ECLI:NL:RBAMS:2011:BR3438
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.P.E. Has
- A.M.C. de Wit
- M.E.A. Nijssen
- Rechtspraak.nl
Wijziging van de voornaam van een minderjarige met genderidentiteitsstoornis
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 13 juli 2011 een beschikking gegeven over de wijziging van de voornaam van een minderjarige, geboren met het vrouwelijke geslacht, die lijdt aan een genderidentiteitsstoornis. De minderjarige, die op dat moment 15 jaar oud was, heeft het gevoel in het verkeerde lichaam te zijn geboren en heeft sinds februari 2008 een geslachtsaanpassende behandeling ondergaan. De rechtbank heeft eerder op 6 april 2011 besloten de zaak te verwijzen naar de meervoudige kamer en de behandeling voort te zetten op 1 juli 2011. Tijdens de zitting op 1 juli 2011 is de zaak verder behandeld met gesloten deuren.
De rechtbank heeft overwogen dat voor toewijzing van een verzoek tot voornaamswijziging een zwaarwichtig belang van de betrokken persoon moet prevaleren boven het algemeen belang van het behoud van de namen in de registers van de burgerlijke stand. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige al vanaf jonge leeftijd het gevoel heeft in het verkeerde lichaam te zijn geboren en dat de wens om verder te gaan met de (hormoon)behandeling is toegenomen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de sociaal-psychologische en emotionele ontwikkeling van de minderjarige, zoals beschreven door de betrokken psycholoog.
De rechtbank is van oordeel dat het essentieel is dat de naam die de minderjarige in het dagelijks leven gebruikt, overeenkomt met de naam op officiële documenten. De minderjarige heeft aangegeven dat het vervelend is om telkens uitleg te moeten geven over zijn naam bij het legitimeren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het belang van de minderjarige in dit geval prevaleert boven het algemene belang en dat de nieuwe voornaam niet ongepast is. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot voornaamswijziging toegewezen.