2.10. In het Eschig-arrest (HvJ EG, 10 september 2009, C-199/08) heeft het HvJ het volgende de volgende prejudiciële vraag beantwoord:
"Moet artikel 4, lid 1, van richtlijn 87/344 [...] aldus worden uitgelegd dat daarmee in strijd is een clausule in de algemene verzekeringsvoorwaarden van een rechtsbijstandverzekeraar die bepaalt dat de verzekeraar in verzekeringsgevallen waarin een groter aantal verzekeringnemers schade lijdt door hetzelfde feit (bijvoorbeeld de insolventie van een onderneming die beleggingsdiensten verricht), gerechtigd is om een rechtshulpverlener te kiezen, en die zodoende het recht op vrije keuze van de rechtshulpverlener van de individuele verzekeringnemer beperkt? "
Het HvJ overweegt onder andere het volgende (punt 44 e.v. van het arrest):
"44 Wat de specifieke garanties betreft, verleent de richtlijn de verzekerden het recht om vrij een rechtshulpverlener te kiezen in de in artikel 4, sub a, bedoelde procedures of, krachtens artikel 4, sub b, wanneer zich een belangenconflict voordoet.
45 Zoals blijkt uit de artikelen 4, 6 en 7 van richtlijn 87/344, in hun geheel beschouwd, strekken de bij deze artikelen aan de verzekerden verleende rechten ertoe de belangen van de verzekerde ruim te beschermen, zonder dat zij zich beperken tot situaties waarin zich een belangenconflict voordoet.
46 Voorts blijkt uit de formulering van de artikelen 3 tot en met 5 van richtlijn 87/344 en de context van deze richtlijn dat aan iedere verzekeringnemer een algemeen en autonoom recht is verleend om, binnen de door elk van deze artikelen vastgestelde grenzen, zijn rechtshulpverlener vrij te kiezen.
47 Zo verleent in de eerste plaats artikel 4, lid 1, van richtlijn 87/344 aan de verzekerde het recht om zijn rechtshulpverlener te kiezen, maar beperkt het dit recht tot gerechtelijke of administratieve procedures, behoudens in gevallen waarin zich een belangenconflict voordoet. Het gebruik van het adjectief „elke” in combinatie met de tijd van het werkwoord „bepalen” wijzen op de algemene strekking en het bindende karakter van deze regel.
48 In de tweede plaats stelt deze bepaling de minimale vrijheid vast die aan de verzekerde dient te worden verleend, ongeacht voor welke optie van artikel 3, lid 2, van de richtlijn de verzekeringsmaatschappij kiest.
49 Dienaangaande moet worden vastgesteld dat de werkingssfeer van de in artikel 3, lid 2, sub a en b, van richtlijn 87/344 bedoelde maatregelen ongewijzigd blijft, zelfs indien uit artikel 4, lid 1, sub a, van deze richtlijn een autonoom recht van de rechtsbijstandverzekerde op vrije keuze van zijn rechtshulpverlener wordt afgeleid.
50 De oplossing van artikel 3, lid 2, sub c, van richtlijn 87/344 verleent de verzekerden immers ruimere rechten dan artikel 4, lid 1, sub a, van deze richtlijn. Zo voorziet deze laatste bepaling slechts in een recht om vrij zijn rechtshulpverlener te kiezen voor het geval dat een gerechtelijke of administratieve procedure wordt ingesteld. Volgens de oplossing van artikel 3, lid 2, sub c, van de richtlijn daarentegen mag de verzekerde de behartiging van zijn belangen toevertrouwen aan een rechtshulpverlener zodra hij uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst het recht heeft het optreden van de verzekeraar te eisen, dus ook voordat er sprake is van enige gerechtelijke of administratieve procedure."
Vervolgens beantwoord het HvJ de genoemde vraag als volgt:
"68 Bijgevolg dient op de eerste vraag te worden geantwoord dat artikel 4, lid 1, sub a, van richtlijn 87/334 aldus moet worden uitgelegd dat de rechtsbijstandverzekeraar zich niet het recht kan voorbehouden zelf de rechtshulpverlener voor alle betrokken verzekerden te kiezen wanneer een groot aantal verzekeringnemers schade lijdt door eenzelfde feit."