Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam 1] en [naam 2] ,
het Dagelijks Bestuur van het Stadsdeel Amsterdam-Centrum,
Procesverloop
Overwegingen
www.rechtspraak.nlonder LJ-nummer AU1761.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 18 oktober 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, wonende te Amsterdam, en het Dagelijks Bestuur van het Stadsdeel Amsterdam-Centrum. De eisers hebben beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun verzoek om handhavend op te treden tegen het gebruik van de tuin van het museum als doorlooproute en bezichtigingsplek. Het primaire besluit van 12 januari 2010, waarbij het verzoek van eisers werd afgewezen, werd door verweerder gehandhaafd in het bestreden besluit van 20 september 2010, ondanks het advies van de Bezwarencommissie om het bezwaar van eisers gegrond te verklaren. De rechtbank heeft de zaak op 28 juli 2011 behandeld, waarbij eisers en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. De derde-belanghebbende, het museum, was ook vertegenwoordigd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het gebruik van de tuin door bezoekers van het museum als doorgang en bezichtigingsplek niet in strijd is met het bestemmingsplan 'Vijzelstraat-Amstel'. De rechtbank overweegt dat het bestemmingsplan de bestemming 'Tuinen en erven' heeft, en dat het gebruik van de tuin door bezoekers van het museum in overeenstemming is met de bestemming van het hoofdgebouw. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar de ruimtelijke uitstraling van het gebruik en de aard, omvang en intensiteit van het gebruik. De rechtbank concludeert dat het gebruik van de tuin als doorlooproute en bezichtigingsplek niet leidt tot onevenredige overlast voor omwonenden en dat er geen sprake is van bedrijfsmatige activiteiten die in strijd zijn met de bestemming.
De rechtbank verklaart het beroep van eisers ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.