ECLI:NL:RBAMS:2011:BP1791

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 10-2011 AOW
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning ouderdomspensioen met terugwerkende kracht op basis van eerdere aanvraag echtgenoot

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 5 januari 2011 uitspraak gedaan in een geschil over de ingangsdatum van het ouderdomspensioen van eiseres. Eiseres, die op 8 april 2006 65 jaar werd, had op 15 oktober 2009 een aanvraag om ouderdomspensioen ingediend bij een Belgisch verzekeringsorgaan. Haar echtgenoot had in maart 2009 eveneens een aanvraag ingediend. De rechtbank oordeelde dat de ingangsdatum van het ouderdomspensioen van eiseres moest worden vastgesteld op basis van de eerdere aanvraag van haar echtgenoot. Dit leidde tot de conclusie dat eiseres recht had op een ouderdomspensioen met terugwerkende kracht vanaf maart 2008, in plaats van oktober 2008 zoals eerder was vastgesteld door de Sociale Verzekeringsbank.

De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres gegrond en vernietigde het bestreden besluit van de Sociale Verzekeringsbank. Tevens herroept de rechtbank het primaire besluit en bepaalt dat het ouderdomspensioen met terugwerkende kracht wordt toegekend per maart 2008. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een langere terugwerkende kracht dan één jaar, aangezien er geen bijzondere omstandigheden waren die dit rechtvaardigden. De rechtbank wees erop dat onbekendheid met de wet of wettelijke rechten geen grond vormt voor het aannemen van een bijzonder geval.

De uitspraak houdt in dat de Sociale Verzekeringsbank aan eiseres het door haar betaalde griffierecht van € 41,-- dient te vergoeden. De rechtbank benadrukte dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit, waarmee de rechten van eiseres op het ouderdomspensioen met terugwerkende kracht zijn erkend.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 10/2011 AOW
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer op 5 januari 2011 in de zaak tussen
[eiseres],
wonende in [woonplaats],
eiseres,
en
de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank,
verweerder,
gemachtigde: mr. P.C.J. van de Nes
Zitting hebben:
mr. J.H.M. van de Ven, rechter,
mr. G. Panday, griffier,
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit, herroept het primaire besluit en bepaalt dat het ouderdomspensioen met terugwerkende kracht wordt toegekend per maart 2008;
- verklaart het bezwaar voor het overige ongegrond;
- bepaalt dat deze uitspraak treedt in plaats van het vernietigde besluit;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht van € 41,-- vergoedt.
Overwegingen
Bij het bestreden besluit heeft verweerder ouderdomspensioen toegekend met terugwerkende kracht van één jaar, met ingang van oktober 2008.
Eiseres is op 8 april 2006 65 jaar geworden en zij heeft op 15 oktober 2009 bij het Belgische verzekeringsorgaan een aanvraag om ouderdomspensioen ingediend. Haar echtgenoot heeft in maart 2009 bij het Belgische verzekeringsorgaan een aanvraag om ouderdomspensioen ingediend. De rechtbank stelt vast dat verweerder het bestreden besluit ter zitting niet heeft gehandhaafd ten aanzien van de ingangsdatum van de oudersdomsuitkering omdat uit de aanvraag van de echtgenoot van eiseres bleek van een partner van ouder dan 65 jaar. Zijn aanvraag had volgens verweerder tevens kunnen worden aangemerkt als een aanvraag van eiseres. Dit betekent volgens verweerder dat eiseres, op basis van de regel van terugwerkende kracht van één jaar, met ingang van maart 2008 (in plaats van oktober 2008) recht heeft op een uitkering op grond van de Algemene Ouderdomswet.
De rechtbank zal hierna beoordelen of er aanleiding is om langere terugwerkende kracht toe te kennen. In bijzondere gevallen is verweerder bevoegd om met een langere terugwerkende kracht dan één jaar pensioen toe te kennen. In dit geval is geen sprake van een bijzonder geval. De rechtbank kan zich verenigen met het standpunt van verweerder zoals verwoord in het bestreden besluit, met name omdat onbekendheid met de wet of wettelijke rechten, volgens vaste jurisprudentie, geen grond oplevert voor het aannemen van een bijzonder geval. Daarnaast wijst de rechtbank op de aan de echtgenoot gerichte brief van het Office National des Pensions van 29 maart 2006 waarin uitdrukkelijk staat dat bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar aanspraak op pensioen in Nederland kan worden gemaakt.
Gelet op het voorgaande verklaart de rechtbank het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit, herroept het primaire besluit in die zin dat een ouderdomspensioen wordt toegekend per maart 2008 en verklaart de bezwaren voor het overige ongegrond. Voorts bepaalt de rechtbank dat deze uitspaak in de plaats treedt van het vernietigde besluit en bepaalt dat aan eiseres het door haar betaalde griffierecht wordt vergoed.
Waarvan proces-verbaal,
de griffier de rechter
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending van dit proces-verbaal hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.
Afschrift verzonden op:
D: B (KR)
SB