ECLI:NL:RBAMS:2011:BP1791
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning ouderdomspensioen met terugwerkende kracht op basis van eerdere aanvraag echtgenoot
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 5 januari 2011 uitspraak gedaan in een geschil over de ingangsdatum van het ouderdomspensioen van eiseres. Eiseres, die op 8 april 2006 65 jaar werd, had op 15 oktober 2009 een aanvraag om ouderdomspensioen ingediend bij een Belgisch verzekeringsorgaan. Haar echtgenoot had in maart 2009 eveneens een aanvraag ingediend. De rechtbank oordeelde dat de ingangsdatum van het ouderdomspensioen van eiseres moest worden vastgesteld op basis van de eerdere aanvraag van haar echtgenoot. Dit leidde tot de conclusie dat eiseres recht had op een ouderdomspensioen met terugwerkende kracht vanaf maart 2008, in plaats van oktober 2008 zoals eerder was vastgesteld door de Sociale Verzekeringsbank.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres gegrond en vernietigde het bestreden besluit van de Sociale Verzekeringsbank. Tevens herroept de rechtbank het primaire besluit en bepaalt dat het ouderdomspensioen met terugwerkende kracht wordt toegekend per maart 2008. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een langere terugwerkende kracht dan één jaar, aangezien er geen bijzondere omstandigheden waren die dit rechtvaardigden. De rechtbank wees erop dat onbekendheid met de wet of wettelijke rechten geen grond vormt voor het aannemen van een bijzonder geval.
De uitspraak houdt in dat de Sociale Verzekeringsbank aan eiseres het door haar betaalde griffierecht van € 41,-- dient te vergoeden. De rechtbank benadrukte dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit, waarmee de rechten van eiseres op het ouderdomspensioen met terugwerkende kracht zijn erkend.