ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4392
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van een dakterras aan welstandscriteria in Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 april 2011 uitspraak gedaan in een geschil over de bouwvergunning voor een dakterras op een uitbouw aan de zijgevel van een appartementencomplex. Eiser, die in de nabijheid woont, heeft bezwaar gemaakt tegen de verleende vergunning, omdat hij meent dat het dakterras in strijd is met de redelijke eisen van welstand. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 8 februari 2011, waarbij zowel eiser als de vergunninghouder aanwezig waren, bijgestaan door hun gemachtigden.
De bezwaaradviescommissie had eerder geconcludeerd dat het welstandsadvies van 22 december 2008 niet kon worden gebruikt voor de beslissing op het bezwaar, omdat het niet het juiste toetsingskader hanteerde. De Welstandscommissie werd gevraagd om een nieuw advies, dat op 15 juli 2009 werd uitgebracht. Dit advies stelde dat de criteria voor dakterrassen niet van toepassing waren op de specifieke situatie van het dakterras in kwestie, omdat het zich bevond op een eenlaagse uitbouw aan de zijgevel en niet op een hoger gelegen dakvlak.
De rechtbank oordeelde dat eiser als belanghebbende kon worden aangemerkt, aangezien hij zicht had op het dakterras. Eiser voerde aan dat de welstandscriteria niet correct waren toegepast en dat het dakterras niet voldeed aan de eisen. De rechtbank oordeelde echter dat de welstandscommissie de situatie correct had beoordeeld en dat de criteria voor overige kleine bouwwerken niet van toepassing waren. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, en oordeelde dat er geen aanleiding was voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.