ECLI:NL:RBAMS:2010:BO8924

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
EA 09-5081
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst na opzegging door werkgever wegens bedrijfseconomische omstandigheden

In deze zaak verzoekt de werknemer, [verzoeker], om ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst met Architekten Cie, nadat de werkgever de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd. De opzegging vond plaats op 1 februari 2010, na toestemming van het UWV op basis van bedrijfseconomische omstandigheden. De kantonrechter heeft de ontvankelijkheid van het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst nog niet was geëindigd op het moment van het verzoek. De kantonrechter heeft vervolgens onderzocht of er sprake was van gewichtige redenen voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De werknemer stelde dat er veranderingen in de omstandigheden waren die een eerdere beëindiging rechtvaardigden, maar de kantonrechter oordeelde dat de opzegging door de werkgever op zichzelf al voldoende was om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. De kantonrechter concludeerde dat er geen zodanige veranderingen waren die een eerdere beëindiging rechtvaardigden en wees het verzoek tot ontbinding af. Tevens werd de werknemer veroordeeld in de proceskosten van de werkgever, vastgesteld op € 545,00. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 27 januari 2010.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
SECTOR KANTON - LOCATIE AMSTERDAM
Kenmerk : EA 09-5081
Datum : 27 januari 2010
497
Beschikking van de kantonrechter te Amsterdam op een verzoek als bedoeld in artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek, ingediend door:
[verz[verzoeker]
hierna te noemen: [verzoeker]
wonende te De Bilt
verzoeker
gemachtigde: mr. W.J. Floor
t e g e n:
de maatschap De Architekten Cie
hierna te noemen: Architekten Cie
gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam
verweerster
gemachtigde: mr. M.C.T. Burgers
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
[verzoeker] heeft op 20 november 2009 een verzoek ingediend dat strekt tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met Architekten Cie. Architekten Cie heeft een verweerschrift ingediend, waarna de mondelinge behandeling is bepaald op 18 december 2009. [verzoeker] is verschenen, vergezeld van zijn gemachtigde. Architekten Cie is eveneens verschenen, vergezeld van haar gemachtigde. Op de zitting hebben beide partijen hun standpunten mede aan de hand van pleitnotities toegelicht en zijn vragen van de kantonrechter beantwoord.
BEOORDELING VAN HET VERZOEK
feitelijke uitgangspunten
1. Tot uitgangspunt dient het volgende:
1.1. Architekten Cie houdt zich bezig met het ontwerpen en tekenen van uiteenlopende gebouwen in binnen- en buitenland, variërend van kleinschalige villa’s tot grootschalige mixed-use projecten.
1.2. De maatschap wordt gevormd door vier architecten, te weten ir. [naam 1], ir. [naam 2], ir. [naam 3] en ir. [naam 4]. Bij Architekten Cie zijn nog circa 42 werknemers in dienst.
1.3. De thans 53-jarige [verzoeker] is op 1 maart 1992 bij Architekten Cie in dienst getreden en is laatstelijk werkzaam als medewerker systeembeheer op basis van een werkweek van 38 uur tegen een salaris van € 3.900,00 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten.
Op de arbeidsovereenkomst is de CAO voor personeel in dienst van Architectenbureaus van toepassing.
1.4. Architekten Cie vraagt bij brief van 22 juni 2009 aan het UWV het dienstverband met 15 van haar werknemers op grond van bedrijfseconomische omstandigheden te beëindigen.
1.5. Het UWV geeft bij beslissing van 14 augustus 2009 aan Architekten Cie de gevraagde toestemming tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] en overweegt daartoe onder meer:
Naar mijn oordeel heeft werkgever de aangevoerde ontslaggrond voldoende aannemelijk kunnen maken. Het besluit van werkgever om in verband met de thans voorliggende bedrijfseconomische omstandigheden op de personeelskosten te besparen, is mijns inziens niet op onredelijke gronden tot stand gekomen. Daarbij neem ik in aanmerking dat werkgever aannemelijk heeft gemaakt dat de huidige omzet aanzienlijk achterblijft bij eerdere verwachtingen en dat werkgever om forse verliezen en een mogelijk faillissement te voorkomen, genoodzaakt is om tot inkrimping van het personeelsbestand over te gaan. Niet is komen vast te staan dat het in het verweer aangehaalde project [projectnaam] voor werkgever, al dan niet op korte termijn, omzet gaat genereren. Voor het andere in het verweer opgevoerde nieuwe project kan ik dat niet uitsluiten, maar hieraan ken ik niet een zodanig doorslaggevende betekenis toe dat dit tot een andere beslissing kan leiden.
1.6. Bij brief van 24 augustus 2009 zegt Architekten Cie het dienstverband met [verzoeker] tegen 1 februari 2010 op.
1.7. De gemachtigde van [verzoeker] verzoekt bij brief van 5 oktober 2009 aan Architekten Cie aan [verzoeker] in verband met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een billijke vergoeding toe te kennen.
1.8. De gemachtigde van Architekten Cie antwoordt bij brief van 27 oktober 2009 onder meer dat haar financiële positie een ontslagvergoeding niet toelaat.
verzoek
2. [verzoeker] verzoekt om een ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen bestaande uit veranderingen in de omstandigheden van zodanige aard dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen billijkheidshalve op 31 januari 2010 eindigt onder toekenning van een vergoeding van € 95.000,00 bruto.
verweer
3. Architekten Cie verweert zich tegen de gevraagde ontbinding en vergoeding. Kort gezegd voert Architecten Cie aan dat gelet op de omstandigheden dat Architecten Cie voorafgaand aan het door [verzoeker] ingediende verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd, de arbeidsovereenkomst ten gevolge van de opzegging op zeer korte termijn eindigt, geen sprake is van veranderingen in de omstandigheden en artikel 7:681 BW een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang biedt voor het beantwoorden van de vraag of [verzoeker] aanspraak kan maken op enige vergoeding ten gevolge van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, [verzoeker] in zijn verzoek niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, althans het verzoek tot ontbinding dient te worden afgewezen, althans geen vergoeding aan [verzoeker] dient te worden toegekend. Architecten Cie verzoekt voorts bij toewijzing van haar verweer aan haar een aanmerkelijk hogere vergoeding voor kosten rechtsbijstand toe te kennen dan het geliquideerde tarief.
beoordeling
4. De kantonrechter heeft eerst de vraag te beantwoorden of [verzoeker] in zijn verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst kan worden ontvangen.
5. De opzegging van de arbeidsovereenkomst door Architekten Cie tegen 1 februari 2010 heeft in beginsel tot gevolg dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen eindigt met ingang van de datum waartegen is opgezegd. Doordat de arbeidsovereenkomst tot 1 februari 2010 voortduurt, kan die arbeidsovereenkomst tot die datum nog worden ontbonden op de voet van artikel 7:685 BW, indien daartoe grond bestaat.
Nu de datum van 1 februari 2010 nog niet is verstreken, is naar het oordeel van de kantonrechter [verzoeker] in zijn verzoek ontvankelijk.
6. De kantonrechter heeft vervolgens te onderzoeken of er een grond bestaat tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Een arbeidsovereenkomst kan op grond van artikel 7:685 BW wegens gewichtige redenen worden ontbonden. Een gewichtige reden kan ingevolge artikel 7:685 lid 2 BW zijn `veranderingen in de omstandigheden, welke van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen´.
Nu echter de arbeidsovereenkomst als gevolg van de opzegging door Architecten Cie nog maar een beperkte looptijd heeft, heeft de kantonrechter overeenkomstig de in de beschikking van de Hoge Raad van 11 december 2009, LJN 09-2318 neergelegde maatstaf, na te gaan of van een zodanige verandering in de omstandigheden sprake is dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve op een nog eerder tijdstip hoort te eindigen dan waartegen is opgezegd.
7. [verzoeker] heeft in het verzoekschrift tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst onder sub 8 aangevoerd, dat het verzoek is ingediend om ten laste van Architecten Cie aan [verzoeker] een billijke ontslagvergoeding toe te kennen. Ten tijde van de mondelinge behandeling heeft [verzoeker] het aldus verwoord, dat de omstandigheid is gelegen in het belang van [verzoeker] om op korte termijn zekerheid te krijgen omtrent de hoogte van de al dan niet te betalen vergoeding. Voorts heeft [verzoeker] op de mondelinge behandeling aangevoerd dat de omstandigheid (ook) is de wens van de werkgever van [verzoeker] af te willen.
8. Architecten Cie heeft gemotiveerd betwist dat sprake is van een zodanige verandering in de omstandigheden dat de arbeidsovereenkomst dient te worden ontbonden.
9. Voor het beantwoorden van de vraag of van een zodanige verandering in de omstandigheden sprake is dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd dient te worden ontbonden heeft de kantonrechter in het licht van voren aangehaalde maatstaf acht te slaan op alle omstandigheden van het geval.
In dit geval heeft Architecten Cie de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] na verkregen toestemming van het UWV opgezegd tegen 1 februari 2010.
De grond van de opzegging van de arbeidsovereenkomst is gelegen in bedrijfseconomische omstandigheden. De kredietcrises en de daarop gevolgde recessie heeft in zeer korte tijd de financiële positie van verschillende categorieën bedrijven ernstig nadelig beïnvloed. In het algemeen is het voor bedrijven lastiger geworden externe financiering voor hun activiteiten te krijgen, terwijl de omzet in verschillende bedrijfstakken substantieel is verminderd. Tot de bedrijven die met een substantieel verlies aan omzet zijn geconfronteerd, behoren de bedrijven die zich bezig houden met vastgoed. Uit de door Architecten Cie overgelegde financiële gegevens leidt de kantonrechter af, dat ook Architecten Cie met deze marktontwikkeling is geconfronteerd. De kantonrechter is van oordeel, dat Architecten Cie gelet op deze omstandigheden zich in redelijkheid op het standpunt kan stellen dat voor de continuering van de onderneming verdergaande kostenbesparende maatregelen noodzakelijk zijn, waaronder de beëindiging van de arbeidsovereenkomsten met onder meer [verzoeker] ter beperking van de personeelskosten. Deze omstandigheid die tot opzegging van de arbeidsovereenkomst heeft geleid is op zichzelf een externe omstandigheid die niet aan Architecten Cie is te verwijten.
De onderlinge verhouding tussen partijen is niet verstoord. [verzoeker] heeft altijd naar volle tevredenheid van Architekten Cie zijn werkzaamheden uitgevoerd en [verzoeker] werkt graag bij Architekten Cie en zou het liefst zijn dienstverband bij Architekten Cie willen continueren. Architekten Cie heeft [verzoeker] ook na de opzegging van het dienstverband in staat gesteld zijn werkzaamheden uit te voeren en [verzoeker] is dat ook blijven doen.
De enkele omstandigheid dat een werkgever de arbeidsovereenkomst opzegt en de werknemer gezien de gevolgen die de beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor hem heeft een vergoeding verlangt, is onvoldoende om een zodanige verandering in de omstandigheden aan te merken dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve eerder dient te eindigen dan de dag waartegen de arbeidsovereenkomst is opgezegd. De vraag of [verzoeker] aanspraak kan maken op een vergoeding terzake van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de door Architekten Cie gedane opzegging dient te worden beantwoord in een afzonderlijke dagvaardingsprocedure aan de hand van het bepaalde in artikel 7:681 BW.
10. Het voorgaande leidt ertoe dat naar het oordeel van de kantonrechter in dit geval geen sprake is van een zodanige verandering in de omstandigheden dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve op een eerder tijdstip dan 1 februari 2010 behoort te eindigen. Dit betekent dat het verzoek van [verzoeker] tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt afgewezen.
11. Gelet op deze uitkomst van de procedure wordt [verzoeker] veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Architekten Cie gevallen. Er zijn geen bijzondere omstandigheden die afwijking van het geliquideerde tarief rechtvaardigen.
BESLISSING
De kantonrechter:
I. wijst het verzoek van [verzoeker] af;
II. bepaalt de door [verzoeker] aan Architekten Cie te betalen proceskosten op € 545,00 wegens salaris gemachtigde;
III. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad
Aldus gegeven door mr. D.H. de Witte, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken op 27 januari 2010 in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter