ECLI:NL:RBAMS:2010:BO7032
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Oplegging van een Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer en de vaststelling van de identiteit van de bestuurder
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 3 november 2010 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de oplegging van een Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (EMA) aan eiser. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. P.J. Stronks, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, dat hem verplichtte mee te werken aan de EMA. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de bestuurder, die op 7 november 2009 om 2:06 uur was aangehouden, was vastgesteld aan de hand van het rijbewijs op naam van eiser. Eiser ontkende echter de bestuurder te zijn geweest en voerde aan dat hij slachtoffer was van een persoonsverwisseling.
De rechtbank heeft de stukken van het dossier zorgvuldig bestudeerd en concludeert dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de juistheid van het op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van bevindingen. De rechtbank merkte op dat politiefunctionarissen getraind zijn in het vaststellen van identiteiten en dat er geen bewijs was dat de identiteit van eiser niet correct was vastgesteld. Eiser had later aangifte gedaan van vermissing van zijn rijbewijs, maar dit weerhield de rechtbank er niet van om te oordelen dat eiser de bestuurder was op het moment van de aanhouding.
De rechtbank heeft ook overwogen dat eiser voldoende procesbelang had bij de beoordeling van zijn beroep, ondanks het feit dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. De rechtbank heeft uiteindelijk het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen zes weken na verzending van de uitspraak.