ECLI:NL:RBAMS:2010:BP4423
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- G. de Groot
- I.H.J. Konings
- B. M. Vroom-Cramer
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en huurachterstand in bedrijfsruimte met gevolgen voor schadevergoeding
In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam diende, betreft het een geschil tussen eiseres [A] en gedaagde [B] over een huurachterstand en de gevolgen daarvan voor de bedrijfsvoering van eiseres. Eiseres, die een modezaak dreef aan de PC Hooftstraat, heeft vanaf 2005 huurpenningen betaald op een rekening van gedaagde. Eind 2007 bleek echter dat gedaagde deze bedragen niet aan de verhuurder had overgedragen, maar voor zichzelf had gehouden. Dit leidde tot een huurachterstand en uiteindelijk tot een ontruimingsvordering van de verhuurder, die bij verstek is toegewezen. Eiseres heeft haar bedrijfspand op 1 februari 2008 moeten verlaten, wat haar aanzienlijke schade heeft berokkend.
De rechtbank oordeelt dat het handelen van gedaagde onrechtmatig was en dat er een causaal verband bestaat tussen deze onrechtmatige daad en de ontruiming van het bedrijfspand. Eiseres heeft schade geleden door de beëindiging van haar bedrijf, maar de rechtbank stelt dat eiseres niet kan worden verweten dat zij geen verweer heeft gevoerd tegen de ontruiming, gezien haar financiële situatie. De rechtbank benadrukt dat eiseres openheid van zaken moet geven over eventuele regelingen met de verhuurder en de nieuwe huurder met betrekking tot goodwill.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de door eiseres gepresenteerde cijfers over gederfde winst en goodwill niet voldoende zijn onderbouwd. Eiseres krijgt de gelegenheid om de omvang van de schade nader te onderbouwen, waarna gedaagde hierop kan reageren. De zaak wordt aangehouden voor verdere behandeling.