend aan het Esso tankstation te Ankeveen), heeft vervaardigd en/of ontvangen en/of verschaft en/of verkocht en/of overgedragen en/of voorhanden gehad, waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat het bestemd was tot
het plegen van het in artikel 232, eerste lid, omschreven misdrijf;
(Artikel 234 van het Wetboek van Strafrecht)
3.
op of omstreeks 12 mei 2011 te Hilversum tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit drogisterij de Tuinen, gelegen aan de Kerkstraat, heeft weggenomen een pinapparaat, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s);
(Artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht)
en/of
op of omstreeks 12 mei 2011 en/of 13 mei 2011 te Hilversum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, stoffen en/of voorwerpen en/of gegevens, te weten een (gemanipuleerd) pinapparaat (oorspronkelijk toebehorend aan drogisterij de Tuinen), heeft vervaardigd en/of ontvangen en/of verschaft en/of verkocht en/of overgedragen en/of voorhanden gehad, waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat het bestemd was tot het plegen van het in artikel 232, eerste lid, omschreven misdrijf;
(Artikel 234 van het Wetboek van Strafrecht)
4.
op of omstreeks 12 mei 2011 te Hilversum tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een restaurant, gelegen aan de Kerkstraat heeft weggenomen een pinapparaat, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Luno Kitchen, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s);
(Artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht)
en/of
op of omstreeks 12 mei 2011 en/of 13 mei 2011 te Hilversum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, stoffen en/of voorwerpen en/of gegevens, te weten een (gemanipuleerd) pinapparaat (oospronkelijk toebehorend aan restaurant Luno Kitchen), heeft vervaardigd en/of ontvangen en/of verschaft en/of verkocht en/of overgedragen en/of voorhanden gehad, waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat het bestemd was tot het plegen van het in artikel 232, eerste lid, omschreven misdrijf;
(Artikel 234 van het Wetboek van Strafrecht)
3. Voorvragen
De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4. Vrijspraak
Ten aanzien van het onder 1, primair, ten laste gelegde:
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden en daarom vrijspraak gevorderd. De verdediging heeft dit eveneens bepleit.
De rechtbank is van oordeel dat in het strafdossier geen enkel bewijsmiddel is te vinden dat duidt op het valselijk opmaken of vervalsen van betaalpassen of andere kaarten in de Levi Store te Hilversum, zodat verdachte zal worden vrijgesproken van het hem onder 1, primair, ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder 3 en 4, tweede deel ten laste gelegde:
De rechtbank acht niet bewezen wat onder 3 en 4 cumulatief, alternatief ten laste is gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Skimmen
De wetgever heeft met de invoering van artikel 232 e.v. van het Wetboek van Strafrecht alle vormen van fraude en vervalsing van betalingen langs geautomatiseerde weg strafbaar willen stellen. Skimmen behoort tot deze vormen van fraude en vervalsing en is (onder meer) strafbaar gesteld in artikel 232 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank verstaat onder skimmen: het door middel van technische aanpassingen manipuleren van betaalautomaten teneinde de gegevens van magneetstrippen van betaalpassen en de bijbehorende pincode van pinnende personen te kopiëren en vast te leggen, waarna deze gegevens met behulp van technische voorzieningen worden gekopieerd naar de magneetstrip van andere kaarten, welke kaarten vervolgens kunnen worden gebruikt om geldtransacties te verrichten ten laste van de rekeningen waarvan de gegevens illegaal zijn gekopieerd.
In de praktijk blijkt dat een mogelijke methode om te skimmen bestaat uit het tijdelijk wegnemen van een origineel pinapparaat uit een winkel of restaurant tegen sluitingstijd. De daders zorgen ervoor dat zij als laatste de zaak verlaten met het originele pinapparaat, dat zij tijdelijk vervangen voor een ander apparaat dat dan dienst doet als dummy. Hierdoor wordt verhuld dat het originele apparaat verwisseld is. In de nacht wordt het originele apparaat gemanipuleerd. De volgende ochtend wisselen de daders de dummy weer om met het gemanipuleerde (originele) pinapparaat.i
Artikel 234 van het Wetboek van Strafrecht
Sinds 16 juni 2004 is in artikel 234 van het Wetboek van Strafrecht bepaald:
"Hij die stoffen, voorwerpen of gegevens vervaardigt, ontvangt, zich verschaft, verkoopt, overdraagt of voorhanden heeft waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van enig in artikel 226, eerste lid, onder 2-5, artikel 231, eerste lid, en artikel 232, eerste lid, omschreven misdrijf, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste 4 jaar of geldboete van de vierde categorie."
Bij verdachte en de medeverdachte zijn tijdens hun aanhouding twee pinapparaten aangetroffen. De rechtbank begrijpt uit de aangifte van Equens dat op beide pinapparaten een serienummer stond weergegeven. Middels dit serienummer was volgens Equens het ene pinapparaat, met serienummer 210-601-329, te herleiden naar het restaurant Luno's Kitchen te Hilversum. Het andere pinapparaat, met serienummer 210-538-811, was te herleiden naar drogisterij De Tuinen te Hilversum.
Uit het proces-verbaal van sporenonderzoek blijkt dat de onderzoeker uit handen van de wachtcommandant twee apparaten heeft ontvangen. Een daarvan kon onderzocht worden. Het andere apparaat, werd in beslag genomen en aangeduid met de code AADC1070NL. Volgens de foto's bij dit proces-verbaal gaat de onderzoeker er kennelijk van uit dat dit laatste apparaat afkomstig is van restaurant Luno Kitchen en dat het apparaat van de Tuinen niet onderzocht kon worden. Niet vast te stellen is daarom of de in het sporenonderzoek genoemde apparaten dezelfde apparaten zijn die genoemd worden in de aangifte van Equens.
Dat verdachte heeft verklaard dat de apparaten zouden worden teruggeplaatst in de winkels is onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen.
Om die reden dient vrijspraak te volgen voor het cumulatief/alternatief ten laste gelegde bij feiten 3 en 4.
5. Waardering van het bewijs
5.1 Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1, subsidiair, het onder 2, en het onder 3 en 4, eerste deel ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Verdachte heeft, samen met de medeverdachte, de pinapparaten weggenomen, met de bedoeling om deze terug te plaatsen en te skimmen. Zij heeft daarbij gewezen op de vaststelling dat er gemanipuleerd is en het feit dat een aantal pinapparaten zijn aangetroffen onder verdachte, dan wel in een andere winkel.
5.2 Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van het onder 1, subsidiair, en het onder 2, tweede deel, ten laste gelegde heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van het onder 2 tot en met 4 ten laste gelegde diefstallen heeft de verdediging vrijspraak bepleit. De raadsvrouw heeft erop gewezen dat verdachte niet het oogmerk heeft gehad om zich de pinapparaten wederrechtelijk toe te eigenen. De kwalificatie 'diefstal', zoals onder 2 tot en met 4 ten laste gelegd, is daarom juridisch gezien niet mogelijk, aldus de raadsvrouw.
5.3 Het oordeel van de rechtbank
5.3.1 Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.ii
Ten aanzien van het onder 1, subsidiair, ten laste gelegde:
Op 10 mei 2011 lopen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] (hierna: de medeverdachte), net voor sluitingstijd, samen de kledingwinkel Levi Store binnen, welke is gelegen aan de Kerkstraat te Hilversum.iii Medewerker [getuige 1] bevindt zich op dat moment alleen in de winkel, aangezien de stagiair met pauze is.iv
Verdachte leidt de medewerker af met vragen.v Hij vraagt aan de medewerker of hij "baggy" broeken kan passen. De medeverdachte zegt tegen verdachte dat hij zijn portemonnee kwijt is en dat hij bij de kassa op verdachte zal wachten. De medeverdachte zet zijn tas op het pinapparaat en rommelt in zijn tas. De medewerker blijft bij verdachte en helpt hem met het uitzoeken van een broek.vi
Terwijl verdachte de medewerker afleidt, opent de medeverdachte een ritssluiting aan de onderzijde van de tas. De tas ligt over het pinapparaat heen. In de tas zit een ander pinapparaat. De medeverdachte verwisselt de pinapparaten.vii Hierna zegt verdachte dat hij en de medeverdachte geen geld bij zich hebben en dat zij de volgende morgen zullen terugkomen naar de winkel. Zij verlaten samen de Levi Store met het originele pinapparaat.viii De medeverdachte brengt dit apparaat naar een derde persoon. Enige tijd later krijgt hij het pinapparaat terug.ix Op 11 mei 2011 lopen verdachte en de medeverdachte, vlak na opening van de winkel, weer de Levi Store binnen. Verdachte leidt medewerker [getuige 1] af en past kleding. De medeverdachte staat bij de kassa en legt zijn tas op het pinapparaat.x De medeverdachte plaatst het originele pinapparaat van de Levi Store terug en neemt de dummy mee.xi Het originele Levi Store pinapparaat is gemanipuleerd.xii
Verdachte weet dat medeverdachte pinapparaten naar een persoon wegbrengt. Ook praten verdachte en de medeverdachte enkele dagen na aankomst in Nederland over zaken die te maken hebben met skimmen. Medeverdachte vraagt verdachte hem te helpen. Verdachte stemt vrijwillig in.xiii
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde:
Op 11 mei 2011 arriveren verdachte en medeverdachte in een Fiat Punto bij het Esso tankstation te Ankeveen, gemeente Wijdemeren. Verdachte en medeverdachte stappen uit de auto en lopen naar binnen.xiv
Medewerker [getuige 2] (hierna: de medewerker) bevindt zich op dat moment achter de balie bij de kassa. Bij de kassa staat een pinapparaat in gebruik bij Esso. Verdachte leidt de medewerker af door hem vragen te stellen.xv Eerst vraagt verdachte of de medewerker hem wil helpen met tanken. Hierdoor is de medewerker genoodzaakt achter de balie vandaan te komen. Wanneer de medewerker weer achter de balie staat, stelt verdachte hem vragen over het gebruik van paracetamol. De paracetamol ligt in een schap, links naast de kassa. Hierdoor moet de medewerker zich draaien en staat hij met de rug naar de kassa toe.xvi
Terwijl verdachte de medewerker afleidt, loopt de medeverdachte met een tas naar de kassa en opent hij een ritssluiting aan de onderzijde van de tas. Vervolgens zet de medeverdachte de tas op de balie, over het pinapparaat heen. De medeverdachte neemt het originele Esso apparaat mee en zet tijdelijk een ander pinapparaat in de plaats.xvii Verdachte en medeverdachte rekenen af en vertrekken met het originele pinapparaat.xviii De medeverdachte brengt het originele apparaat naar een derde persoon om te laten manipuleren.xix Verdachte is ervan op de hoogte dat de medeverdachte pinapparaten naar een derde persoon wegbrengt. Ook spreken verdachte en de medeverdachte over zaken die te maken hebben met skimmen.xx De volgende morgen blijkt het pinapparaat stuk te zijn en niet bruikbaar voor skimmen. Verdachte en de medeverdachte gebruiken het pinapparaat vervolgens als tijdelijke dummy bij drogisterij De Tuinen.xxi
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde:
Op 12 mei 2011 lopen verdachte en medeverdachte samen drogisterij de Tuinen, gelegen aan de Kerkstraat te Hilversum, binnen.xxii Bij de kassa in de winkel staat een pinapparaat, toebehorende aan een ander dan aan verdachte of de medeverdachte.xxiii
Verdachte leidt het personeel af met vragen.xxiv Hij loopt naar de sportvoeding en trekt de aandacht van medewerkster [getuige 3].xxv [getuige 3] loopt samen met verdachte naar de achterzijde van de winkel, waar de sportproducten zich bevinden, en beantwoordt zijn vragen over proteïne poeder.xxvi
Terwijl verdachte de medewerkster afleidt, loopt de medeverdachte met een tas naar de kassa en opent hij een ritssluiting aan de onderzijde van de tas. Vervolgens zet de medeverdachte de tas op de balie, over het pinapparaat heen. In diezelfde tas heeft de medeverdachte een ander pinapparaat zitten. De medeverdachte verwisselt de pinapparaten.xxvii Verdachte en medeverdachte verlaten vervolgens samen de winkel en nemen het originele pinapparaat van De Tuinen mee.xxviii
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde:
Op 12 mei 2011 zitten verdachte en medeverdachte samen aan een tafel in restaurant Luno's Kitchen, gelegen aan de Kerkstraat te Hilversum.xxix In het restaurant staat een pinapparaat met een sticker aan de onderzijde, toebehorende aan een ander dan aan verdachte of de medeverdachte.xxx Verdachte en de medeverdachte geven meerdere bestellingen op. Tegen sluitingstijd staan zij op en zeggen zij te willen afrekenen. De medeverdachte loopt naar het pinapparaat met een tas.xxxi Verdachte leidt horecamedewerkster [getuige 4] af met vragen. Hij stelt haar vragen over de gebruikelijke fooi in Nederland. Hierdoor ziet zij niet meer wat de medeverdachte doet.xxxii
Terwijl verdachte de horecamedewerkster afleidt, opent de medeverdachte een ritssluiting aan de onderzijde van de tas. Vervolgens zet de medeverdachte de tas op de balie, over het pinapparaat heen. In diezelfde tas heeft de medeverdachte een ander pinapparaat zitten. Dit pinapparaat heeft geen sticker op de onderzijde.xxxiii De medeverdachte verwisselt de pinapparaten.xxxiv Verdachte en medeverdachte verlaten vervolgens het restaurant en nemen het originele pinapparaat van restaurant Luno's Kitchen mee. Aangever Equens verklaart dat een van de bij verdachte en medeverdachte aangetroffen pinapparaten afkomstig is van Luno's Kitchen.
xxxv
5.3.2 Bewijsoverwegingen
Ten aanzien van het onder 2, 3 en 4 bewezenverklaarde:
Oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte, samen met de medeverdachte, niet het oogmerk had om zich de pinapparaten - welke zich bevonden in het Esso tankstation te Ankeveen, drogisterij De Tuinen te Hilversum en restaurant Luno's Kitchen te Hilversum - wederrechtelijk toe te eigenen omdat zij de apparaten weer terug wilden plaatsen. Dit leidt ertoe dat juridisch gezien geen sprake kan zijn van (gekwalificeerde) diefstal. De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt hiertoe als volgt.
Uit jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat het zich toe-eigenen van een goed niet noodzakelijk veronderstelt dat die persoon dat goed ook bewaart of in zijn bezit houdt. Ook het zich tijdelijk verschaffen van de heerschappij over een goed van een ander, kan onder omstandigheden het oogmerk van toe-eigening opleveren.xxxvi De rechtbank is van oordeel dat hier sprake is van dergelijke omstandigheden. Immers, verdachte en zijn medeverdachte hebben de pinapparaten uit vorengenoemd tankstation, kledingwinkel en restaurant meegenomen. Gedurende enige tijd hebben zij beschikt als heer en meester over deze pinapparaten.
Dat verdachte en de medeverdachte, zoals de raadsvrouw heeft betoogd, de intentie hadden om de pinapparaten de volgende dag terug te brengen, doet daar niet aan af. Immers kan ook de intentie om een goed tijdelijk te gebruiken wel het bewuste oogmerk opleveren.xxxvii
De rechtbank merkt daarbij, wellicht ten overvloede, nog op dat het originele pinapparaat van het Esso tankstation te Ankeveen, is teruggevonden in drogisterij De Tuinen in Hilversum.
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal in vereniging van drie pinapparaten. Daarbij acht de rechtbank de hiervoor weergegeven rolverdeling tussen verdachten en de handelingen van verdachte en zijn medeverdachte, in samenhang bezien van dien aard, dat sprake is van bewuste en nauwe samenwerking.
Bestemming van een voorwerp
Ten aanzien van het onder 2, tweede deel ten laste gelegde overweegt de rechtbank als volgt. Verdachte heeft, samen met de medeverdachte, op 11 mei 2011 een pinapparaat bij het Esso tankstation gestolen. Dit originele pinapparaat is op 12 mei 2011 aangetroffen in drogisterij De Tuinen. Verdachte en de medeverdachte hadden dit apparaat geplaatst als tijdelijke dummy, ten einde het originele pinapparaat van drogisterij de Tuinen te kunnen stelen.xxxviii De medeverdachte heeft bij de politie verklaard dat hij, samen met verdachte, het pinapparaat van de Esso heeft verwisseld met een dummy en het originele pinapparaat vervolgens bij een derde persoon heeft afgeleverd. Volgens de medeverdachte bleek het originele pinapparaat de volgende dag echter stuk te zijn en is het pinapparaat daarom vervolgens als dummy gebruikt in drogisterij De Tuinen. Vastgesteld is dat deze dummy niet is gemanipuleerd.xxxix
De rechtbank is van oordeel dat het voorhanden hebben van een niet-gemanipuleerd pinapparaat - bedoeld om tijdelijk te plaatsen in een winkel of restaurant, zodat het originele pinapparaat op een andere locatie kan worden gemanipuleerd - in dit geval te kwalificeren valt als een voorwerp, bestemd tot het plegen van skimmen, in de zin van artikel 234 van het Wetboek van Strafrecht. Immers diende het plaatsen van dit apparaat om de manipulatie van het originele pinapparaat te verhullen. Het plaatsen van het tijdelijke apparaat was een onmisbare schakel ter uitvoering van het in artikel 232 van het Wetboek van Strafrecht genoemde delict en het apparaat was daarmee bestemd tot het plegen van dit delict zoals bedoeld in artikel 234 van het Wetboek van Strafrecht.
Gelet op het vorenstaande, en in onderlinge samenhang bezien, acht de rechtbank bewezen dat verdachte in een bewuste en nauwe samenwerking met zijn medeverdachte, het pinapparaat van Esso tankstation voorhanden had, waarvan hij wist dat dit voorwerp bestemd was tot skimmen.
6. Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in rubriek 5.3.1 vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
Ten aanzien van het onder 1, subsidiair ten laste gelegde:
op 10 mei 2011 en 11 mei 2011 te Hilversum, tezamen en in vereniging met een ander, voorwerpen, te weten een pinapparaat toebehorende aan de Levi Store, voorhanden heeft gehad, waarvan hij en zijn mededader wist dat het bestemd was tot het plegen van het in artikel 232, eerste lid, omschreven misdrijf;
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde:
op 11 mei 2011 te Ankeveen, gemeente Wijdemeren, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een tankstation heeft weggenomen een pinapparaat, toebehorende aan Esso, in elk geval aan een ander, en
op 11 mei 2011 en 12 mei 2011 te Ankeveen, gemeente Wijdemeren, en te Hilversum, tezamen en in vereniging met een ander, een pinapparaat oorspronkelijk toebehorende aan het Esso tankstation, voorhanden heeft gehad, waarvan hij en zijn mededader wist dat het bestemd was tot het plegen van het in artikel 232, eerste lid, omschreven misdrijf;
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde:
op 12 mei 2011 te Hilversum, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit drogisterij de Tuinen, gelegen aan de Kerkstraat, heeft weggenomen een pinapparaat, toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander;
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde:
op 12 mei 2011 te Hilversum, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een restaurant, gelegen aan de Kerkstraat, heeft weggenomen een pinapparaat, toebehorende aan Luno's Kitchen, in elk geval aan een ander.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
7. De strafbaarheid van de feiten
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
8. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
9. Motivering van de straf
9.1 De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar onder 1, subsidiair, en onder 2 tot en met 4 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 (twee) jaren, met aftrek van voorarrest.
De officier van justitie heeft gewezen op de ernst van de feiten, en de ontregeling van het betalingsverkeer en de schade die daaruit kunnen voortkomen. Hoewel het uiteindelijke skimmen niet gelukt is, acht zij deze straf passend voor verdachte.
Ten aanzien van het beslag heeft de officier van justitie gevorderd om de nummers 1 tot en met 6, 8 en 11 tot en met 13 van de beslaglijst terug te geven aan verdachte. Ten aanzien van de in beslag genomen pinapparaten, te weten de resterende nummers van de beslaglijst, heeft de officier van justitie gevorderd dat de originele pinapparaten worden teruggegeven aan de rechthebbenden en de zogenoemde dummy's worden onttrokken aan het verkeer.
9.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat de eis van de officier van justitie niet in verhouding staat met de strafbare feiten. Zij heeft daarbij gewezen op jurisprudentie, als ook op de persoonlijke omstandigheden van verdachte. De raadsvrouw heeft daarom verzocht om bij eventuele strafoplegging verdachte te veroordelen tot een onvoorwaardelijk strafdeel gelijk aan het voorarrest.
9.3. Het oordeel van de rechtbank
Strafoplegging
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken. Daarbij heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich tweemaal schuldig gemaakt aan het medeplegen van het voorhanden hebben van een gemanipuleerd pinapparaat. Verdachte wist dat deze voorwerpen bestemd waren tot het plegen van een misdrijf zoals omschreven in artikel 232 van het Wetboek van Strafrecht. Hierdoor heeft verdachte rechtstreeks bijgedragen aan de illegale praktijken met betrekking tot het skimmen. Skimmen is een ernstig en hoogst hinderlijk misdrijf dat in het algemeen in georganiseerd verband plaatsvindt en waarmee veel geld wordt verdiend. In de huidige maatschappij moet een ieder er op kunnen vertrouwen dat het veilig is om in een winkel of restaurant af te rekenen met een creditcard of pinpas. Dit vertrouwen wordt ernstig beschaamd als blijkt dat bij een in het gewone maatschappelijke verkeer veelvuldig voorkomende handeling de gegevens van een creditcard of pinpas en de pincode door derden onrechtmatig worden verkregen en dat daarna de bijbehorende rekeningen worden geplunderd. Naast deze financiële schade ontstaat er ook veel hinder en overlast bij het herstellen van de schade en het verkrijgen van een nieuwe creditcard of pinpas en pincode.
Voorts heeft verdachte zich, in korte tijd, meermalen schuldig gemaakt aan diefstal in vereniging van drie pinapparaten. Hoewel de rechtbank niet bewezen acht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 3 en 4 cumulatief, alternatief ten laste gelegde, is de rechtbank van oordeel dat verdachte, ook met deze diefstallen, op indirecte wijze heeft bijgedragen aan de illegale praktijken met betrekking tot het skimmen. De verklaring van medeverdachte [medeverdachte], zoals afgelegd bij de politie op 15 mei 2011, over de achtergrond van hun komst naar Nederland en de gehanteerde werkwijze, in samenhang met de ter terechtzitting afgelegde verklaring van verdachte dat hij met [medeverdachte] heeft gesproken over "zaken die te maken hebben met skimmen", ondersteunen die gedachte ook.
Ten aanzien van modus operandi van de diefstallen merkt de rechtbank nog op dat verdachte een belangrijke rol had in de samenwerking met zijn medeverdachte. Verdachte leidde het personeel immers steeds op listige wijze af - ten einde hun alertheid af te zwakken en hun blik op het pinapparaat af te wenden -, zodat zijn medeverdachte de pinapparaten kon wegnemen. Dit rekent de rechtbank verdachte aan.
Ten slotte rekent de rechtbank verdachte aan dat hij heeft bijgedragen aan de instandhouding van grensoverschrijdende criminaliteit, nu hij als niet-ingezetene hier te lande meerdere pinapparaten heeft gestolen en skimapparaten voorhanden heeft gehad.
De rechtbank laat in het voordeel van verdachte meewegen dat hij volgens het Uittreksel Justitiële Documentatie van 4 augustus 2011 niet eerder veroordeeld is in Nederland voor een misdrijf of overtreding. Tevens houdt de rechtbank rekening met de leeftijd van verdachte.
Voorts laat de rechtbank in het voordeel van verdachte meewegen dat het niet zover is gekomen dat daadwerkelijk geskimd is met de pinapparaten van de Levi's Store en het Esso tankstation. De daadwerkelijke gevolgen van het handelen van verdachte zijn daarom uitgebleven, en de schade is beperkt.
Alles overwegende, als ook in aanmerking nemende dat de rechtbank minder bewezen heeft verklaard dan ten laste is gelegd, ziet de rechtbank aanleiding om in matigende zin af te wijken van de eis van de officier van justitie. De rechtbank acht de na te noemen straf daarom passend en geboden.
Beslag
De hierna genoemde nummers betreffen de genummerde in beslag genomen voorwerpen, zoals weergegeven op de beslaglijst.
Nu de rechtbank niet kan opmaken uit de beslaglijst welke pinapparaten de originele pinapparaten betreffen en welke de dummy's, en evenmin duidelijk is welke pinapparaten aan welke rechthebbende zouden toebehoren, zal de rechtbank bepalen dat de in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen onder de nummers 7, 9, 10 en 14 bewaard dienen te worden ten behoeve van de rechthebbende(n).
De in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen met de nummers 1 tot en met 6, 8 en 11 tot en met 13 dienen aan verdachte te worden teruggegeven.
10. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 57, 234 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
11. Beslissing
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 1, subsidiair, en onder 2 cumulatief, alternatief ten laste gelegde:
Medeplegen van het voorhanden hebben van voorwerpen, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van enig in artikel 232, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van het onder 2, 3 en 4 ten laste gelegde:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 8 (acht) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 4 (vier) maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
- 1.00 STK Niet te definiëren goed Kl: grs VERIFONE Sc5000 4017710
- 1.00 STK Niet te definiëren goed BETAALAUTOMAAT 210601329
- 1.00 STK Niet te definiëren goed BETAALAUTOMAAT 210538811
- 1.00 STK Niet te definiëren goed VERIFONE betaalautomaat
(De nummers 7, 9, 10 en 14 van de beslaglijst)
Gelast de teruggave aan Tissor Kumaran Aruldas van:
- Geld Euro. 1x 100 euro 8x50 euro 2x20 euro 1x5 euro
- 1.00 STK Zaktelefoon Kl: zw BLACKBERRY
- 1.00 STK Pas TRUST 1305624398668
- 10.00 STK Bon DIVERSEN
- 1.00 STK Zaktelefoon Kl: rd INQ
- 2.00 STK Kaart VLIEG EN TREIN
- 1.00 STK Tas Kl: zw LYNX
- 1.00 STK Computer Kl: grs HP Ipaq 110
- 2.00 STK Plattegrond
- 1.00 STK Cd-Rom
(De nummers 1 tot en met 6, 8, 11, 12 en 13 van de beslaglijst)
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.A.M. van Oosten, voorzitter,
mrs. J. Knol en N.J. Koene, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.F.J. Bernt, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 september 2011.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
i Voor een uitvoerige beschrijving van deze methode verwijst de rechtbank naar het proces-verbaal van bevindingen van 13 mei 2011.
ii Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
iii Proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2011023046-30 van 15 mei 2011, inhoudende de verklaring van [getuige 1], doorgenummerde 85 en 86; Proces-verbaal van verhoor verdachte van 15 mei 2011, inhoudende de verklaring van [medeverdachte], doorgenummerde pag. 74.
iv Proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2011023046-30 van 15 mei 2011, inhoudende de verklaring van [getuige 1], doorgenummerde pag. 85.
v Proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2011023046-27 van 15 mei 2011, inhoudende de verklaring van [medeverdachte], doorgenummerde pag. 74.
vi Proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2011023046-30 van 15 mei 2011, inhoudende de verklaring van [getuige 1], doorgenummerde pag. 85.
vii Proces-verbaal van verhoor verdachte van 15 mei 2011, inhoudende de verklaring van [medeverdachte], doorgenummerde pag. 73.
viii Proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2011023046-41 van 19 mei 2011, inhoudende een verklaring van [getuige 5], doorgenummerde pag. 9; Proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2011023046-27 van 15 mei 2011, inhoudende de verklaring van [medeverdachte], doorgenummerde pag. 74.
ix Proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2011023046-27 van 15 mei 2011, inhoudende de verklaring van [medeverdachte], doorgenummerde pag. 74; Verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 26 augustus 2011.
x Proces-verbaal van verhoor aangever met nummer 2011023046-30 van 15 mei 2011, inhoudende de verklaring van [getuige 1], doorgenummerde pag. 86.
xi Proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2011023046-27 van 15 mei 2011, inhoudende de verklaring van [medeverdachte], doorgenummerde pag. 74.
xii Proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2011023046-27 van 15 mei 2011, inhoudende de verklaring van [medeverdachte], doorgenummerde pag. 74; Proces-verbaal van bevindingen met nummer 2011023046-26 van 14 mei 2011, inhoudende de verklaring van verbalisant [verbalisant 1], doorgenummerde pag. 114.
xiii De verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 26 augustus 2011.
xiv Proces-verbaal van bevindingen met nummer 2011023046-48 van 22 juni 2011, inhoudende een verklaring van verbalisant [verbalisant 2] en kopieën van stills van camerabeelden, doorgenummerde pag. 34-40; Proces-verbaal van verhoor verdachte van 15 mei 2011, inhoudende de verklaring van [medeverdachte], doorgenummerde pag. 75; Proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2011023046-49 van 23 juni 2011, inhoudende de verklaring van [getuige 2], doorgenummerde pag. 18 en 19.
xv Proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2011023046-27 van 15 mei 2011, inhoudende de verklaring van [medeverdachte], doorgenummerde pag. 74.
xvi Proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2011023046-49 van 23 juni 2011, inhoudende de verklaring van [getuige 2], doorgenummerde pag. 19 en 20.
xvii Proces-verbaal van verhoor verdachte van 15 mei 2011, inhoudende de verklaring van [medeverdachte], doorgenummerde pag. 73 en 75.
xviii Proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2011023046-49 van 23 juni 2011, inhoudende de verklaring van [getuige 2], doorgenummerde pag. 20; Proces-verbaal van aangifte met nummer 2011027143-1 van 6 juni 2011, inhoudende de verklaring van [getuige 6], doorgenummerde pag. 15.
xix Proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2011023046-27 van 15 mei 2011, inhoudende de verklaring van [medeverdachte], doorgenummerde pag. 75.
xx De verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 26 augustus 2011.
xxi Proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2011023046-27 van 15 mei 2011, inhoudende de verklaring van [medeverdachte], doorgenummerde pag. 74; Proces-verbaal Sporenonderzoek met nummer 2011023046-8 van 13 mei 2011, inhoudende de verklaring van verbalisant [verbalisant 3], doorgenummerde pag. 47.
xxii Proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2011023046-40 van 19 mei 2011, inhoudende de verklaring van [getuige 7], doorgenummerde pag. 11 en 12; Proces-verbaal van verhoor verdachte van 15 mei 2011, inhoudende de verklaring van [medeverdachte], doorgenummerde pag. 73.
xxiii Proces-verbaal van aangifte met nummer 2011023230-1 van 14 mei 2011, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1], doorgenummerde pag. 93.
xxiv Proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2011023046-27 van 15 mei 2011, inhoudende de verklaring van [medeverdachte], doorgenummerde pag. 74.
xxv Proces-verbaal van aangifte met nummer 2011023230-1 van 14 mei 2011, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1], doorgenummerde pag. 94.
xxvi Proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2011023046-42 van 20 mei 2011, inhoudende de verklaring van [getuige 3], doorgenummerde pag. 6.
xxvii Proces-verbaal van verhoor verdachte van 15 mei 2011, inhoudende de verklaring van [medeverdachte], doorgenummerde pag. 73.
xxviii Proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2011023046-42 van 20 mei 2011, inhoudende de verklaring van [getuige 3], doorgenummerde pag. 6; Proces-verbaal Sporenonderzoek met nummer 2011023046-8 van 13 mei 2011, inhoudende de verklaring van verbalisant [verbalisant 3], doorgenummerde pag. 47; Een geschrift, te weten een kopie van aangifte met nummer H2011050117 van 13 mei 2011, inhoudende de verklaring van [getuige 8], doorgenummerde pag. 90 en 91.
xxix Proces-verbaal van verhoor verdachte van 15 mei 2011, inhoudende de verklaring van [medeverdachte], doorgenummerde pag. 72; Proces-verbaal van aangifte met nummer 2011023046-1 van 13 mei 2011, inhoudende de verklaring van [getuige 9], doorgenummerde pag. 77 en 78.
xxx Proces-verbaal van aangifte met nummer 2011023046-1 van 13 mei 2011, inhoudende de verklaring van [getuige 9], doorgenummerde pag. 77.
xxxi Proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2011023046-19 van 14 mei 2011, inhoudende de verklaring van [getuige 4], doorgenummerde pag. 108 en 109.
xxxii Proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2011023046-27 van 15 mei 2011, inhoudende de verklaring van [medeverdachte], doorgenummerde pag. 74; Proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2011023046-19 van 14 mei 2011, inhoudende de verklaring van [getuige 4], doorgenummerde pag. 109.
xxxiii Een geschrift, te weten een kopie van aangifte met nummer H2011050117 van 13 mei 2011, inhoudende de verklaring van [getuige 8], doorgenummerde pag. 90; Proces-verbaal van aangifte met nummer 2011023046-1 van 13 mei 2011, inhoudende de verklaring van [getuige 9], doorgenummerde pag. 78.
xxxiv Proces-verbaal van verhoor verdachte van 15 mei 2011, inhoudende de verklaring van [medeverdachte], doorgenummerde pag. 73.
xxxv Proces-verbaal van aangifte met nummer 2011023046-1 van 13 mei 2011, inhoudende de verklaring van [getuige 9], doorgenummerde pag. 78; Een geschrift, te weten een kopie van aangifte met nummer H2011050117 van 13 mei 2011, inhoudende de verklaring van [getuige 8], doorgenummerde pag. 90.
xxxvi Hoge Raad 3 november 1964, NJ 1965, 120.
xxxvii Hoge Raad 10 december 1957, NJ 1958, 49.
xxxviii De rechtbank verwijst daarvoor naar het proces-verbaal van aangifte van 13 mei 2011 van Equens en het proces-verbaal sporenonderzoek van 13 mei 2011, alsmede naar hetgeen bewezen is verklaard, zoals weergegeven in rubriek 5.3.1.
xxxix De rechtbank verwijst daarvoor naar het Proces-verbaal Sporenonderzoek van 13 mei 2011.