ECLI:NL:RBAMS:2010:BM7020
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- F. Salomon
- C.W. Inden
- G. Voorhorst
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in moordzaak ex-echtgenote door gebrek aan bewijs
In de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van de moord op zijn ex-echtgenote, heeft de Rechtbank Amsterdam op 3 juni 2010 uitspraak gedaan. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde moord, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om tot een veroordeling te komen. De zaak kwam voor de rechtbank na een zitting op 20 mei 2010, waar de rechtbank het bewijs heeft gewogen. De verdachte had wisselend verklaard over de vermissing van zijn ex-echtgenote, die na een bruiloft in Duitsland in 1991 niet meer was gezien. Hoewel er aanwijzingen waren dat de verdachte mogelijk betrokken was bij de verdwijning van zijn ex-echtgenote, was er geen direct bewijs dat hij de moord had gepleegd. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van getuigen en de verdachte zelf niet voldoende waren om de beschuldiging te onderbouwen. De rechtbank heeft daarom besloten dat het telastegelegde niet bewezen kon worden, en sprak de verdachte vrij. Tevens werd gelast dat de inbeslaggenomen goederen bewaard blijven voor de rechthebbende. Dit vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer van de rechtbank, met mr. F. Salomon als voorzitter, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.