vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
zaaknummer / rolnummer: 462035 / HA ZA 10-1946
de vereniging
ROOSENDAALSE ONDERNEMERSFEDERATIE (R.O.F.),
gevestigd te Roosendaal,
eiseres,
advocaat mr. B.I. van Dijk-van Vugt te Breda,
de vennootschap naar Belgisch recht
TWICE ENTERTAINMENT B.V.B.A.,
gevestigd te Roeselare, België,
gedaagde,
advocaat mr. R.M.H.G. Ritzen te Breda.
Partijen zullen hierna ROF en Twice Entertainment genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met proces-verbaal van betekening van 25 mei 2010 met producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- het tussenvonnis van 8 september 2010 waarin een comparitie van partijen is bepaald,
- het proces-verbaal van comparitie van 18 januari 2011 met de daarin genoemde processtukken.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Op 11 november 2009 is tussen ROF, Twice Entertainment en SBS Broadcasting B.V. een sponsorovereenkomst getekend. In de overeenkomst wordt bepaald dat SBS Broadcasting B.V. opdracht geeft aan Twice Entertainment om “de SBS6 Kerstparade” te organiseren en dat ROF zal optreden als sponsor van deze Kerstparade. Twice Entertainment wordt in deze overeenkomst aangeduid als Promotheus.
2.2. Artikel 1.1 van de sponsorovereenkomst bepaalt:
“De Sponsor doet aan Promotheus een financiële bijdrage aan de totstandkoming van de Kerstparade van EUR 80.000 (…) exclusief BTW. (…)”
2.3. In Bijlage 1 van de sponsorovereenkomst is onder “Algemeen” het volgende bepaald:
“1. (…)
2. Bij gevallen van overmacht, slechte weersomstandigheden en in gevallen waar de veiligheid om welke reden niet kan worden gegarandeerd, beslissen SBS & Sponsor 1 uur voor het geplande aanvangsuur van de parade of dat deze kan doorgaan of niet. Dit is zonder enige vergoeding door de Sponsor.”
2.4. Op 19 augustus 2009 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen onder meer [persoon 1] van ROF en [persoon 2] van Twice Entertainment. [persoon 1] heeft van dit gesprek een verslag gemaakt en aan Twice Entertainment toegezonden. Daarin is voor zover relevant opgenomen:
“1. Wie is de uiteindelijke organisator?
Dat is de stad, al heeft Twice al veel geregeld. Zo lopen er tal van verzekeringen, zelfs voor het ergste geval dat door een (weer)ramp de stoet geen doorgang kan vinden. In dat geval vindt geen facturering plaats en wordt gezocht naar een nieuwe datum (meestal wel in het volgende jaar).
(…)”
2.5. In een mailbericht van [persoon 1] aan [persoon 2] van 9 november 2009 wordt onder meer vermeld:
“(…)Tijdens een bespreking van de beleidsgroep in Roosendaal viel het op dat in het contract enkele zaken anders staan geformuleerd dan wat bekend was bij onze besprekingen.
(…)
2. de verzekeringen (punt 4.3). Ons is herhaaldelijke malen te verstaan gegeven, zowel door u als door [persoon 3] dat Twice/Prometheus voor alle verzekeringen zorg had gedragen. Of worden hier andere verzekeringen bedoeld?
3. het eventueel in geval van overmacht afgelasten van de parade. (Bijlage punt algemeen onder 2) Toen wij daarnaar vroegen is ons verzekerd dat dan zou worden gekeken naar een andere datum of dat de rekening van EUR 80.000 niet zou gelden. Of is dat vervat in de zin “Dit is zonder enige vergoeding door de Sponsor”? Dan was de gemaakte opmerking niet terecht.
4. (…)”
2.6. Na ontvangst van de factuur van 28 oktober 2009 heeft ROF een bedrag van EUR 80.000,- overgemaakt aan Twice Entertainment.
2.7. Op de overeengekomen dag, 20 december 2009, is de Kerstparade niet doorgegaan wegens weersomstandigheden.
2.8. Op 1 april 2010 heeft ROF Twice Entertainment gesommeerd om het bedrag van EUR 80.000 binnen een week terug te betalen. Twice Entertainment is niet tot betaling overgegaan.
2.9. Artikel 15.3 van de sponsorovereenkomst bepaalt:
“Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing. In geval van een geschil is de rechter te Amsterdam bevoegd.”
3. Het geschil
3.1. ROF vordert samengevat - veroordeling van Twice Entertainment tot betaling van EUR 81.508,68, vermeerderd met de handelsrente over EUR 80.000 vanaf 28 april 2010 en de proceskosten.
3.2. ROF legt hier het volgende aan ten grondslag. Op grond van de tussen partijen gesloten sponsorovereenkomst zou ROF de door Twice Entertainment georganiseerde “SBS 6 Kerstparade” sponsoren. Ten gevolge van het slechte weer is de Kerstparade niet doorgegaan en heeft ROF op grond van de overeenkomst recht op terugbetaling van de door haar betaalde sponsorbijdrage van EUR 80.000.
3.3. Twice Entertainment voert verweer.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het onderhavig geschil draait om een overeenkomt tussen een in België en in Nederland gevestigde partij. Derhalve dient te worden vastgesteld of deze rechtbank rechtsmacht heeft en welk recht van toepassing is. Partijen hebben in artikel 15 van de overeenkomst een forumkeuze voor de rechtbank Amsterdam gemaakt en een rechtskeuze voor het Nederlands recht. Op grond van artikel 23 van de Verordening (EG) Nr.44/2001 van de Raad van de EU van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (EEX-Vo) is de forumkeuze geldig gemaakt en is deze rechtbank bevoegd om van het onderhavige geschil kennis te nemen. Op grond van artikel 3 van de Verordening (EG) Nr. 593/2008/2001 van het Europese Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I-Verordening) is de rechtskeuze geldig gemaakt en is het Nederlands recht van toepassing.
4.2. ROF stelt zich op het standpunt dat nu de Kerstparade geen doorgang heeft gevonden, uit artikel 2 van bijlage 1 van de overeenkomst volgt dat zij geen vergoeding hoeft te betalen. Dat ROF deze bepaling zo heeft mogen begrijpen, blijkt uit het gespreksverslag van 19 augustus 2009, het mailbericht van [persoon 1] van 9 november 2009 en het daarop volgende telefoongesprek tussen [persoon 1] en [persoon 2]. [persoon 2] heeft in dat telefoongesprek bevestigd dat ROF haar geld zou terugkrijgen als de Kerstparade niet zou doorgaan als gevolg van overmacht. Omdat Twice Entertainment haar heeft verzekerd dat zij geen sponsorbijdrage verschuldigd zou zijn in geval van overmacht, heeft ROF geen annuleringsverzekering afgesloten, hetgeen zij wel zou hebben gedaan indien ROF de bijdrage ook bij afgelasting verschuldigd zou zijn. Daarnaast heeft Twice Entertainment geen tegenprestatie geleverd voor de door ROF betaalde bijdrage. Twice Entertainment dient dan ook de betaalde vergoeding van EUR 80.000 terug te betalen, aldus ROF.
4.3. Twice Entertainment voert als verweer aan dat ROF geen recht heeft op terugbetaling van de betaalde sponsorbijdrage. Twice Entertainment erkent dat zij het gespreksverslag van 19 augustus 2009 heeft ontvangen, maar zij was slechts cc-geadresseerde en er werd geen reactie van haar gevraagd. Het feit dat zij daarop niet heeft gereageerd, betekent dan ook geen instemming met de inhoud. Twice Entertainment betwist ook dat een en ander is besproken als weergegeven in het verslag. Voorts ontkent Twice Entertainment dat [persoon 2] in het telefoongesprek naar aanleiding van de mail van 9 november 2009 zou hebben bevestigd dat er vanuit Twice Entertainment verzekeringsdekking zou zijn. Met de betreffende bepaling in Bijlage 1 is bedoeld dat de beslissingsbevoegdheid om de Kerstparade door te laten gaan, niet bij Twice Entertainment berust en dat het niet doorgaan van de parade niet leidt tot enige aansprakelijkheid van de sponsor richting SBS Broadcasting B.V. of Twice Entertainment. Ter comparitie heeft Twice Entertainment toegelicht dat met de bepaling in Bijlage 1 bedoeld is dat zij niet aansprakelijk gesteld willen worden door een stad, bijvoorbeeld voor de kosten van beveiliging. Ook blijkt uit het woord “vergoeding” in Bijlage 1 dat daarmee niet is bedoeld de sponsorbijdrage. In dat geval had bovendien het woordje “voor” er wel in gestaan in plaats van “door”. In de Technical Rider die ROF heeft ontvangen voor het sluiten van de overeenkomst, is een limitatieve lijst van door Twice Entertainment te sluiten verzekeringen opgenomen, zodat het ROF duidelijk kon zijn dat zij geen annuleringsverzekering had afgesloten. De parade bestaat feitelijk uit twee delen, de mediacampagne voorafgaande aan Kerstparade en de parade zelf. De mediacampagne heeft wel plaatsgevonden, en vertegenwoordigt ongeveer een waarde van EUR 80.000, door de waarde van de zendtijd die SBS heeft uitgezonden. Aldus Twice Entertainment.
4.4. Partijen verschillen van mening over de uitleg van artikel 2 uit Bijlage 1 van de Sponsorovereenkomst. De vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld, kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
4.5. De rechtbank is op grond van hierna te noemen omstandigheden van oordeel dat ROF er gerechtvaardigd vanuit heeft mogen gaan dat de betreffende bepaling in Bijlage 1 zo diende te worden uitgelegd, dat in geval van annuleren van de Kerstparade door weersomstandigheden, zij geen sponsorbijdrage verschuldigd zou zijn. Door niet te reageren op het gespreksverslag van 19 augustus 2009, kon ROF er vanuit gaan dat zij het besprokene juist had weergegeven. Dat niet om een reactie is gevraagd op het gespreksverslag door ROF en Twice Entertainment het verslag als cc-geadresseerde heeft ontvangen, acht de rechtbank in dit kader niet relevant. Ook zonder dat expliciet om een reactie wordt gevraagd, mag er vanuit worden gegaan dat een zakelijke partner indien onjuistheden in een verslag staan, hierop reageert. Ter comparitie is namens Twice Entertainment verklaard dat [persoon 2] wel had gezien dat het verslag deze passage bevatte, maar dat hij dacht dat hij dit later wel zou rechtzetten. Een reactie had temeer mogen worden verwacht nu het ging om de kernprestatie die van ROF werd verwacht in het kader van de sponsorovereenkomst, betaling van de sponsorbijdrage. Op zichzelf acht de rechtbank dit gespreksverslag echter onvoldoende voor ROF om erop te kunnen vertrouwen dat de betreffende bepaling in Bijlage 1 uitgelegd moet worden zoals door haar gesteld, omdat dit gesprek ruim voor het tekenen van de overeenkomst plaatsvond en de definitieve tekst van de overeenkomst nog niet vaststond. Dit wordt echter anders in samenhang met de mail van 9 november 2009. Deze mail is geschreven naar aanleiding van besprekingen over de tekst van de overeenkomst en in dat verband wordt een expliciete link gemaakt tussen de bepaling in Bijlage 1 en het niet hoeven betalen van EUR 80.000,-. Twice Entertainment heeft niet betwist dat zij in het op dat mailbericht volgende telefoongesprek bevestigd heeft dat bedoeld bedrag niet hoeft te worden betaald in geval van overmacht. Het bewijsaanbod (om onder meer [persoon 2] als getuige te horen) wordt dan ook als niet terzake dienend gepasseerd. Twice Entertainment heeft wel betwist dat zij in dat telefoongesprek de verzekeringsdekking zou hebben bevestigd. Dit acht de rechtbank echter in het licht van het voorgaande niet (meer) relevant, evenals de overige aangevoerde verweren ten aanzien van de al dan niet af te sluiten verzekeringen, nu ROF onweersproken heeft gesteld dat zij geen verzekering heeft afgesloten omdat zij had begrepen en naar het oordeel van de rechtbank dus ook had mogen begrijpen, dat het bedrag van EUR 80.000,- niet zou hoeven te worden betaald in geval de Kerstparade geen doorgang zou vinden. De verweren van Twice Entertainment dat uit de woorden “vergoeding” en “door” in de bepaling volgt dat de sponsorbijdrage wel betaald moet worden, gaan niet op nu het zoals hierboven onder 4.4 weergegeven, bij de uitleg van een contractsbepaling niet alleen gaat om de letterlijke tekst. De rechtbank merkt daarbij op dat naar haar oordeel de letterlijke tekst in dit geval ook niet eenduidig is, hetgeen tevens blijkt uit het feit dat Twice Entertainment zelf in deze procedure de bepaling in Bijlage 1 verschillend uitlegt.
Voor zover Twice Entertainment heeft willen betogen dat door de mediacampagne vooraf, ROF ook al een tegenprestatie van ongeveer EUR 80.000,- heeft gekregen, zodat terugbetaling niet redelijk zou zijn, gaat dit verweer eveneens niet op. Onbetwist is dat over de (waarde van de) zendtijd voorafgaande aan de Kerstparade in de sponsorovereenkomst niets is bepaald. Uit het feit dat ROF in de voorafgaande tijd ook media-aandacht heeft gekregen, volgt dan ook niet dat de betaling verschuldigd was.
4.6. Tegen de gevorderde (vervallen) handelsrente van EUR is geen verweer gevoerd. Door de ingebrekestelling van 1 april 2010 was Twice Entertainment in verzuim vanaf 8 april 2010. Voorts betreft het een overeenkomst om baat tot het leveren van een dienst tussen organisaties die handelen in de uitoefening van hun bedrijf. De vervallen rente van EUR 350,68 over de periode 8 april tot 27 april 2010 wordt toegewezen evenals de handelsrente over EUR 80.000,- vanaf 28 april 2010.
4.7. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal - mede gelet op de door deze rechtbank gevolgde aanbevelingen van het Rapport Voor-werk II - worden afgewezen. ROF heeft immers niet gesteld dat kosten zijn gemaakt die betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een (niet aanvaard) schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De kosten waarvan ROF vergoeding vordert, moeten dan ook worden aangemerkt als betrekking hebbend op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling wordt geacht een vergoeding in te sluiten.
4.8. Twice Entertainment zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij ten aanzien van ROF worden veroordeeld in de proceskosten. Aan de zijde van ROF worden deze begroot op:
Dagvaarding EUR 222,93 (EUR 135 + EUR 87,93)
Vast recht 1.795,00
Salaris 1.788,00 (2 x EUR 894 (tarief IV)
Totaal EUR 3.805,93
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. veroordeelt Twice Entertainment te betalen aan ROF een bedrag van EUR 80.350,68 (tachtigduidend driehonderdvijftig euro en achtenzestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 119a BW over EUR 80.000,- vanaf 28 april 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
5.2. veroordeelt Twice Entertainment in de kosten van het geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van ROF begroot op EUR 3.805,93;
5.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.B.M. Wijnveldt en in het openbaar uitgesproken op 13 april 2011.?