ECLI:NL:RBAMS:2010:BL4971
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in drugshandelzaak na gebrek aan bewijs van betrokkenheid
Op 22 februari 2010 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een onderzoek naar de smokkel van verdovende middelen. De zaak kwam voort uit invallen op 9 en 13 mei 2009 in Amsterdam Zuidoost, waarbij meerdere personen probeerden te ontsnappen aan arrestatie. Tijdens deze vluchtpogingen vielen enkele personen, met één dodelijk slachtoffer en meerdere gewonden tot gevolg. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van aanzienlijke hoeveelheden cocaïne op verschillende adressen in Amsterdam, evenals het verwerven en voorhanden hebben van geldbedragen die vermoedelijk afkomstig waren uit drugshandel.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Tijdens de zittingen werd het standpunt van de verdediging naar voren gebracht, waarin werd betoogd dat het bewijs onrechtmatig was verkregen. De verdediging stelde dat de verdachte niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de verdovende middelen en dat er onvoldoende bewijs was om haar betrokkenheid bij de drugshandel aan te tonen. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte enige beschikkingsmacht had over de in beslag genomen middelen en dat er geen bewijs was van haar betrokkenheid bij de activiteiten van medeverdachten.
Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten en verklaarde het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vordering tot verbeurdverklaring van een geldbedrag van € 10.000,-. De rechtbank concludeerde dat het enkele feit dat de verdachte een huurcontract op haar naam had, niet voldoende was om tot een veroordeling te komen. Dit vonnis werd uitgesproken door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de rechters de argumenten van zowel de verdediging als het Openbaar Ministerie zorgvuldig hebben afgewogen.