ECLI:NL:RBAMS:2010:BM0827
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- W. Tonkens - Gerkema
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige op non-actief stelling van directeur Innovatie en Nieuwe Media bij de NPO
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 26 februari 2010 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en de Nederlandse Publieke Omroep (NPO). De eiser, die sinds 21 mei 2001 in dienst was bij de NPO en sinds maart 2007 de functie van directeur Innovatie en Nieuwe Media bekleedde, was op 12 januari 2010 op non-actief gesteld door de NPO. Deze maatregel volgde op beschuldigingen van belangenverstrengeling en fraude die in de media waren verschenen, naar aanleiding van een artikel in de Telegraaf. De eiser had naar eigen zeggen altijd openheid van zaken gegeven over zijn aandeelhouderschap in Nieuw Akademia B.V., een vennootschap waarin hij minder dan 3% van de aandelen bezat.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de op non-actief stelling van de eiser in strijd was met artikel 5 van de CAO voor het Omroeppersoneel. De rechter stelde vast dat er onvoldoende grond was om de op non-actief stelling te handhaven, aangezien de beschuldigingen niet waren onderbouwd met concrete feiten. De eiser had er belang bij om de ontbindingsprocedure bij de kantonrechter af te wachten terwijl hij in functie was. De rechter veroordeelde de NPO om de op non-actief stelling van de eiser in te trekken en hem weer toe te laten tot zijn werkzaamheden. Tevens werd de NPO veroordeeld in de proceskosten van de eiser.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging door werkgevers bij het opleggen van disciplinaire maatregelen, vooral in situaties waarin de reputatie van werknemers op het spel staat. De rechter gaf aan dat de vertrouwenskwestie tussen de eiser en de Raad van Bestuur van de NPO niet voldoende was om de op non-actief stelling te rechtvaardigen, vooral gezien de ernst van de beschuldigingen en de gevolgen voor de eiser.