Het verzoek
2. Tramedico verzoekt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen in de zin van een verandering in de omstandigheden van zodanige aard dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen billijkheidshalve dadelijk behoort te eindigen.
3. Daartoe stelt Tramedico dat [verweerster] het in haar gestelde vertrouwen ernstig en onherstelbaar heeft geschonden door de sollicitatie van haar partner, een ex-werknemer van Tramedico, bij Dr. Falk, die sedert 1 januari 2010 zelfstandig op de Nederlandse markt opereert en uit dien hoofde een grote concurrent voor haar is op de Nederlandse gastro-enterologische markt, jegens haar te verzwijgen en haar pas te informeren toen hij bij Falk al aan de slag was en dit terwijl Tramedico een half jaar tevoren [verweerster] gewaarschuwd had dat van haar onvoorwaardelijke loyaliteit zou worden geëist. Hierdoor heeft [verweerster] laten zien dat haar persoonlijk belang de voorrang heeft boven het te respecteren belang van haar werkgeefster. Tramedico kan niet tolereren dat [verweerster] bij haar in dienst blijft. Het gevaar bestaat dat er bewust of onbewust vertrouwelijke informatie via [verweerster] bij de concurrent terecht komt. Het bestaande belangenconflict neemt [verweerster] niet serieus, waardoor zij voor spanningen met de medewerkers en een onoverkoombare vertrouwensbreuk met het management van Tramedico zorgt.
4. Tramedico verwijt [verweerster] ook dat zij pas in januari 2008 aan haar general manager meedeelde een relatie met [persoon 3] te zijn aangegaan, terwijl naar later bleek, zij op zijn minst al vanaf 2006 die relatie met hem had. Nog een ander punt van kritiek is dat [verweerster] tijdens haar zwangerschapsverlof opvallend slecht bereikbaar was en selectief contact hield met medewerkers met de buitendienst, maar niet met het management en de binnendienst. In die periode speelde zich ook de procedure tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [persoon 3] af, zodat bij general manager [persoon 1] en verschillende andere medewerkers serieuze twijfels aan de loyaliteit van [verweerster] ontstonden.
5. Tramedico wijst erop dat [verweerster] na haar verlof, in de herfst van 2009 als field sales manager actief heeft meegewerkt aan de opbouw van de samenwerking met een nieuwe (aspirant-)geneesmiddelenfabrikant ter vervanging van Dr. Falk. Indien [verweerster] in dienst van haar zou blijven, blijft latent het gevaar bestaan dat gezien het geschetste feitencomplex strikt vertrouwelijke informatie over producten en de markt waarin Tramedico zich bevindt, worden uitgewisseld tussen [verweerster] en [persoon 3]. Gezien de enorme consequenties die dit voor Tramedico kan hebben, is dit gevaar onaanvaardbaar groot.
6. De reden voor het verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst te verzoeken, ligt naar de mening van Tramedico in de risicosfeer van [verweerster]. Vandaar dat zij van mening is dat er geen reden is dat de kantonrechter ten laste van haar aan [verweerster] een vergoeding zal toekennen.
Het verweer
7. [verweerster] betwist dat er gewichtige redenen voor ontbinding zijn in de door Tramedico bedoelde zin.
8. [verweerster] bestrijdt dat het gevaar bestaat dat zij vertrouwelijke informatie over of van Tramedico aan de concurrent van Tramedico zou doorspelen. Daarvoor bestaat geen enkele aanleiding. Tramedico noemt ook geen concrete feiten en omstandigheden waarop zij haar vrees baseert.
9. Naar aanleiding van het verwijt dat zij pas begin 2008 haar relatie met [persoon 3] aan general manager [persoon 1] bekend gemaakt had, merkt [verweerster] op dat zij nooit ontkend heeft dat die relatie met hem bestond.
Zij wilde echter afwachten hoe die relatie zich zou ontwikkelen. Door die relatie bekend te maken, heeft zij juist willen aangeven dat zij ondanks haar privésituatie goed werk kan leveren. Dat zij altijd goed werk geleverd heeft, blijkt wel uit haar beoordelingen 2007 en 2008. De afspraak dat zij privé en werk goed gescheiden zou houden, heeft zij nimmer geschonden. Van een vermeende onrust onder de medewerkers kan geen sprake meer zijn sedert medio 2009. Vanaf die tijd is [persoon 3] niet meer voor Tramedico werkzaam.
10. Omdat tijdens haar zwangerschaps- en bevallingsverlof de kwestie van de beëindiging van het dienstverband van haar partner [persoon 3] bij Tramedico speelde, heeft zij welbewust toen enige afstand tot Tramedico genomen. Na dat verlof ervoer zij een vijandige houding van Tramedico jegens haar. Zij heeft toen op 17 augustus 2009 in het gesprek met general manager [persoon 1] en HR-manager personeelszaken [persoon 2] aangegeven terug gekomen te zijn om haar werk te hervatten en zich weer helemaal voor Tramedico te gaan inzetten.
11. Wat de indiensttreding van haar partner bij Dr. Falk betreft, heeft zij juist haar loyaliteit jegens Tramedico getoond door dat zelf aan general manager [persoon 1] op de eerste de beste werkdag van haar partner bij Dr. Falk te melden. Zij heeft toen van de kant van Tramedico de vrees werd geuit dat zij haar geheimhoudingsplicht zou schenden, duidelijk aangegeven haar werk voor Tramedico voor de volle honderd procent te zullen blijven doen en zich uiteraard aan haar geheimhoudingsplicht te zullen houden. Voor zover haar bekend, is Tramedico op dit moment nog steeds in onderhandeling met een vervanger voor Dr. Falk en is zij nog niet actief op de gastro-entrologie markt. Het is daarom maar de vraag of Dr. Falk als concurrent van Tramedico aangemerkt kan worden.
12. [verweerster] is erg teleurgesteld over de intimiderende wijze waarop Tramedico zich vanaf 11 januari 2010 jegens haar gedragen heeft. Zij had dit graag anders gezien. Zij was, zoals zij ook aan Tramedico kenbaar gemaakt heeft, bereid geweest om met Tramedico in onderling overleg tot een passende oplossing voor de gerezen problemen te komen. Helaas heeft dat niet tot het gewenste resultaat geleid.
13. [verweerster] verzoekt voor het geval de kantonrechter de arbeidsovereenkomst zal ontbinden om haar een vergoeding van € 84.896,42 bruto ten laste van Tramedico toe te kennen. Zij acht een dergelijke vergoeding billijk omdat zij, zoals uit haar beoordelingen blijkt, altijd goed bij Tramedico gefunctioneerd heeft. Het kan haar niet verweten worden dat er bij Tramedico vrees bestaat dat zij haar geheimhoudingsverplichting zal schenden. Dat Tramedico schade geleden heeft van haar relatie met [persoon 3] is niet gebleken. De hoogte van de vergoeding baseert zij op de kantonrechtersformule met 1,5 als factor C. Over de jaren 2006 tot en met 2008 heeft zij een bonus ontvangen van gemiddeld € 845,-- per maand.
Beoordeling
14. Het is onontkoombaar en daardoor ook een veel voorkomend fenomeen dat in een organisatie waarin mensen met elkaar werkzaam zijn, affectieve relaties bestaan en ontstaan die in uiteenlopende opzichten complicaties oproepen of kunnen oproepen.
15. Het is in dergelijke situaties uiteindelijk aan de werkgever en niet aan de betrokken werknemers om te beoordelen of aan het ontstaan dan wel het bestaan van een affectieve relatie consequenties verbonden dienen te worden. Daarbij zal de werkgever dan wel ervoor dienen te waken om op het recht van de betrokken werknemer(s) op respect voor zijn privé leven en zijn familie- en gezinsleven geen inbreuk te maken.
16. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kan het zijn dat de werkgever in redelijkheid tot het oordeel zal kunnen komen dat het ontstaan of bestaan van een affectieve relatie zelfs noopt tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met beide betrokken werknemers of een van hen.
17. Het verwijt van Tramedico dat [verweerster] pas begin 2008 haar affectieve relatie met haar collega [persoon 3] aan haar general manager bekend gemaakt heeft, terwijl zij en [persoon 3] al veel eerder die relatie waren aangegaan, acht de kantonrechter niet op zijn plaats. [verweerster] heeft die relatie bekend gemaakt toen zij en [persoon 3] besloten hadden te gaan samenwonen. Zolang werknemers nog niet gaan samenwonen, zal het in het algemeen tot hun, door een werkgever te respecteren privé leven behoren, of zij hun werkgever al van hun affectieve relatie in kennis stellen.
18. Evenmin is het verwijt van Tramedico terecht dat [verweerster] zich tijdens haar zwangerschaps- en bevallingsverlof jegens haar management en de binnendienst terughoudend heeft opgesteld. In die periode speelde het arbeidsconflict tussen haar partner [persoon 3] en Tramedico. De terughoudende opstelling van [verweerster] komt de kantonrechter om die reden niet alleen begrijpelijk, maar ook verstandig voor.
19. Ofschoon op geen enkele wijze gebleken is dat [verweerster] in strijd met haar geheimhoudingsverplichting gehandeld heeft en evenmin door Tramedico aannemelijk is gemaakt dat zij, nu haar levenspartner [persoon 3] bij Dr. Falk in dienst getreden is, wel in strijd met die verplichting zal handelen, is in aanmerking nemende de aard van de werkzaamheden van [verweerster] niet ondenkbaar dat als gevolg van haar verhouding met [persoon 3], hoezeer ook onbedoeld, concurrentiegevoelige informatie over Tramedico bij Dr. Falk terecht zal komen.
20. Door [verweerster] is niet bestreden dat de helft van de omzet van Tramedico op het spel staat ten gevolge van de beslissing van de geneesmiddelenfabrikant Dr. Falk te Freiburg im Breisgau om met ingang van 1 januari 2010 niet langer haar geneesmiddelen op de Nederlandse gastro-enterologische markt via Tramedico af te zetten, maar dat zelf via een dochtervennootschap te gaan doen. Het is dan ook van het allergrootste belang voor Tramedico om erin te slagen haar omzet op die markt op een andere wijze te behouden, waarbij Tramedico haar vroegere principaal Dr. Falk begrijpelijkerwijs als haar grootste concurrent aanmerkt.
21. Dit zo zijnde levert niet het feit dat [verweerster] niet aan Tramedico gemeld heeft dat haar partner [persoon 3] bij Dr. Falk gesolliciteerd had, maar wel zijn, direct door [verweerster] aan Tramedico gemelde indiensttreding bij Dr Falk met ingang van januari 2010 een verandering in de omstandigheden van dien aard op dat de arbeidsovereenkomst van partijen billijkheidshalve na korte tijd behoort te eindigen. Het verzoek van Tramedico moet dan ook worden toegewezen.
22. Van Tramedico had, toen [verweerster] haar van de indiensttreding van [persoon 3] in kennis gesteld had, verwacht mogen worden dat zij aan [verweerster] had uitgelegd waarom zij tot de beslissing gekomen was dat hun dienstverband niet langer voortgezet kon worden en getracht had met haar een minnelijke regeling ter beëindiging van het dienstverband te treffen. Daarbij had verder van Tramedico verwacht mogen worden dat zij, nu verwijtbaarheid niet aan de orde was en de ontbindingsgrond geacht moet worden geheel in de risicosfeer van de werkgever te vallen, aan [verweerster] aangeboden had aan haar een vergoeding te betalen conform de kantonrechtersformule met 1 als correctiefactor C.
23. Zo heeft Tramedico echter niet gehandeld. Daarentegen heeft zij [verweerster] geschorst en de hiervoor onder 1.9 vermelde maatregelen genomen, die ronduit diffamerend voor [verweerster] geweest moeten zijn en die door haar – volstrekt invoelbaar – ook als intimiderend zijn ervaren.
24. Met het oog op deze en de onder 1 uiteengezette feiten en omstandigheden komt het de kantonrechter dan ook billijk voor aan [verweerster] ten laste van Tramedico onderstaande vergoeding toe te kennen.
25. Gezien de uitkomst van de procedure dient Tramedico veroordeeld te worden in de proceskosten.