Parketnummer: 13/525609-09 (PROMIS)
Datum uitspraak: 14 juli 2010
van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973,
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres]
De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 28 en 30 juni 2010.
Aan verdachte is telastegelegd, zoals is omschreven in de dagvaarding en de vordering wijziging telastelegging toegewezen ter terechtzitting van 18 mei 2010 dat:
1. primair:
hij op of omstreeks 12 juli 2009 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, die [slachtoffer 1] (van dichtbij/met een opgezet schot) door het hoofd geschoten en/of die [slachtoffer 2] in de borst geschoten, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 1] en/of voornoemde [slachtoffer 2] is/zijn overleden;
Artikel 289 juncto 47 Wetboek van Strafrecht
indien de vorenstaande ten laste gelegde moord niet tot een bewezenverklaring zou leiden:
subsidiair:
hij op of omstreeks 12 juli 2009 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) met dat opzet die [slachtoffer 1] (van dichtbij/met een opgezet schot) door het hoofd geschoten en/of die [slachtoffer 2] in de borst geschoten, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] is/zijn overleden,
welke vorenomschreven doodslag(en) werd(en) gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van na te noemen strafbaar feit, en welke doodslag(en) werd(en) gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat na te noemen feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan de andere deelnemer(s) straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] (en/of anderen) gedwongen tot de afgifte van enig geldbedrag en/of enig goed en/of
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening weggenomen enig geldbedrag en/of enig goed, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] (en/of anderen),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk zich, voorzien van een of meer vuurwapen(s), naar de woning [adres 1] te Amsterdam heeft/hebben begeven en die woning betreden en/of dat/die vuurwapen(s) op die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] (en/of anderen) gericht en/of geroepen: "Money money" en/of een of meer schot(en) afgevuurd;
Artikel 288 juncto 47 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 12 juli 2009 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) met dat opzet die [slachtoffer 1] (van dichtbij/met een opgezet schot) door het hoofd geschoten en/of die [slachtoffer 2] in de borst/het hart geschoten, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] is/zijn overleden,
welke vorenomschreven doodslag(en) werd(en) gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van na te noemen strafbaar feit, en welke doodslag(en) werd(en) gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat na te noemen feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan de andere deelnemer(s) straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] (en/of anderen) te dwingen tot de afgifte van enig geldbedrag en/of enig goed en/of
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening weg te nemen enig geldbedrag en/of enig goed en dit voorgenomen misdrijf te doen voorafgaan en/of vergezellen en/of volgen van geweld en/of bedreiging met geweld, althans heeft/hebben doen voorafgaan en/of vergezellen en/of volgen van geweld en/of bedreiging met geweld, tegen die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] (en/of anderen),
opzettelijk zich, voorzien van een of meer vuurwapen(s), naar de woning [adres 1] te Amsterdam begeven en die woning betreden en/of dat/die vuurwapen(s) op die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] (en/of anderen) gericht en/of geroepen: "Money money" en/of een of meer schot(en) afgevuurd;
Artikel 288 juncto 47 Wetboek van Strafrecht
meer subsidiair:
hij op of omstreeks 12 juli 2009 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heef/hebben weggenomen een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of ander(en) de vlucht mogelijk te maken, en/of het bezit van het gestolene te verzekeren,
met het oogmerk om zichzelf en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld (bij voornoemde diefstal) en/of afpersing) hierin bestond(en) dat hij verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk
- zich naar de woning [adres 1] heeft/hebben begeven en/of
- die woning is/zijn binnengegaan en/of
- vuurwapen(s) op die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] heeft/hebben gericht en/of
- heeft/hebben geroepen “money, money”, althans dergelijke woorden en/of
- een of meer schoten heeft/hebben gelost,
welk feit de dood van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ten gevolge heeft gehad en/of welk feit zwaar lichamelijk letsel voor [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] (te weten een of meer schotwond(en) en/of gebroken arm(en), welke verwondingen operatief ingrijpen noodzakelijk maakten) ten gevolge heeft gehad.
Art 312 jo. 317 Wetboek van Strafrecht
2. primair:
hij op of omstreeks 12 juli 2009 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, met een of meer vuurwapen(s) op die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 3] heeft/hebben geschoten (waardoor die [slachtoffer 4] in de buikstreek en/of de (rechter)bil en/of de schouder is geraakt en/of die [slachtoffer 3] in het been is geraakt);
Artikel 289 juncto 47 juncto 45 Wetboek van Strafrecht
indien de vorenstaande ten laste gelegde poging tot moord niet tot een bewezenverklaring zou leiden:
subsidiair:
hij op of omstreeks 12 juli 2009 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] van het leven te beroven, met dat opzet met een of meer vuurwapen(s) op die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 3] heeft/hebben geschoten (waardoor die [slachtoffer 4] in de buikstreek en/of de (rechter)bil en/of de schouder is geraakt en/of die [slachtoffer 3] in het been is geraakt),
welke vorenomschreven poging(en) tot doodslag werd(en) gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van na te noemen strafbaar feit, en welke poging(en) tot doodslag werd(en) gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat na te noemen feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan de andere deelnemer(s) straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 3] (en/of anderen) gedwongen tot de afgifte van enig geldbedrag en/of enig goed en/of
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening weggenomen enig geldbedrag en/of enig goed, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 3] (en/of anderen),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk zich, voorzien van een of meer vuurwapen(s), naar de woning [adres 1] te Amsterdam heeft/hebben begeven en die woning betreden en/of dat/die vuurwapen(s) op die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 3] (en/of anderen) gericht en/of geroepen: "Money money" en/of een of meer schot(en) afgevuurd;
Artikel 288 juncto 47 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 12 juli 2009 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] van het leven te beroven, met dat opzet met een of meer vuurwapen(s) op die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 3] heeft/hebben geschoten (waardoor die [slachtoffer 4] in de buikstreek en/of de (rechter)bil en/of de schouder is geraakt en/of die [slachtoffer 3] in het been is geraakt),
welke vorenomschreven poging(en) tot doodslag werd(en) gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van na te noemen strafbaar feit, en welke poging(en) tot doodslag werd(en) gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat na te noemen feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan de andere deelnemer(s) straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 3] (en/of anderen) te dwingen tot de afgifte van enig geldbedrag en/of enig goed en/of
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening weg te nemen enig geldbedrag en/of enig goed en dit voorgenomen misdrijf te doen voorafgaan en/of vergezellen en/of volgen van geweld en/of bedreiging met geweld, althans heeft/hebben doen voorafgaan en/of vergezellen en/of volgen van geweld en/of bedreiging met geweld, tegen die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 3] (en/of anderen),
opzettelijk zich, voorzien van een of meer vuurwapen(s), naar de woning [adres 1] te Amsterdam begeven en die woning betreden en/of dat/die vuurwapen(s) op die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 3] (en/of anderen) gericht en/of geroepen: "Money money" en/of een of meer schot(en) afgevuurd;
Artikel 288 juncto 47 juncto 45 Wetboek van Strafrecht
3. hij in of omstreeks 10 juli 2009 tot en met 12 juli 2009 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een kilo (ruwe) cocaine (fishskin), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaine, in elk geval een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s) opzettelijk (ten behoeve van een (Albanese) kopende partij en/of [naam 1]) [medeverdach[medeverdachte 1] en/of [medeverdacht[medeverdachte 2] en/of een of meer ander(en) benaderd aangaande de levering van een kilo (ruwe) cocaine (fishskin) en/of een of meer ontmoeting(en) gearrangeerd en/of afgesproken en/of gehad en/of een of meer persoonlijke en/of telefonische gesprek(ken) gevoerd met die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [naam 1] en/of de (Albanese) kopende partij en/of een of meer ander(en) en/of (ten behoeve van die [medeverdachte 1] en/of een of meer ander(en)) geïnformeerd bij de (Albanese) kopende partij of deze partij daadwerkelijk over de aankoopsom beschikte en/of met de kopende partij en/of die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of anderen naar [adres 1] is gegaan (waar de levering plaats zou vinden);
Artikel 10A Opiumwet
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officieren van justitie ontvankelijk zijn in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Waardering van het bewijs
Het feitencomplex zoals dat aan verdachte onder 1, 2 en 3 te laste is gelegd, behelst, kort gezegd het plegen van voorbereidingshandelingen voor de verkoop van één kilo cocaïne, en betrokkenheid bij de daarop, op 12 juli 2009, gevolgde schietpartij in een woning aan [adres 1] te Amsterdam, waarbij twee personen om het leven zijn gekomen, en twee andere personen zwaar gewond zijn geraakt.
De rechtbank stelt, op grond van de verklaringen die zich in het dossier bevinden en het verhandelde ter terechtzitting, vast dat twee tot op heden onbekend gebleven personen de bedoelde woning zijn binnengegaan, en dat daarna de bedoelde schietpartij met de hiervoor genoemde gevolgen heeft plaatsgevonden. Voorts staat vast dat een aanzienlijke hoeveelheid geld die zich in de woning bevond door de twee schutters is meegenomen. Een en ander heeft plaatsgevonden nadat in de periode van 10 juli 2009 tot en met 12 juli 2009 door verschillende personen activiteiten zijn ontplooid om in de woning aan [adres 1] aan een groep daar verblijvende personen van Albaneze herkomst een kilo cocaïne te verkopen.
Verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat hij dergelijke voorbereidingshandelingen als bedoeld in art. 10a Opiumwet heeft begaan (onder 3 telastegelegd). Verdachte heeft ter terechtzitting betrokkenheid bij de onder 1 en 2 telastegelegde feiten ontkend.
3.2. Het standpunt van de officier van justitie
De officieren van justitie hebben zich op het standpunt gesteld dat het onder 3 telastegelegde bewezen dient te worden geacht, doch dat het onder 1 en 2 telastegelegde niet bewezen kan worden geacht.
3.3. Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte vrijgesproken dient te worden van het onder 1 en 2 telastegelegde en heeft zich gerefereerd ten aanzien van het onder 3 telastegelegde aan het oordeel van de rechtbank.
3.4. Het oordeel van de rechtbank
3.4.1. Vrijspraak ten aanzien van het onder 1 en 2 telastegelegde
De rechtbank acht, met de officieren van justitie en de raadsman, niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen onder 1 en 2 is telastegelegd, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.
Het is niet duidelijk of er cocaïne aanwezig was of niet. Het is niet uit te sluiten dat er wel cocaïne aanwezig was, maar van mindere kwaliteit, zoals door de verdachten is verklaard. Anders dan de officieren van justitie is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] bij de politie niet uitsluit dat er daadwerkelijk cocaïne aanwezig was. Dat de verdachten geen van allen de cocaïne hebben gezien, is te verklaren door hun standpunt dat zij allen tussenpersonen waren en dat de uiteindelijke schutters de cocaïne zouden leveren.
Ook als er geen cocaïne aanwezig was, staat daarmee echter nog niet vast dat verdachte hiervan op de hoogte was.
Bovendien is niet duidelijk wat zich precies in de woning aan [adres 1] heeft voorgedaan. De rechtbank is er niet van overtuigd dat de ‘schutters’ bij het binnenkomen in de woning meteen hun wapens getoond hebben en zijn gaan schieten. Dit strookt immers niet met het feit dat de verdachten enige tijd buiten hebben staan wachten voordat zij schoten hoorden. Gelet hierop is het mogelijk dat de schutters van plan waren om cocaïne te leveren of zelfs nog nader te onderhandelen over de prijs, nu de cocaïne niet voldeed aan de kwaliteitseisen van de Albanezen, maar dat er in de woning ruzie is ontstaan die uiteindelijk heeft geresulteerd in de schietpartij.
Dat [naam 1] niet als tolk mee naar boven is gegaan, betekent in de ogen van de rechtbank niet dat er niet meer onderhandeld zou worden. Deze onderhandelingen hadden mogelijk ook in het Engels plaats kunnen vinden, in welk geval de aanwezigheid van [naam 1] niet nodig was geweest.
Wat zich in de periode voorafgaand aan de schietpartij in de woning aan [adres 1] heeft afgespeeld kan dus op grond van de beschikbare bewijsmiddelen niet worden vastgesteld. Er zijn verschillende scenario’s denkbaar die alle kunnen worden gedragen door het in het dossier voorhanden materiaal, waardoor niet uitgesloten kan worden dat daadwerkelijk een kilo cocaïne zou worden geleverd in de woning, of dat verdachte oprecht mocht menen dat die levering zou plaatsvinden. Daaruit vloeit voort dat aan de gebeurtenissen voorafgaand aan de eigenlijke schietpartij niet kan worden ontleend dat verdachte opzet – al dan niet in voorwaardelijk zin – had op die schietpartij en de gevolgen daarvan.
Evenmin kan worden vastgesteld wat er is gebeurd in de woning, zodat niet kan worden vastgesteld met welk opzet de schutters hebben geschoten en daaraan evenmin bewijs kan ontleend voor opzet aan de zijde van de verdachte op de hem onder 1 en 2 verweten feiten. Daarom spreekt de rechtbank verdachte van die feiten vrij.
3.4.2. Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
Nu verdachte het telastegelegde feit heeft bekend en de raadsman hiervoor geen vrijspraak heeft bepleit, kan, op grond van artikel 359, derde lid van het Wetboek van Strafvordering met hierna genoemde opgave van bewijsmiddelen worden volstaan:
Ten aanzien van het onder 3 telastegelegde:
1. De bekennende verklaring die verdachte ter terechtzitting van 28 juni 2010 heeft afgelegd.
2. Een proces-verbaal van verhoor van verdachte van 4 januari 2010 van de rechter-commissaris, mr. P. Oskam, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, inhoudende de verklaring van [medeverdachte 1].
3. Een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer 2009192884 van 2 oktober 2009, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 1] en [opsporingsambtenaar 2], inhoudende de verklaring van [medeverdachte 2] (p. 1379 t/m 1388).
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen
• Het onder 3 telastegelegde, namelijk dat verdachte:
in de periode van 10 juli 2009 tot en met 12 juli 2009 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verkopen van een kilo cocaïne, voor te bereiden anderen heeft getracht te bewegen om dat feit mede te plegen, hebbende verdachte en verdachtes mededaders opzettelijk, ten behoeve van een Albanese kopende partij en [naam 1], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en anderen benaderd aangaande de levering van een kilo cocaïne en ontmoetingen afgesproken en gehad en persoonlijke en telefonische gesprekken gevoerd met die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [naam 1] en de Albanese kopende partij en anderen en ten behoeve van die [medeverdachte 1] en anderen geïnformeerd bij de Albanese kopende partij of deze partij daadwerkelijk over de aankoopsom beschikte en met de kopende partij en die [medeverdachte 1] en die [medeverdachte 2] en anderen naar [adres 1] is gegaan, waar de levering plaats zou vinden.
Voor zover in de telastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in haar verdediging geschaad.
5. De strafbaarheid van de feiten
De bewezengeachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
6. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
7. Motivering van de straffen
7.1. Het standpunt van de officier van justitie
De officieren van justitie hebben bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van het door hen onder 3 bewezengeachte feit zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden, met aftrek van voorarrest.
De officieren van justitie hebben hiertoe het volgende aangevoerd.
Verdachte is veel actiever geweest bij het bewezengeachte feit dan [naam 1], dus daarom is aansluiting gezocht bij de straf die aan [slachtoffer 3] is opgelegd. De rol van verdachte komt meer overeen met diens rol.
7.2. Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat aan verdachte hoogstens een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest dient te worden opgelegd. De verdediging heeft hiertoe aangevoerd dat [slachtoffer 3] een veel grotere rol bij het strafbare feit had dan verdachte en verdachte veel meer aan het onderzoek heeft meegewerkt dan [slachtoffer 3]. Bij het bepalen van de strafmaat dient aangesloten te worden bij de straf die aan [naam 1] is opgelegd.
Daarnaast heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [naam 2] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard nu niet is gebleken van causaal verband tussen het handelen van verdachte en de schade waarvan om vergoeding wordt verzocht.
7.3. Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich, samen met anderen, schuldig gemaakt aan het voorbereiden van de handel in een handelshoeveelheid cocaïne. Cocaïne is een stof die een ernstige bedreiging vormt voor de volksgezondheid en de openbare orde. Cocaïne levert een groot gevaar op voor de gezondheid van de gebruikers op, terwijl die gebruikers hun verslaving vaak door middel van diefstallen of vermogensdelicten trachten te bekostigen, waardoor aan de samenleving ernstige schade wordt berokkend. De verdiensten die aan de illegale handel in cocaïne zijn verbonden leiden voorts tot crimineel gedrag van een veelal ernstiger soort waarmee – zoals ook in dit geval – mensenlevens zijn gemoeid.
De rechtbank is van oordeel dat de rol van verdachte minder groot was dan die van medeverdachte [slachtoffer 3]. De rechtbank is van oordeel dat verdachte, als tussenpersoon, eerder vergeleken dient te worden met medeverdachte [naam 1], die is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, waarvan drie voorwaardelijk.
De rechtbank houdt voort rekening met een uittreksel van de Justitiële Documentatie van verdachte, waaruit blijkt dat hij niet recent is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
De rechtbank wijkt derhalve bij de straftoemeting af van hetgeen door de officieren van justitie is gevorderd.
7.3.2. Ten aanzien van de benadeelde partij
Nu aan verdachte - zonder toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht - geen straf of maatregel is opgelegd ten aanzien van de feiten waarop de vordering van de benadeelde partij ziet, zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij [naam 2] niet-ontvankelijk is in de vordering.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 1 en 2 telastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 3 telastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is aangegeven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 3 telastegelegde:
Medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10, voorbereiden, door een ander trachten te bewegen om dat feit mede te plegen.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte] daarvoor strafbaar.
• Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 3 (drie) maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
• Verklaart de benadeelde partij [naam 2] niet-ontvankelijk in haar vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.D. Reiling, voorzitter,
mrs. L. Voetelink en F.P. Geelhoed, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Spliet, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 juli 2010.