RECHTBANK AMSTERDAM, ELFDE RAADKAMER
Parketnummer: 13/650546-10
op het bezwaarschrift ex art. 32 van het Wetboek van Strafvordering,
ingediend ter griffie dezer rechtbank op 25 mei 2010 in de zaak van:
[verzoeker]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982
wonende te [adres]
thans gedetineerd in het Penitentiair Ziekenhuis (Unit 5) te ‘s Gravenhage;
Het bezwaarschrift is op 25 mei 2010 ingediende ter griffie.
De rechtbank heeft in raadkamer van 7 juni 2010 de officier van justitie en verdachtes raadsvrouw mr. W. Drummen gehoord;
Inhoud van het bezwaarschrift
Het bezwaarschrift strekt ertoe dat zal worden bevolen dat de bewakingsbeelden van de Bijenkorf in afschrift op cd-rom aan de verdediging ter beschikking worden gesteld. De verdediging heeft erom verzocht, en de officier van justitie heeft geweigerd een kopie van die beelden te verstrekken.
De officier van justitie heeft zich bij de behandeling in raadkamer op het standpunt gesteld dat de cd-rom met de beelden geen processtuk is omdat deze niet aan het dossier is toegevoegd. De verdediging kan vragen om toevoeging van stukken aan het dossier. Het OM acht het – uit privacyoverwegingen - onwenselijk dat de cd-rom rondgaat in het Huis van Bewaring.
De raadsvrouw heeft het verzoek aldus toegelicht, dat de beelden een processtuk zijn omdat zij essentieel zijn en relevant voor de bewijsvoering en de strafmaat. De verdachte en de verdediging hebben recht op een afschrift van die stukken, onder meer omdat een zorgvuldige voorbereiding van de zaak die afgifte vergt. Er is daarom feitelijk sprake van onthouding van processtukken. De raadsvrouw heeft aangeboden schriftelijk toe te zeggen het beeldmateriaal na het afronden van de zaak te retourneren aan het parket.
De rechtbank overweegt het volgende.
Uit het bezwaarschrift en de behandeling in raadkamer is het volgende gebleken.
In het kader van de strafzaak tegen [verzoeker] zijn er bewakingsbeelden van de Bijenkorf gevorderd en in beslaggenomen. De verdediging heeft het Openbaar Ministerie (OM) bij brief van 9 mei 2010 verzocht om een afschrift op cd-rom van het beeldmateriaal afkomstig van de videobewakingscamera’s van de Bijenkorf waarop beslag is gelegd aan de verdediging te verstrekken. Het OM heeft bij brief van 25 mei 2010 meegedeeld dat geen kopie van de cd-rom met de beelden zal worden verstrekt daar het OM uit principe geen kopieën van beelden aan de verdediging verstrekt omdat het hier geen processtukken betreft. De verdediging wordt in de gelegenheid gesteld de beelden op het politiebureau dan wel op het arrondissementsparket te bekijken, aldus de brief.
In de onderhavige zaak draait het in de eerste plaats om de vragen of (1) de cd-rom met bewakingsbeelden moet worden aangemerkt als een processtuk, en (2) als zodanig aan het dossier dient te worden toegevoegd.
Processtukken zijn die stukken die door de opsporende en vervolgende instanties aan het dossier worden of dienen te worden toegevoegd. Verdachte heeft recht op kennisneming van die stukken die:
• redelijkerwijze van belang kunnen zijn in voor verdachte belastende of in voor hem ontlastende zin,
• hetzij van belang zijn bij de beoordeling van de rechtmatigheid of betrouwbaarheid van het bewijsmateriaal
• of anderszins van belang zijn voor beantwoording van een van de vragen van de artikelen 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering (Sv).
De rechtbank zal in de eerste plaats dienen te beoordelen of de cd-rom met bewakingsbeelden behoort te worden aangemerkt als een “processtuk” in de hierboven weergegeven zin.
In de wet is niet gedefinieerd wat onder het begrip processtukken dient te worden verstaan. In het licht van het voorgaande dient daaronder naar het oordeel van de rechtbank in ieder geval te worden verstaan het bewijsmateriaal dat in de vorm van een wettig bewijsmiddel het resultaat van het opsporingsonderzoek bevat, alsmede de stukken of voorwerpen die voor de beoordeling van de betrouwbaarheid van dat bewijsmiddel kunnen dienen.
In de onderhavige zaak overweegt de rechtbank dat als wettig bewijsmiddel is toegelaten een op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal, waarin een weergave is neergelegd van hetgeen op de beelden te zien is. In dit geval is er een proces-verbaal van [persoon 1], die relateert dat de aangever hem vertelt wat hij op de bewakingscamerabeelden heeft gezien. Daarnaast is er een proces-verbaal inhoudende de verklaring waarin aangifte wordt gedaan, en waarin de aangever verklaart wat hij op de bewakingscamera heeft waargenomen.
De rechtbank is met de raadsvrouw van oordeel dat het voor een beoordeling van de betrouwbaarheid van het bewijsmiddel voor de verdediging en de rechtbank van belang is dat kennis genomen kan worden van de beelden. Immers, alleen op die wijze kan worden beoordeeld of de weergave in de processen-verbaal met de beelden overeenstemt. Dit maakt dat er voldoende reden is om de cd-rom met de beelden als processtuk in bovenvermelde zin aan te merken. Nu de cd-rom met beelden als processtuk moet worden aangemerkt, dient deze aan het strafdossier te worden toegevoegd.
In de tweede plaats zal de rechtbank beoordelen of, zoals de raadsvrouw heeft bepleit, de beelden onthouden zijn zoals bedoeld in artikel 32 Sv.
Op grond van het bepaalde in artikel 30, tweede lid, Sv kan, indien het belang van het onderzoek dit vordert, de verdachte de kennisneming van bepaalde processtukken onthouden worden. Onthouding van processtukken is alleen dan gerechtvaardigd indien ernstig is te vrezen dat de verdachte door kennisneming van de stukken de waarheidsvinding zou kunnen belemmeren.
De rechtbank stelt voorop dat een beslissing tot het onthouden van processtukken slechts met terughoudendheid kan worden genomen vanwege de zeer ingrijpende - zij het tijdelijke - aantasting van de rechten van de verdediging. Een behoorlijke procesgang brengt immers met zich dat een verdachte kennis moet kunnen nemen van de processtukken om de verdediging daarop te kunnen baseren.
Het OM stelt daartoe de verdediging doorgaans in de gelegenheid de beelden op het politiebureau dan wel op het arrondissementsparket te bekijken. De verdediging heeft aangevoerd dat zij de getuigenverhoren veel beter kan voorbereiden als zij de beelden op haar laptop mee kan nemen naar het huis van bewaring en ze daar rustig met haar cliënt kan bekijken en bespreken.
Naar het oordeel van de rechtbank kan de mogelijkheid tot inzage in voorkomende gevallen onvoldoende zijn voor een zorgvuldige en adequate voorbereiding van de zaak. De verdediging kan immers op die manier de beelden niet in alle rust met de verdachte bekijken en bespreken. De rechtbank neemt daarbij in dit geval ook in aanmerking dat de verdachte in het Penitentiair Ziekenhuis te Scheveningen verblijft waar hij herstellende is van verwondingen, opgelopen bij zijn aanhouding. Dat maakt dat de verdediging een extra belang heeft om de cd-rom met beelden op een laptop te kunnen bekijken op de plaats waar de verdachte zich bevindt om van zijn verwondingen te herstellen.
De rechtbank stelt vast dat de officier van justitie als reden voor het niet verstrekken van de gevraagde cd-rom met beelden primair en principieel heeft aangevoerd dat de cd-rom geen processtuk is. De rechtbank heeft beslist dat de cd-rom met beelden een processtuk is. Enig onderzoeks- of collusiebelang is niet gesteld. De weigering van de officier van justitie om de cd-rom met de beelden aan het dossier toe te voegen is kennelijk niet gebaseerd op artikel 30, tweede lid, Sv.
Voorts heeft de officier van justitie bij de behandeling in algemene termen het privacybelang naar voren gebracht. De rechtbank overweegt daaromtrent het volgende. Gelet op de nadere toelichting ter zitting vreest de officier van justitie dat de beelden in bredere kring kunnen worden verspreid. De verdediging heeft daar tegenover aangeboden zich schriftelijk te willen verplichten om de cd-rom met de beelden na afloop van de zaak aan het OM te retourneren.
De rechtbank erkent dat een dergelijk privacybelang, hoewel het OM dat niet nader heeft gespecificeerd, aanwezig kan zijn. De rechtbank is wel van oordeel dat een dergelijk privacybelang ook op andere wijze kan worden gewaarborgd dan door de toegang te beperken tot inzage. De raadsvrouw heeft aangeboden schriftelijk toe te zeggen het beeldmateriaal na het afronden van de zaak te retourneren aan het parket. De rechtbank acht het in dat licht zeer goed mogelijk dat tussen OM en verdediging hieromtrent in redelijkheid afspraken worden gemaakt - en nageleefd - die waarborgen dat de privacy van degenen die op de beelden te zien zijn op dezelfde wijze wordt gerespecteerd als bij inzage op het parket of een politiebureau. Onder die voorwaarde behoort, alle hierboven besproken omstandigheden in aanmerking genomen, het OM aan de verdachte en zijn verdediging een afschrift van de cd-rom met beelden, als processtuk, ter beschikking te stellen.
Dit leidt tot de beslissing dat het bezwaar gegrond is. De rechtbank zal de officier van justitie bevelen een afschrift van de cd-rom aan de verdediging te verstrekken.
De officier van justitie wordt gelast om de cd-rom met het beeldmateriaal afkomstig van de videobewakingscamera’s van de Bijenkorf aan het strafdossier toe te voegen en binnen een week na heden in afschrift aan de verdediging te verstrekken.
Deze beslissing is gegeven op 14 juni 2010 door
mr. A.D. Reiling, voorzitter,
mrs. F.J. van de Poel en I.M.L. Felix, rechters,
in tegenwoordigheid van R. Schilp, griffier.