Namens de ouders is door de raadsvrouw ter zitting verweer gevoerd tegen toewijzing van het verzoek van het BJAA. De raadsvrouw heeft hoofdzakelijk conform haar pleitnotities en verweerschrift gepleit. De raadsvrouw heeft het belang onderstreept van het bij haar verweerschrift gevoegde filmmateriaal. Eén van de dvd’s bevat de documentaire “ongehoord lijden” waarin de aspecten van de ziekte van [minderjarige] aan het licht komen. De complexiteit van de ziekte van chronische Lyme/borreliose/neuroborreliose met co-infecties en de behandeling daarvan is naar het oordeel van de raadsvrouw voldoende aangetoond.
In reactie op het voornemen van het BJAA om het door dr. [arts 1] op schrift gestelde behandelplan voor [minderjarige] voor te leggen aan dr. [arts 2] brengt de raadsvrouw naar voren dat dit al lang had kunnen gebeuren. Dr. [arts 1] heeft zelfs een keer aangeboden om naar Nederland te komen om over [minderjarige]’s behandeling te spreken. Voorts is de raadsvrouw van oordeel dat het schokkend is dat door het BJAA middels mevrouw [psychologe] nog steeds wordt geschermd met het vermoeden dat de ouders lijden aan het Syndroom van Münchausen by Proxy. Dit blijkt in de stukken nergens uit.
De raadsvrouw is van oordeel dat het BJAA het afgelopen jaar niet als intermediair heeft gefungeerd, zoals door de kinderrechter was opgedragen, maar puur en alleen uit overtuiging hebben gehandeld dat [minderjarige] aan conversie lijdt.
Van belang is dat [minderjarige] nu wordt behandeld en dat hij vertrouwen heeft in dr. [arts 1]. Er bestaat goede hoop dat er een combinatie van medicijnen wordt gevonden waardoor hij zich beter zal gaan voelen.
De raadsvrouw stelt dat de samenwerking tussen het BJAA en de ouders moeizaam verloopt. Dit heeft als oorzaak dat her twee jeugdbeschermers zijn aangesteld en door de volhardende houding van het BJAA in hun geloof dat enerzijds ouders lijden aan een psychische aandoening en anderzijds [minderjarige] lijdt aan conversie of een andere psychiatrische aandoening. Daarbij gaat het BJAA voorbij aan de door niet één maar door diverse artsen vastgestelde chronische ziekte van Lyme met co-infecties en de door een onafhankelijke psychiater onderbouwde conclusie dat [minderjarige] niet lijdt aan een conversiestoornis of andere psychische aandoening. Het BJAA heeft de ouders het afgelopen jaar op geen enkele wijze ondersteund bij het zoeken naar een arts in Nederland die [minderjarige] kan en wil behandelen voor de ziekte van Lyme. Helaas is door dr. [arts 3] uitsluitend gekeken naar de eerdere conclusies van Nederlandse ziekenhuizen zonder zelf onderzoek te doen naar de ziekte van Lyme. Hij schrijft revalidatie voor [minderjarige] voor hetgeen zonder adequate diagnose, onbegrijpelijk is.
Voor de raadsvrouw is aangetoond en staat vast dat [minderjarige] de chronische ziekte van Lyme heeft en niet aan een conversiestoornis lijdt.
De door de kinderrechter bij de stukken ingebrachte uitspraak van het Hof van 6 juli 2010 over vervangende toestemming van de kinderrechter voor een medische behandeling is in deze, naar het oordeel van de raadsvrouw niet aan de orde. Noch de ouders noch [minderjarige] weigeren immers behandeling. [minderjarige] heeft juist de keuze voor behandeling gemaakt. Revalidatie is niet hetzelfde als behandeling en is zelfs geen medische behandeling. Het is het BJAA die behandeling weigert. De raadsvrouw brengt naar voren dat de uitspraak van het Gerechtshof het standpunt van de ouders en [minderjarige] versterkt dat de verzochte ondertoezichtstelling moet worden afgewezen. De inmenging van het BJAA leidt immers nergens toe en zal nergens toe leiden behalve tot het verergeren van de situatie.
Concluderend heeft de raadsvrouw gesteld dat de ondertoezichtstelling het afgelopen jaar niet heeft bijgedragen aan het komen tot een passende behandeling ter afwending van het gevaar voor [minderjarige]. Verdere inmenging van het BJAA is niet noodzakelijk noch gewenst. Er is een oplossing gevonden voor de problemen die de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van [minderjarige] bedreigen, namelijk behandeling van de ziekte waar hij aan lijdt.