ECLI:NL:RBAMS:2010:BP1887
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Weigering Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) aan taxichauffeur na overtredingen luchthavenreglement Schiphol
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 19 november 2010 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. J.S. Pols, had een verzoek ingediend tegen de weigering van de Minister van Veiligheid en Justitie om een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) af te geven. Deze weigering was gebaseerd op meerdere overtredingen van het luchthavenreglement van Schiphol, waarbij de verzoeker als taxichauffeur zonder toestemming van de exploitant bedrijfsactiviteiten had uitgeoefend.
De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 2 november 2010 en betwijfelde of de overtredingen daadwerkelijk een veiligheidsrisico met zich meebrachten. De rechter oordeelde dat de overtredingen, hoewel ze concurrentievervalsing konden veroorzaken, niet zonder meer een gevaar voor de openbare orde en veiligheid vormden. De voorzieningenrechter wees het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe en bepaalde dat de verzoeker behandeld moest worden alsof hij in het bezit was van een VOG, totdat er een uitspraak was gedaan op het beroep.
Daarnaast werd de Minister van Veiligheid en Justitie veroordeeld tot vergoeding van het door verzoeker betaalde griffierecht van € 150 en de proceskosten van verzoeker, die werden vastgesteld op € 874. De voorzieningenrechter benadrukte dat het screeningsprofiel voor taxichauffeurs niet limitatief was en dat de bodemrechter uiteindelijk zou moeten oordelen over de weigering van de VOG. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.