ECLI:NL:RBAMS:2011:BP3074
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van contractuele boete na vertraging in levering van onroerend goed
In deze zaak vorderden eisers, [A] en [B], betaling van een contractuele boete van € 118.320,= van gedaagde, Fortis ASR Praktijkvoorziening N.V., wegens vertraging in de levering van een pand in Amsterdam. De koopovereenkomst was op 9/10 december 2009 gesloten, met een afgesproken leveringsdatum van 15 februari 2010. Echter, het pand werd pas op 22 juni 2010 geleverd, nadat het eerder was gekraakt. Fortis had de krakers gesommeerd het pand te ontruimen, maar de ontruiming kon pas plaatsvinden met hulp van de Mobiele Eenheid, wat leidde tot aanzienlijke vertraging.
Eisers stelden dat Fortis in verzuim was en dat de overeengekomen boete van drie pro mille van de koopsom opeisbaar was. Fortis voerde verweer en stelde dat er sprake was van overmacht, maar de rechtbank oordeelde dat de garantie in de koopovereenkomst het risico van de vertraging bij Fortis legde. De rechtbank concludeerde dat de boete terecht was opgeëist en dat er geen aanleiding was voor matiging, ondanks de hoge hoogte van de boete in verhouding tot de werkelijk geleden schade van € 30.000,=.
De rechtbank veroordeelde Fortis tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en stelde Fortis ook aansprakelijk voor de proceskosten van eisers, die op € 5.534,93 werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken op 26 januari 2011.