ECLI:NL:RBAMS:2011:BP9989
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening voor vergunning transcatheter hartklepinterventies door OLVG
Op 30 maart 2011 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak tussen de stichting het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (verzoekster) en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (verweerder). De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van de weigering van een vergunning voor het uitvoeren van transcatheter hartklepinterventies (THI’s). De minister had op 20 juli 2010 de vergunning geweigerd, omdat verzoekster niet voldeed aan de norm van minimaal vijf verrichtingen vóór 1 november 2009. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen deze weigering, en in afwachting van de beslissing op bezwaar verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de weigering van de vergunning onrechtmatig was, omdat de gehanteerde norm niet in het Planningsbesluit was opgenomen en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) niet bevoegd was om deze norm te stellen. De voorzieningenrechter heeft de belangenafweging gemaakt en geconcludeerd dat de risico’s voor de volksgezondheid aanvaardbaar zijn, mits verzoekster op een verantwoorde manier omgaat met de uitvoering van de THI’s. De voorzieningenrechter heeft het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toegewezen, het besluit van de minister geschorst en bepaald dat de minister verzoekster moet behandelen alsof zij in het bezit is van de vereiste vergunning tot zes weken na de beslissing op bezwaar. Tevens is de minister veroordeeld in de proceskosten van € 874,00 en het griffierecht van € 298,00 moet worden vergoed aan verzoekster. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.