ECLI:NL:RBAMS:2010:BM6326
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.M. van der Nat
- W.H. van Benthem
- C. Kraak
- Rechtspraak.nl
Overlevering van een persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel
Op 18 mei 2010 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB). De vordering tot overlevering was ingediend door de officier van justitie en betrof een verzoek van de Belgische autoriteiten voor de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die verdacht werd van diefstal, zoals omschreven in artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB was uitgevaardigd op 19 maart 2010 door de Onderzoeksrechter van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Turnhout, en dat de opgeëiste persoon de Nederlandse nationaliteit heeft.
De rechtbank heeft de procesgang besproken, waarbij de opgeëiste persoon, zijn raadsman en de officier van justitie zijn gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat het feit waarvoor de overlevering wordt gevraagd, zowel naar Belgisch als naar Nederlands recht strafbaar is, en dat er voldaan is aan de voorwaarden voor overlevering zoals gesteld in de Overleveringswet (OLW). De rechtbank heeft ook de garantie van de Belgische autoriteiten in overweging genomen, die bevestigden dat de opgeëiste persoon na veroordeling in België daadwerkelijk zal worden overgeleverd om zijn straf te ondergaan.
Na beoordeling van de feiten en de toepasselijke wetgeving, heeft de rechtbank geconcludeerd dat aan alle eisen voor overlevering is voldaan. De rechtbank heeft daarom besloten om de overlevering van de opgeëiste persoon aan de Belgische autoriteiten toe te staan, ten behoeve van het strafrechtelijk onderzoek dat tegen hem loopt. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, van de OLW.