ECLI:NL:RBAMS:2010:BN3631
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van openstaand factuurbedrag en rente in het kader van een betalingsregeling
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is een vordering aan de orde van de Poolse vennootschap Zaklady Miesne Brat-Pol Sp. z o.o. tegen de Nederlandse vennootschap Wibeka Slachterijen B.V. De procedure is ingeleid met een Europees betalingsbevel, waarbij Zaklady een openstaand factuurbedrag van € 26.814,56 vordert. Wibeka heeft in het verleden een betalingsregeling getroffen en stelt dat zij reeds € 25.500,- heeft afbetaald, waardoor er nog een bedrag van € 17.814,56 openstaat. Wibeka betwist de hoogte van de rente en stelt dat de incasso-gemachtigde van Zaklady onterecht een Europees betalingsbevel heeft aangevraagd, omdat er een betalingsregeling was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat Zaklady in totaal € 52.209,79 heeft gefactureerd, maar dat Wibeka slechts € 43.314,56 erkent. De rechtbank heeft geoordeeld dat Wibeka het openstaande bedrag van € 17.814,56 moet betalen, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 29 mei 2009. De rechtbank heeft het beroep van Wibeka op verrekening van een tegenvordering gepasseerd, omdat de gegrondheid daarvan niet eenvoudig vast te stellen was. In reconventie heeft Wibeka vorderingen ingesteld op basis van een mondelinge overeenkomst over commissiebetalingen, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat Wibeka onvoldoende bewijs heeft geleverd voor het bestaan van deze overeenkomst. De vorderingen in reconventie zijn afgewezen.
De rechtbank heeft de proceskosten in conventie gecompenseerd, maar Wibeka is veroordeeld in de proceskosten in reconventie. Dit vonnis is gewezen op 17 maart 2010 door mr. M.R.J. van Wel.