1. Tot uitgangspunt geldt het volgende:
1.1. [eiser] is met ingang van 9 juni 2009 bij Connexxion voor de duur van 6 maanden in dienst getreden in de functie van chauffeur voor de arbeidsduur van (gemiddeld) 22,5 uur per week. Op 23 november 2009 is de arbeidsovereenkomst verlengd tot en met 8 december 2010. Het salaris bedroeg maandelijks € 860,17 bruto (op basis van € 1.529,19 bruto per maand bij een fulltime dienstverband van 40 uur).
1.2. Connexxion zendt [eiser] bij brief van 22 februari 2010 een nieuwe arbeidsovereenkomst. Het betreft een zogeheten jaaruren dienstverband voor de periode van 1 maart 2010 tot 31 juli 2010 voor een arbeidsduur van gemiddeld 6,81 uur per week. Het salaris bedraagt € 276,32 bruto per maand (op basis van € 1.623,04 bruto per maand bij een fulltime dienstverband van 40 uur).
1.3. Op 18 maart 2010 vindt op het kantoor van Connexxion met [eiser] een gesprek plaats over een melding van vermeende sexuele handelingen met een reiziger. Connexxion verzoekt [eiser] het aan hem ter beschikking gestelde voertuig in te leveren en schorst hem tot 24 maart 2010. Bij brief van 19 maart 2010 bevestigt Connexion aan [eiser] hetgeen besproken is.
1.4. Op 18 maart 2010 ondertekent [eiser] – kennelijk op het kantoor van Connexxion - de eerder bij brief van 22 februari 2010 toegezonden arbeidsovereenkomst.
1.5. Connexxion bericht [eiser] bij brief van 22 maart 2010 dat Connexxion na het inleveren van het voertuig door [eiser] heeft geconstateerd dat [eiser] meer kilometers heeft gereden dan noodzakelijk was voor zijn werkzaamheden. Verder vermeldt Connexxion dat [eiser] tegen de afspraak in contact heeft gezocht met de reiziger die de melding van sexuele handelingen heeft gedaan. Connexxion schrijft dat zij daarop tevergeefs contact met [eiser] heeft gezocht. Connexxion roept [eiser] op om zich zo snel mogelijk en uiterlijk op woensdag 24 maart 2010 op de vestiging te melden voor een gesprek. Aan deze oproep geeft [eiser] geen gevolg.
1.6. Bij dagvaardingen van 24 maart 2010 en 13 mei 2010 betrekt [eiser] Connexxion in kort geding. [eiser] vordert te worden toegelaten tot de uitoefening van zijn werkzaamheden, betaling van het salaris over april 2010 en doorbetaling van salaris vanaf mei 2010 tot het rechtsgeldige einde van de arbeidsovereenkomst, vermeerderd met de wettelijke verhoging, alsmede de afgifte van salarisspecificaties. Ter zitting is vastgesteld dat Connexxion inmiddels het achterstallig loon had betaald.
De kantonrechter wijst in kort geding bij vonnis van 28 mei 2010 – kort gezegd – de wettelijke verhoging over het te laat betaalde salaris over de maanden januari en februari 2010 en de afgifte van salarisspecificaties toe. De kantonrechter overweegt onder meer:
10. De kantonrechter is vooralsnog van oordeel dat de tweede arbeidsovereenkomst de rechtsverhouding tussen partijen bepaalt. Deze arbeidsovereenkomst is bij brief van 22 februari 2010 aan [eiser] toegezonden. Op 18 maart 2010 heeft [eiser] de arbeidsovereenkomst ondertekend en ingeleverd. Gelet op de tussenliggende periode heeft [eiser] ruim de tijd gehad om zich over deze arbeidsovereenkomst te beraden. Dat de arbeidsovereenkomst onder invloed van een wilsgebrek tot stand is gekomen, is onvoldoende komen vast te staan.
…….
13. [eiser] heeft ook wedertewerkstelling gevorderd. Voor wedertewerkstelling bestaat echter geen grond. Connexxion heeft aangevoerd dat zij [eiser] bij brief van 22 maart 2010 heeft uitgenodigd voor een gesprek over hervatting van zijn werkzaamheden. [eiser] heeft betwist dat hij deze brief heeft ontvangen. Ter zitting heeft Connexxion een retourbewijs van de aangetekende brief getoond. Nu [eiser] de brief niet heeft opgehaald op het postkantoor, dienen de gevolgen voor zijn risico te komen.
1.7. Connexxion bericht [eiser] bij aangetekend en gewone post verzonden brief van 2 juli 2010, dat het tijdelijke dienstverband tot 31 juli 2010 niet wordt voortgezet en derhalve op 31 juli 2010 eindigt. Voorts wordt in de brief gesteld, dat [eiser] met het door Connexxion ter beschikking gestelde voertuig ca 3500 km privé heeft gereden, hetgeen Connexxion voor onrechtmatig gebruik houdt.
1.8. Op de salarisspecificatie van juli 2010 wordt een bedrag van € 665,00 ingehouden met als omschrijving “bedrijfsauto”. De gemachtigde van [eiser] maakt bij brief van 9 augustus 2010 tegen deze inhouding bezwaar. Connexxion antwoordt bij brief van 19 augustus 2010 dat de vestigingsmanager [naam 2] over de inhouding nadere informatie kan verstrekken. De gemachtigde van [eiser] vraagt [naam 2] bij brief van 24 augustus 2010 een toelichting op de inhouding te geven. Nadat een reactie uitblijft, herhaalt de gemachtigde van [eiser] haar verzoek bij brief van 6 september 2010. Ook op deze brief wordt niet gereageerd.
1.9. Bij dagvaarding van 30 juni 2010 betrekt [eiser] Connexxion in een bodemprocudure. Connexxion stelt zich en vraagt en verkrijgt tweemaal uitstel voor het nemen van een conclusie van antwoord. Op de zittingsdag van maandag 13 september 2010 zendt Connexxion per fax om 9.39 uur de conclusie van antwoord. De griffier bericht Connexxion die dag dat op de rolzitting die ochtend niet (tijdig) een conclusie van antwoord is genomen, zodat de zaak voor vonnis staat. Connexxion maakt hiertegen bezwaar, waarna de griffier Connexxion bij brief van 23 september 2010 bericht dat de conclusie van antwoord niet een dag voorafgaande aan de rolzitting bij de rechtbank aanwezig was, zodat de toezending per fax te laat was.
In het eindvonnis van de kantonrechter van 27 september 2010 wordt voor recht verklaard dat de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst van 18 maart 2010 is vernietigd, op grond waarvan de overeenkomst die op 9 juni 2009 is gesloten en per 29 oktober 2009 is verlengd thans nog tussen partijen bestaat en partijen hieraan ook gevolg dienen te geven. Connexxion wordt in de proceskosten veroordeeld.
1.10. De gemachtigde van [eiser] vraagt bij brief van 30 september 2010 aandacht voor de gevolgen van het vonnis van 27 september 2010. Connexxion geeft geen reactie, waarna de gemachtigde bij fax van 20 oktober 2010 haar verzoek herhaalt. Ook op deze fax reageert Connexxion niet.
1.11. Op 12 november 2010 is Connexxion van het vonnis van de kantonrechter van 27 september 2010 in hoger beroep gekomen bij het Gerechtshof te Amsterdam.