ECLI:NL:RBAMS:2010:BO7881

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
13.706706-10 RK nummer: 10/5430
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van overlevering aan Polen wegens gebrek aan garanties voor een nieuwe behandeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 oktober 2010 uitspraak gedaan over de vordering tot overlevering van een opgeëiste persoon aan Polen. De vordering was ingediend door de officier van justitie op 2 september 2010, naar aanleiding van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Judge of the District Court te Legnica op 29 oktober 2009. De opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1980 en thans gedetineerd in Nederland, was veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, die oorspronkelijk voorwaardelijk was opgelegd maar later onvoorwaardelijk werd gemaakt.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon niet op de zitting van 2 april 2007 aanwezig was en niet op de hoogte was van de zitting, wat betekent dat hij niet de mogelijkheid had om zich te verdedigen. Dit is in strijd met de vereisten van de Overleveringswet (OLW), die stelt dat de uitvaardigende justitiële autoriteit garanties moet bieden voor een nieuwe behandeling. De rechtbank heeft informatie ontvangen van de Judge of the Regional Court in Legnica, die bevestigde dat de opgeëiste persoon geen recht had op een herziening van het vonnis onder de Poolse wetgeving.

Gezien het ontbreken van deze garanties heeft de rechtbank geoordeeld dat de overlevering van de opgeëiste persoon aan Polen moet worden geweigerd. De rechtbank heeft de beslissing genomen in overeenstemming met de artikelen 2, 5, 7 en 12 van de Overleveringswet, en heeft geconcludeerd dat de overlevering niet kan plaatsvinden omdat niet aan alle eisen is voldaan. De uitspraak is definitief, en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Parketnummer: 13.706706-10 RK nummer: 10/5430
Datum uitspraak: 12 oktober 2010
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 2 september 2010 en strekt onder meer tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB), uitgevaardigd op 29 oktober 2009 door de Judge of the District Court te Legnica, Polen.
Dit bevel betreft de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon],
geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedatum] 1980,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans gedetineerd in het Huis van Bewaring “De Koepel” te Haarlem,
hierna te noemen de opgeëiste persoon.
1. Procesgang
De vordering is behandeld op de openbare zitting van 12 oktober 2010. Daarbij zijn de officier van justitie, de opgeëiste persoon en zijn raadsman, mr. L.J. Woltring, advocaat te Haarlem, gehoord. De opgeëiste persoon is bijgestaan door een tolk in de Poolse taal.
2. Grondslag en inhoud van het EAB
Aan het EAB ligt een vonnis van de Regional Court in Lubin van 2 april 2007 ten grondslag (VI K 1610/06) ten grondslag. Onherroepelijk geworden op 4 mei 2007. Tevens ligt een beslissing van de Regional Court in Lubin van 20 augustus 2009 aan het EAB ten grondslag, waarbij de arrestatie van de opgeëiste persoon is bevolen.
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van de tenuitvoerlegging op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat van een vrijheidsstraf voor de duur van 9 maanden. De vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd bij voornoemd vonnis.
Deze straf is in eerste instantie voorwaardelijk aan de opgeëiste persoon opgelegd. Bij beslissing van 3 februari 2009 heeft de Regional Court in Lubin de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf bevolen.
Dit vonnis betreft de feiten zoals die zijn omschreven in een door de griffier gewaarmerkte en als bijlage aan deze uitspraak gehechte fotokopie van onderdeel e) van het EAB.
3. Identiteit van de opgeëiste persoon
De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij niet de Nederlandse, maar de Poolse nationaliteit heeft.
4. Verstekvonnis en garantie ex artikel 12 OLW
Uit het EAB en de aanvullende informatie is de rechtbank het volgende gebleken:
Bij vonnis van de Regional Court in Lubin van 2 april 2007 is de opgeëiste persoon veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Het vonnis is bij verstek gewezen en op 4 mei 2007 onherroepelijk geworden. Deze voorwaardelijke straf is bij beslissing van 3 februari 2009 van de Regional Court in Lubin omgezet in een onvoorwaardelijke straf.
Gebleken is dat de opgeëiste persoon niet persoonlijk is gedagvaard of op andere wijze in persoon is ingelicht omtrent de datum en plaats van de zitting van 2 april 2007. Het gevolg hiervan is dat de overlevering – gelet op het bepaalde in artikel 12 OLW – in beginsel dient te worden geweigerd, tenzij de uitvaardigende justitiële autoriteit de garantie als bedoeld in dit artikel verstrekt.
Bij brief van 17 september 2010 heeft de Judge of the Regional Court in Legnica de volgende informatie verstrekt.
The default judgement is final and under Polish law the convict is not entitled to apply for judicial review.
Voorts is door de Senior Court Clerk van de District Court in Legnica op 6 en 8 oktober 2010 nogmaals bevestigd dat de veroordeelde niet op de zitting aanwezig was en niet is vertegenwoordigd door een advocaat.
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat de overlevering van de opgeëiste persoon geweigerd moet worden nu de uitvaardigende justitiële autoriteit ondubbelzinnig te kennen heeft gegeven dat de opgeëiste persoon geen mogelijkheden heeft om een nieuwe behandeling te verzoeken, zodat een garantie als bedoeld in artikel 12 OLW ontbreekt.
5. Slotsom
Nu ten aanzien van de feiten waarvoor de overlevering wordt gevraagd is vastgesteld dat niet aan alle eisen is voldaan die de OLW daaraan stelt, dient de overlevering te worden geweigerd.
6. Toepasselijke wetsbepalingen
Artikelen 2, 5, 7 en 12 van de Overleveringswet.
7. Beslissing
WEIGERT de overlevering van [opgeëiste persoon] aan de Judge of the District Court te Legnica, Polen.
Aldus gedaan door
mr. C.W. Bianchi, voorzitter,
mrs. L. Biller en J.L. De Vries, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.B. Boukema, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 12 oktober 2010.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, van de OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.