ECLI:NL:RBAMS:2010:BM0931
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Curatelezaak met verzoek tot ondercuratelestelling wegens verkwisting
In deze curatelezaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 26 februari 2010 uitspraak gedaan naar aanleiding van een verzoekschrift tot ondercuratelestelling van een betrokkene die wegens verkwisting niet in staat zou zijn zijn belangen behoorlijk waar te nemen. De verzoekers, waaronder de broer, vader, moeder en echtgenote van de betrokkene, stelden dat hij door zijn verkwistende levenswijze in financiële problemen verkeerde en niet in staat was om zijn verplichtingen na te komen. De betrokkene was eerder privé failliet verklaard en had sindsdien aanzienlijke schulden opgebouwd, die opliepen tot ongeveer € 1.000.000,-. Tijdens de zitting werd duidelijk dat hij zonder overleg met zijn familie verplichtingen aanging en ondoordachte aankopen deed, wat leidde tot bedreigingen door schuldeisers.
De kantonrechter overwoog dat de betrokkene geen inzicht had in zijn handelen en dat er voldoende gronden waren voor een ondercuratelestelling. De verzoekers vroegen om de curatele voor een bepaalde tijd in te stellen, maar de kantonrechter oordeelde dat de wet alleen een onbepaalde termijn toestaat. Hij concludeerde echter dat het niet proportioneel was om de maatregel voor onbepaalde tijd in te stellen, gezien de omstandigheden en de mogelijkheid dat de betrokkene met hulp van zijn familie binnen twee jaar zijn levenswijze zou kunnen aanpassen. De kantonrechter besloot daarom de betrokkene voor de duur van twee jaar onder curatele te stellen, met de mogelijkheid voor de curator of belanghebbenden om tijdig verlenging aan te vragen.
De kantonrechter benoemde verzoeker sub 2 tot curator en bepaalde dat de uitspraak binnen tien dagen bekendgemaakt moest worden in de Nederlandse Staatscourant en in de dagbladen. Deze beschikking werd uitgesproken in het openbaar, met de griffier aanwezig. De zaak is geregistreerd onder het zaaknummer 10-646/1124594 EB.