ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ7172
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Overlevering aan België toegestaan met voorrang boven Deens EAB
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 1 april 2011 uitspraak gedaan over de vordering tot overlevering van een opgeëiste persoon aan België. De vordering was ingediend door de officier van justitie en betreft een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat op 2 februari 2011 door de onderzoeksrechter in Hasselt, België, was uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in Oekraïne en thans gedetineerd in het Huis van Bewaring te Haarlem, wordt verdacht van diefstal door twee of meer verenigde personen, een feit dat zowel naar Belgisch als naar Nederlands recht strafbaar is. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) is voldaan, waaronder de vereiste van dubbele strafbaarheid, aangezien het feit in beide landen met een vrijheidsstraf van ten minste twaalf maanden kan worden bestraft.
Tijdens de zitting op 18 maart 2011 zijn de officier van justitie, de opgeëiste persoon en zijn raadsvrouw gehoord. De opgeëiste persoon heeft verklaard dat zijn personalia correct zijn en dat hij de Oekraïense nationaliteit heeft. De rechtbank heeft ook kennisgenomen van een aanhoudingsbevel uit Denemarken, dat op 4 februari 2011 was uitgevaardigd. De officier van justitie heeft betoogd dat de overlevering aan België voorrang dient te krijgen, omdat de Belgische autoriteiten eerder een verzoek hebben ingediend en de Deense autoriteiten hebben aangegeven akkoord te gaan met een onmiddellijke overlevering naar België. Zowel de opgeëiste persoon als zijn raadsvrouw hebben deze voorkeur ondersteund.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de officier van justitie in redelijkheid tot zijn keuze heeft kunnen komen en heeft het oordeel bevestigd dat het Belgische EAB voorrang dient te krijgen. De rechtbank heeft vervolgens besloten om de overlevering van de opgeëiste persoon aan de onderzoeksrechter in Hasselt toe te staan. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, van de OLW.