ECLI:NL:RBAMS:2010:BT2625
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot nakoming pensioentoezegging en schadevergoeding verjaard
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 8 december 2010, heeft de kantonrechter zich gebogen over een vordering van eiser, [eiser], tegen gedaagde, de besloten vennootschap [gedaagde]. Eiser vorderde nakoming van een pensioentoezegging en betaling van schadevergoeding. De zaak is eerder behandeld in een tussenvonnis van 14 juli 2010, waarin een comparitie van partijen is gelast. Tijdens deze comparitie, die op 17 september 2010 plaatsvond, zijn beide partijen verschenen en hebben zij hun standpunten toegelicht.
De kern van het geschil betreft de vraag of de vorderingen van eiser zijn verjaard. Gedaagde heeft aangevoerd dat zowel de vordering tot nakoming van de pensioentoezegging als de vordering tot schadevergoeding zijn verjaard. De kantonrechter heeft geoordeeld dat dit verweer slaagt. Eiser is op 1 april 1983 uit dienst getreden, waarna de verplichtingen van gedaagde uit hoofde van de pensioenregeling zijn geëindigd. Gedaagde heeft onweersproken gesteld dat er bij de beëindiging van het dienstverband een premievrij kapitaal is vastgesteld, waarover eiser op de hoogte had kunnen zijn.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verjaringstermijnen van vijf jaar, zoals genoemd in artikel 3:307 BW, en de langere termijn van artikel 3:310 BW zijn gaan lopen vanaf de datum van beëindiging van het dienstverband. Eiser heeft zich pas in 2005 met zijn vorderingen tot gedaagde gewend, wat betekent dat zijn vorderingen zijn verjaard. De kantonrechter heeft eiser niet-ontvankelijk verklaard in zijn vorderingen en hem veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op € 1.800,00. De kostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.