ECLI:NL:RBAMS:2010:BP6419

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
457345 / HA ZA 10-1363
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van bindend advies van de geschillencommissie inzake schadevergoeding door wanprestatie van telecomdienstverlener

In deze zaak vorderde eiseres, [A], schadevergoeding van gedaagde, Scarlet Telecom B.V., omdat haar telefoondienst niet functioneerde tijdens een vakantie in Frankrijk. Hierdoor was zij niet bereikbaar voor een klant die een spoedvertaling nodig had, wat resulteerde in het mislopen van een opdracht. De geschillencommissie had de vordering van [A] afgewezen, met de motivering dat klanten haar ook via de post konden bereiken. De rechtbank Amsterdam oordeelde echter dat de geschillencommissie op flagrante wijze voorbij was gegaan aan de kern van de stelling van [A]. De rechtbank stelde vast dat het bindend advies van de geschillencommissie niet voldeed aan de eisen van redelijkheid en billijkheid, en vernietigde het advies. De rechtbank oordeelde dat de geschillencommissie onvoldoende had onderzocht of de klanten van [A] op de hoogte waren van haar vakantieadres en dat de motivering van de commissie niet voldeed aan de vereisten voor bindend advies. De rechtbank veroordeelde Scarlet in de proceskosten van [A], die tot dat moment waren begroot op € 1.243,44. Dit vonnis werd uitgesproken op 6 oktober 2010.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht, enkelvoudige kamer
zaaknummer / rolnummer: 457345 / HA ZA 10-1363
Vonnis van 6 oktober 2010
in de zaak van
[A],
wonende te --,
eiseres,
advocaat mr. L.C. Blok,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCARLET TELECOM B.V.,
gevestigd te Lelystad,
gedaagde,
advocaat mr. A.G.P. van der Baan.
Partijen zullen hierna [A] en Scarlet worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 30 mei 2008 voor de rechtbank ’s-Gravenhage,
- het vonnis van 4 maart 2009 van de rechtbank ’s-Gravenhage waarbij de zaak naar deze rechtbank is verwezen met veroordeling van [A] in de kosten van het door Scarlet opgeworpen bevoegdheidsincident,
- het exploot van oproeping van 14 april 2010,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 23 juni 2010 waarin een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 20 augustus 2010, met de daarin genoemde stukken.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen – voor zover van belang – het volgende vast:
2.1. [A] verleent diensten als vertaler aan haar klanten. Scarlet is aanbieder van (mobiele) telefoon- en internetdiensten.
2.2. [A] had vanaf december 2004 een (mobiele) telefoon en internet abonnement bij Scarlet. Tijdens een vakantie in Frankrijk was zij vanaf 12 juli 2006 tot 1 augustus 2006 niet met behulp van de e-mail- en telefoondiensten van Scarlet bereikbaar.
In deze periode heeft een klant van [A] geprobeerd haar te bereiken. Deze klant wenste een vertaling met spoed te ontvangen. De klant kon [A] niet bereiken en heeft de vertaalopdracht aan iemand anders gegeven.
2.3. [A] heeft naar aanleiding hiervan een geschil tussen haar en Scarlet voorgelegd aan de Geschillencommissie Telecommunicatie (hierna: de geschillencommissie). Zij heeft ten overstaan van de geschillencommissie schadevergoeding gevorderd. Zij heeft daartoe onder meer gesteld dat zij niet bereikbaar is geweest tijdens haar vakantie en dat zij daardoor inkomsten heeft gederfd in die zin dat zij, doordat zij niet bereikbaar was, een vertaalopdracht is misgelopen.
2.4. Op 31 januari 2008 (verzonden op 31 maart 2008) heeft de geschillencommissie de door [A] gevorderde schadevergoeding afgewezen (hierna: de uitspraak). Daartoe heeft de geschillencommissie overwogen:
(…)
De consument heeft ook een claim van € 5.655,-- ingediend. Ter ondersteuning van deze claim heeft zij een verklaring overgelegd van de directeur van een vertaalbedrijf te Heerlen. Hoewel de consument reeds sinds 2003 tot volle tevredenheid van dit bedrijf vertaalopdrachten uitvoerde kon aan haar - blijkens deze verklaring - in juli 2006 geen vertaalorder ad € 5.655,-- worden gegeven, omdat zij noch per e-mail, noch telefonisch bereikbaar was. De commissie laat deze verklaring buiten beschouwing, aangezien de commissie niet vermag in te zien waarom aan iemand die blijkbaar reeds jaren vertaalopdrachten van een bedrijf uitvoert niet via de post een nieuwe opdracht zou kunnen worden gegeven.
(…)
Gelet op al het vorenstaande is de klacht van de consument (…) gedeeltelijk gegrond.
(…).
De zinsnede ‘gedeeltelijk gegrond’ heeft geen betrekking op de vordering tot schadevergoeding. Deze vordering is afgewezen.
3. De vordering
3.1. [A] vordert de vernietiging van de uitspraak met veroordeling van Scarlet in de proceskosten.
3.2. [A] stelt hiertoe het volgende.
De uitspraak is voor wat betreft de gevorderde schadevergoeding niet dan wel niet afdoende gemotiveerd. De geschillencommissie is ongemotiveerd voorbijgegaan aan de door haar aangevoerde stellingen en de ter onderbouwing van die stellingen overgelegde stukken, waardoor het bindend advies na marginale toetsing voor vernietiging vatbaar is.
3.3. Scarlet voert verweer, waarop voor zover nodig hierna zal worden ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Een bindend advies als het onderhavige is slechts voor vernietiging vatbaar, indien de gebondenheid daaraan van [A] in verband met de inhoud of wijze van totstandkoming daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
4.2. Scarlet betwist dat het bindend advies aldus voor vernietiging vatbaar is. Volgens haar is de uitspraak voldoende gemotiveerd, temeer nu uit de zinsnede ‘gelet op al het vorenstaande’ aan het einde van de uitspraak blijkt dat alle in de uitspraak beschreven overwegingen in het oordeel zijn betrokken.
4.3. De geschillencommissie heeft het standpunt van [A] dat zij schade had geleden tengevolge van wanprestatie van Scarlet, die er in bestond dat Scarlet de overeengekomen diensten in een bepaalde periode niet had geleverd, verworpen met een redenering (hiervoor onder 2.4 vermeld) die er slechts op neer komt dat [A] bij die overeengekomen diensten in de betrokken periode – in het bijzonder telefonische bereikbaarheid voor haar klanten – geen belang had omdat een klant niet alleen per telefoon maar ook via de post een opdracht kan geven.
Nog daargelaten dat [A] onweersproken heeft gesteld dat de geschillencommissie de gang van zaken bij [A]’ contacten met haar klanten niet heeft onderzocht en bijvoorbeeld evenmin heeft vastgesteld of die klanten bekend waren met een vakantie-postadres van [A], is het bindend advies hiermee op dermate flagrante wijze voorbij gegaan aan de grondslag van de stelling van [A] dat zij belang had bij een goede werking van de telefoon en dat zij door het niet werken daarvan schade heeft geleden, dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om [A] aan het bindend advies gebonden te achten. Hierbij wordt mede in aanmerking genomen dat het onderhavige bindend advies meer het karakter van rechtspraak heeft en dat derhalve hogere eisen aan de motivering kunnen worden gesteld dan indien dat niet het geval zou zijn geweest.
4.4. Scarlet heeft nog aangevoerd dat er ook dan geen aanleiding voor vernietiging is, omdat [A] op grond van de algemene voorwaarden (die naar Scarlet onweersproken stelt van toepassing zijn) nimmer aanspraak op vergoeding voor indirecte schade of gevolgschade heeft. Dit standpunt zou slechts op gaan, indien reeds thans zou vaststaan dat het beroep van Scarlet op haar algemene voorwaarden niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Dit is echter niet het geval.
Hierbij is van belang dat Scarlet weliswaar onweersproken stelt dat [A] in de zomer van 2006 een betalingsachterstand had, maar dat [A] daartegenover onvoldoende weersproken stelt – zoals ook is op te maken uit het door Scarlet overgelegde overzicht van facturen en betalingen – dat zij alle rekeningen van Scarlet vanaf eind 2004 tot in de zomer van 2006 kort na verloop van de betalingstermijn heeft betaald. Verder is van belang dat Scarlet tegenover de betwisting door [A] niet voldoende heeft toegelicht dat zij [A] (schriftelijk) heeft gewaarschuwd voordat de dienstverlening (zoals Scarlet stelt) werd beëindigd.
De door Scarlet aangevoerde omstandigheid dat [A] zich als consument heeft gepresenteerd maakt het voorgaande niet anders.
De toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van Scarlet staat derhalve thans niet aan de toewijzing van het gevorderde in de weg.
4.5. Anders dan Scarlet verdedigt, is er geen ruimte om de zaak nogmaals aan de geschillencommissie voor te leggen zodat deze de uitspraak alsnog kan voorzien van een deugdelijke motivering. De aard van de geschillenbeslechting (die het karakter van rechtspraak heeft) verzet zich daartegen.
4.6. Scarlet voert ook aan dat [A] haar rechten heeft verwerkt doordat zij het geschil na de uitspraak niet binnen twee maanden aan de rechtbank heeft voorgelegd.
Dit verweer faalt omdat Scarlet erkent dat [A] binnen die termijn de inleidende dagvaarding heeft uitgebracht. Anders dan Scarlet betoogt, kan de omstandigheid dat [A] haar pas geruime tijd na het vonnis in het bevoegdheidsincident heeft opgeroepen om ter terechtzitting van deze rechtbank te verschijnen niet leiden tot een ander oordeel.
4.7. Evenmin kan de stelling van Scarlet worden aanvaard dat [A], door de proceskostenveroordeling in het incident niet te voldoen, het voorstel van Scarlet heeft aanvaard om de zaak verder met gesloten beurs te laten rusten. Scarlet heeft niets naar voren gebracht waaruit een wilsuiting van [A] in die zin kan worden afgeleid. Het verzuim van [A] om de proceskosten te betalen is daarvoor onvoldoende. Dit geldt ook voor het beroep van Scarlet op rechtsverwerking in dit verband.
4.8. Het voorgaande betekent dat de gebondenheid van [A] aan de uitspraak naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is (artikel 7:904 lid 1 BW). Het gevorderde zal dan ook worden toegewezen.
4.9. Scarlet zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van [A] tot op heden als volgt begroot.
dagvaarding € 85,44
vast recht 254,00
salaris advocaat (2 punten x € 452,00) 904,00
totaal € 1.243,44.
De kosten van het exploot van oproeping blijven als nodeloos gemaakt voor rekening van [A].
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. vernietigt de uitspraak van de geschillencommissie van 31 januari 2008, tussen partijen gewezen,
5.2. veroordeelt Scarlet in de proceskosten, aan de zijde van [A] tot op heden begroot op € 1.243,44, te voldoen aan de griffier door overmaking op rekeningnummer 56.99.90.491 ten name van Arrondissement 521 Amsterdam onder vermelding van "proceskostenveroordeling" en het zaak- en rolnummer.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.S. Frakes, lid van genoemde kamer, en in het openbaar uitgesproken op 6 oktober 2010.?