ECLI:NL:RBAMS:2010:BU7813

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
449996 / HA RK 10-69
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van de kantonrechter te Amsterdam

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 19 februari 2010, betreft het een verzoek tot wraking van de kantonrechter. Het verzoek werd ingediend door een verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. R.R.J. Dayala, tijdens een openbare zitting op 18 januari 2010. De verzoeker stelde dat de rechter niet adequaat had gereageerd op een voorafgaande brief en dat er onregelmatigheden waren tijdens de zitting, waaronder een privégesprek tussen de rechter en de wederpartij van de verzoeker. De verzoeker voerde aan dat hij niet in de gelegenheid was gesteld om te reageren op nieuwe feiten en berekeningen die door de wederpartij tijdens de zitting waren gepresenteerd, wat hem de kans ontnam om zijn standpunt te onderbouwen.

De rechtbank besloot dat het noodzakelijk was dat de rechter zijn standpunt over de wraking zou toelichten in een nader te bepalen zitting, aangezien de gronden van de wraking niet volledig waren behandeld. De behandeling van het verzoek werd aangehouden en verdere beslissingen werden opgeschort. De rechtbank benadrukte dat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel openstond. De zaak illustreert de zorgvuldigheid die in acht moet worden genomen bij de behandeling van wrakingsverzoeken, waarbij de rechten van de verzoeker op een eerlijke procedure centraal staan.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Wrakingskamer
Beschikking op het op 18 januari 2010 ingekomen en onder rekestnummer
449996 / HA RK 10-69 ingeschreven verzoek van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker,
advocaat: mr. R.R.J. Dayala,
welk verzoek strekt tot wraking van mr. [rechter 1], kantonrechter te Amsterdam, hierna: de rechter.
Verloop van de procedure
Ter openbare zitting van 18 januari 2010 heeft verzoeker de wraking verzocht van de rechter, in de bij deze rechtbank, sector kanton, aanhangige zaak met zaaknummer [zaaknummer], hierna te noemen: de hoofdzaak.
De rechter heeft schriftelijk op het verzoek gereageerd. Deze reactie is aan verzoeker toegezonden.
Het verzoek tot wraking is behandeld ter zitting van deze rechtbank van 12 februari 2010. De rechter is daar, zoals tevoren is meegedeeld, niet verschenen.
Verzoeker is verschenen bij zijn advocaat mr. R.R.J. Dayala. Deze heeft een pleitnota overgelegd, die aan deze beschikking is gehecht. Van de behandeling is een proces-verbaal opgemaakt dat eveneens aan deze beslissing is gehecht.
1. Feiten
In de in de aanhef genoemde en bij de sector kanton aanhangige zaak is op 18 januari 2010 een comparitie van partijen gehouden. Deze is door indiening van het wrakingsverzoek geschorst.
2. Het verzoek en de gronden daarvan
Het verzoek is gebaseerd op de navolgende, ter zitting nader toegelichte, zakelijk weergegeven gronden, die er in de kern op neerkomen dat:
1. de rechter niet heeft gereageerd op een aan hem vóór de comparitie toegezonden brief van verzoeker;
2. de wederpartij van verzoeker circa vijf minuten voordat verzoeker binnen werd gelaten, alleen met de rechter in de zittingszaal is geweest;
3. de rechter meedeelde geen aanleiding te hebben tot twijfel aan mededelingen van de gemachtigde van de wederpartij van verzoeker, terwijl deze mededelingen in strijd waren met diens eerdere verklaringen bij een behandeling bij het gerechtshof te Amsterdam;
4. ter zitting nieuwe feiten aan de orde zijn gekomen over het verhuurd zijn van de woning/winkel en verzoeker niet in de gelegenheid is gesteld daarop bij akte te reageren;
5. verzoeker evenmin in de gelegenheid is gesteld om te reageren op door de wederpartij ter zitting gepresenteerde berekeningen, zodat verzoeker de gelegenheid is ontnomen om aan te tonen dat die berekeningen niet kloppen;
6. verzoeker onvoldoende gelegenheid is geboden om de gronden van de wraking aan te voeren.
3. Het standpunt van de rechter
De rechter heeft het verzoek schriftelijk gemotiveerd weersproken.
4. De beoordeling van het verzoek
4.1 Verzoeker heeft ter zitting verklaard dat de rechter hem geen gelegenheid heeft gegeven tot het aanvoeren van de nadere gronden van het wrakingsverzoek en dat direct is meegedeeld dat hij van de griffier zou horen hoe de verdere gang van zaken zou zijn.
4.2 Omdat het voorgaande niet blijkt uit het van de behandeling opgestelde proces-verbaal en de rechter in zijn schriftelijke reactie ook niet heeft kunnen ingaan op de onder 2 genoemde gronden, acht de rechtbank het gewenst dat de rechter zijn standpunt daarover tijdens een nader te bepalen zitting kenbaar maakt. Gelet daarop is de behandeling ter zitting aangehouden.
4.3 Partijen wordt verzocht hun verhinderdata aan de griffier van deze kamer op te geven, waarna een nieuwe behandeling zal worden bepaald.
BESLISSING :
De rechtbank:
- houdt de behandeling van het verzoek aan tot een nader te bepalen datum;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.J. Beukenhorst, voorzitter, en
mrs. T.P.J. de Graaf en C.M. Degenaar, leden van de wrakingskamer, en in het openbaar uitgesproken op 19 februari 2010 in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.