ECLI:NL:RBAMS:2010:BP5172

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
455831 / HA ZA 10-1160
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Publicatie van foto van verdachte van een misdrijf niet onrechtmatig geoordeeld

In deze zaak vorderde eiser [A] dat de rechtbank zou verklaren dat de publicatie van zijn portret in het dagblad Het Parool en op de website www.hetparool.nl onrechtmatig was. De publicatie vond plaats naar aanleiding van een ernstig geweldsmisdrijf waarbij [A] als verdachte was aangehouden. De rechtbank oordeelde dat de openbaarmaking van de foto van [A] niet inbreuk maakte op zijn portretrecht, omdat de publicatie in het kader van een nieuwsbericht over het geweldsmisdrijf plaatsvond. De rechtbank overwoog dat de informatie over [A] en de bijbehorende foto reeds openbaar waren gemaakt in een eerder uitgezonden documentaire, waaraan [A] zelf had meegewerkt. De rechtbank concludeerde dat het belang van [A] om niet in verband te worden gebracht met het geweldsmisdrijf niet opwoog tegen het recht van Het Parool op vrijheid van meningsuiting. De vorderingen van [A] werden afgewezen en hij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 455831 / HA ZA 10-1160
Vonnis van 29 december 2010
in de zaak van
[A],
wonende te --,
eiser,
advocaat mr. C.J. Nierop,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HET PAROOL B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. [B],
wonende te --,
gedaagden,
advocaat mr. J.P. van den Brink.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 14 juli 2010;
- het proces-verbaal van comparitie van 17 november 2010 en de daarin genoemde processtukken en/of proceshandelingen.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Gedaagde sub 1 (hierna: Het Parool) is uitgever van het dagblad “Het Parool” en houder/beheerder van de website www.hetparool.nl. Gedaagde sub 2 (hierna: [B]) is hoofdredacteur van het dagblad “Het Parool” en genoemde website.
2.2. Eiser (hierna: [A]) vervulde een rol in een vijfdelige NPS documentaire serie “Vrije Radicalen”. De documentaire is vervaardigd in 2007. Eén van de afleveringen is gewijd aan [A], die gedurende enige tijd is gevolgd door een cameraploeg. De aflevering met [A] is door de NPS op televisie uitgezonden op 24 november 2007. Die uitzending is herhaald op 28 juni 2008. De betreffende aflevering met [A] was tot eind 2009 via www.uitzendinggemist.nl gratis te bekijken via internet.
2.3. [A] kreeg in 2009 hulpverlening aangeboden door Spirit, een in Amsterdam gevestigde hulpverleningsinstantie voor dakloze jongeren. Op 15 juni 2009 heeft een geweldsmisdrijf plaatsgevonden in een opvanghuis van Spirit. Daarbij zijn drie medewerkster van Spirit met een mes gestoken. Eén van de drie medewerkster is aan haar verwondingen overleden, de twee andere medewerksters raakten zwaar gewond. [A] is dezelfde dag aangehouden als verdachte van dat geweldsmisdrijf.
2.4. Op zaterdag 19 september 2009 verscheen op pagina 3 van Het Parool onder de kop “ [A] rapper ‘met kort lontje’ ” een artikel met de volgende inhoud, voorzover hier van belang:
De 21 jarige [A], die volgende week moet voorkomen voor het doodsteken van orthopedagoog [B] in het --gebouw aan de Amsterdamse -- op 15 juni, is geen doorsnee dakloze. Het is een rapper ‘met een kort lontje’.
De NPS wijdde in 2007 een uitgebreide documentaire aan hem, waarin duidelijk wordt dat hij sympathiseert met de Crips, een jeugdbende, en al jong het huis uit is gegooid.
[A] had al een strafblad wegens openlijke geweldpleging in 2005. In 2007 kwam hij met justitie in aanraking voor zware mishandeling van een dakloze vrouw. Hij werd wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken. In 2008 heeft de politie hem aangehouden wegens mishandeling. Hij zou een vrouw aan haar haren door haar huis hebben gesleurd. [A] wordt nu verdacht van het doodsteken van de orthopedagoge en het neersteken van twee pedagogisch medewerksters van Spirit.
In de vijfdelige documentaire Vrije Radicalen uit november 2007 is [A] één van de vijf hoofdpersonen. Hij is met zijn vrienden te zien in de Bijlmer, rapt over zijn moeder en vertelt waarom de Crips zo belangrijk voor hem zijn. “Het is mijn nieuwe familie. Mijn moeder heeft me op het verkeerde moment het huis uitgegooid.”
(…)
Het artikel wordt op pagina 17 vervolgd onder de kop “ ‘Mijn moeder liet me vallen’ ” en “[A], die hulpverleenster van Spirit vermoordde, is hoofdpersoon in NPS-documentaire”:
[A] is lid van de Crips. Het is zijn nieuwe familie. En daar is hij trots op. “Familie hoort om je te geven. Blood is thicker than water. Maar bij mijn eigen familie zat dat niet zo.” In zijn ‘gang’ gaat het er niet om mensen te vermoorden ‘maar om samen sterk te staan’, zegt hij in de vijfdelige NPS-documentaire Vrije radicalen (2007) van [C].
[A] is één van de vijf hoofdpersonen. Een hele aflevering wordt aan hem en zijn vrienden gewijd. Hij komt veelvuldig aan het woord en rapt over zijn verleden: “Mijn moeder had problemen met ’t leven dat ik leidde. Ik kwam altijd stoned thuis met rode ogen. Mijn moeder liet me vallen”.
Hij draagt graag een pet met donkere zonnebril. Cool. Over zijn moeder spreekt hij emotieloos: “Mijn moeder heeft me op het verkeerde moment het huis uitgegooid. Zo raak je je zoon kwijt”. Missen doet hij haar niet. “Ik heb haar zo lang moet missen. Ik ben het gewend zonder moeder.”
De moeder van [A] zong in de band van [D]. Ook zij doet haar verhaal. (…)
Op zijn negentiende was haar zoon acht tot negen maanden dakloos. Zelf zegt [A] daarover: “Ik heb op veel plekken geslapen. Opvangcentrum hier, opvangcentrum daar. Tussen junkies op straat. Je moet doorgaan, niet treuren. Ik ben geen volger, ik ben een leider.’
Hij heeft een groot litteken op zijn gezicht, opgelopen bij een vechtpartij met dertig jongens. “Ik nam het op voor een vriend. Anders was die dood geweest.” In de documentaire wordt [A] gevolgd in de rechtszaal, waar hij wordt vrijgesproken van mishandeling van de vrouwelijke dakloze. Na afloop zegt hij: “Gewoon ontkennen is het beste als je niet vast wilt zitten.”
(…)
2.5. De tekst van het artikel op pagina 17 gaat vergezeld van een foto van [A] die in het midden van de pagina is afgedrukt. De foto is drie kolommen breed en is evenzo hoog. Op de foto is het gezicht van [A] van dichtbij afgebeeld. De foto heeft als onderschrift: [A] met het litteken dat hij opliep bij een enorme vechtpartij. Onder de foto is verder vermeld: uit documentaire ‘vrije radicalen’. De foto is een zogenoemde “still “ (één stilstaand beeld) uit de NPS-documentaire.
2.6. Het artikel en de foto zijn direct na publicatie in Het Parool ook geplaatst op de website www.hetparool.nl.
2.7. Het onderzoek ter terechtzitting in de strafzaak tegen [A] in verband met het geweldsmisdrijf in het opvanghuis van Spirit ving aan op 24 september 2009. [A] heeft een bekennende verklaring afgelegd. Bij vonnis van 21 juni 2010 is [A] veroordeeld tot 16 jaar gevangenisstraf. [A] heeft hoger beroep tegen dat vonnis ingesteld waarop nog niet door het gerechtshof is beslist.
3. Het geschil
3.1. [A] vordert - zakelijk weergegeven - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. te verklaren voor recht dat de publicatie van het portret van [A] in Het Parool van 19 september 2009 en op de website www.hetparool.nl van 19 september 2009 tot en met 30 december 2009 onrechtmatig was;
II. Het Parool en [B] te verplichten binnen vijf werkdagen na betekening van het vonnis al die acties te nemen die ertoe leiden dat de van de wesite overgenomen foto van [A] nergens meer op internet te vinden is, op verbeurte van een dwangsom;
III. Het Parool en [B] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 10.000,= aan immateriële schadevergoeding;
IV. Het Parool en [B] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de kosten van dit geding.
3.2. [A] stelt daartoe kort gezegd dat Het Parool met publicatie van de foto inbreuk heeft gemaakt op zijn portretrecht en onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld.
3.3. Het Parool voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Niet in geschil is dat [A] op de foto herkenbaar in beeld is en dat sprake is van een niet in opdracht van [A] vervaardigd portret dat in Het Parool en op de website hetparool.nl openbaar is gemaakt. Op grond van artikel 21 Auteurswet (hierna: Aw) is openbaarmaking van een zonder toestemming van de geportretteerde gemaakt portret niet geoorloofd, voor zover een redelijk belang van de geportretteerde zich tegen openbaarmaking verzet.
4.2. Onder het redelijk belang van artikel 21 Aw valt onder andere de bescherming van de geportretteerde tegen inbreuken van zijn/haar recht op eerbiediging van zijn/haar persoonlijke levenssfeer. Of van een dergelijke inbreuk sprake is, hangt af van de omstandigheden van het geval, waaronder het karakter van het beeldmateriaal en de context van publicatie. Bovendien geldt dat de openbaarmaking van de foto in Het Parool en via de website hetparool.nl in het onderhavige geval is aan te merken als een meningsuiting in de zin van artikel 10 lid 1 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM). Een beperking van de vrijheid van meningsuiting is ingevolge artikel 10 lid 2 EVRM slechts toegestaan, indien die beperking bij wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving ter bescherming van de in artikel 10 lid 2 EVRM genoemde belangen, waaronder de bescherming van de goede naam of rechten van anderen. De beperking dient bovendien proportioneel te zijn. Bij de beantwoording van de vraag of aan deze voorwaarden is voldaan, dienen alle omstandigheden van het geval in ogenschouw te worden genomen.
4.3. De eerste vraag die gelet op het bovenstaande kader beantwoording behoeft, is of Het Parool jegens [A] onrechtmatig heeft gehandeld. Dat is het geval indien de openbaarmaking van de foto door Het Parool is aan te merken als een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [A]. De vordering van [A] stelt uitsluitend de openbaarmaking van de foto in Het Parool en de website hetparool.nl aan de orde en niet de inhoud van het artikel. De beoordeling van de openbaarmaking van de foto kan echter niet los gezien worden van de inhoud van de publicatie waarvan die foto onderdeel uitmaakt.
4.4. De publicatie van het artikel vond plaats tegen de achtergrond van het ernstige geweldsmisdrijf dat op 15 juni 2009 was gepleegd in een opvanghuis van Spirit waarbij een dodelijk slachtoffer en twee zwaar gewonden vielen te betreuren, en de openbare behandeling van de strafzaak tegen de verdachte van dat geweldsmisdrijf die enkele dagen na de publicatie aanving. Het artikel maakt melding van het feit dat de verdachte in die strafzaak, [A] dus, onderwerp is van een documentaire die eerder door de NPS op televisie is uitgezonden. In het artikel wordt een beschrijving gegeven van zijn persoon, zijn persoonlijke omstandigheden en achtergronden. Dat gebeurt door middel van citaten van hetgeen [A] in die NPS-documentaire over zichzelf vertelt en aan de hand van hetgeen [A] in die documentaire van zichzelf en zijn leven laat zien. Aldus komen in het artikel onder meer aan de orde: de sympathie van [A] voor een jeugdbende (de Crips), dat [A] een rapper is, zijn levenswijze als dakloze, zijn strafblad vanwege openlijke geweldpleging en mishandeling en de relatie met zijn moeder. De foto van het gezicht van [A] waarmee het artikel wordt geïllustreerd en tegen publicatie waarvan [A] in deze procedure dus opkomt, is beeldmateriaal dat eveneens afkomstig is uit de NPS-documentaire. Dat is in het artikel ook onder de foto vermeld.
4.5. De beschrijving – in woord en beeld – in het artikel van de persoon “[A]” aan de hand van informatie uit de NPS-documentaire vindt op betrekkelijk zakelijke wijze plaats. Dat die beschrijving een beeld schetst dat feitelijk onjuist is, is niet door [A] gesteld en is verder ook niet gebleken. Die beschrijving is voor het publiek relevant omdat daarmee verband gelegd wordt tussen de persoon “[A]”, zijn persoonlijke omstandigheden en achtergronden zoals die naar voren komen in de NPS-documentaire enerzijds en de aard en ernst van het geweldsmisdrijf waarvan hij verdacht werd anderzijds. De foto van [A] die daarbij is gepubliceerd staat in direct en functioneel verband tot de inhoud van het artikel. In het artikel wordt immers beschreven dat [A] in de NPS-documentaire heeft verteld dat hij het grote litteken op zijn gezicht heeft opgelopen bij een vechtpartij met dertig jongens waarbij hij het voor een vriend opnam. De foto van het gezicht van [A], die afkomstig is uit de NPS-documentaire en waarop dat litteken zichbaar is, is blijkens het onderschrift bij de foto bedoeld als illustratie van die passage in het artikel.
4.6. Bij beoordeling van de (on)rechtmatigheid van de publicatie van de foto door Het Parool is verder van belang dat de informatie in het artikel over [A] en de daarbij gepubliceerde foto van zijn gezicht reeds waren geopenbaard omdat [A] zelf medewerking heeft verleend aan de vervaardiging van de op televisie uitgezonden NPS-documentaire waarvan Het Parool melding maakte en waarop zij zich in het artikel baseerde. De informatie en het portret waren ten tijde van de publicatie in Het Parool middels de website uitzendinggemist.nl nog toegankelijk voor het publiek. Door zijn medewerking te verlenen aan de vervaardiging van de NPS-documentaire heeft [A] er zelf toe bijgedragen dat hij werd blootgesteld aan aandacht in verband met zijn betrokkenheid bij het geweldsmisdrijf in het opvanghuis van Spirit.
4.7. Op zichzelf genomen is juist dat Het Parool met het artikel informatie heeft gepubliceerd die de persoonlijke levenssfeer van [A] betreft. Het artikel omvat mede een beeltenis van het gezicht van [A]. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen met betrekking tot de achtergrond, inhoud en totstandkoming van het artikel in Het Parool en de rol die de foto bij dat artikel vervult, is geen plaats voor het oordeel dat Het Parool onrechtmatig jegens [A] heeft gehandeld door zonder toestemming van [A] tot openbaarmaking van die foto bij het artikel over te gaan. Het belang van [A] dat hij in detentie niet via de door Het Parool gepubliceerde foto in verband gebracht kan worden met het geweldsmisdrijf legt daar tegenover onvoldoende gewicht in de schaal om zich tegen de openbaarmaking van die foto door Het Parool te verzetten. De vorderingen van [A] zijn niet toewijsbaar.
4.8. [A] zal als in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. Deze worden tot op heden aan de zijde van Het Parool en [B] begroot op € 314,= aan vast recht en € 904,= (twee punten van € 452-,=) aan salaris voor de advocaat.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. wijst het gevorderde af;
5.2. veroordeelt [A] in de kosten van de procedure, aan de zijde van Het Parool en [B] tot op heden begroot op € 1.218,=;
5.3. verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.C. van Harmelen en in het openbaar uitgesproken op 29 december 2010.?