ECLI:NL:RBAMS:2010:BL4969
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling van verdachten voor cocaïnebezit en witwassen na politie-invallen
Op 22 februari 2010 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen twee verdachten, die werden beschuldigd van het bezit van grote hoeveelheden cocaïne en witwassen. De zaak kwam voort uit politie-invallen in mei 2009 in Amsterdam Zuidoost, waarbij enkele personen probeerden te vluchten via balkons. Tijdens deze incidenten raakten meerdere personen ernstig gewond, en één van de hoofdverdachten kwam om het leven. De rechtbank behandelde de zaak in meervoudige samenstelling en concludeerde dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen.
De tenlastelegging omvatte verschillende feiten, waaronder het opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne en het verwerven van geldbedragen die afkomstig waren van misdrijven. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachten schuldig te verklaren. De verdediging voerde aan dat er geen wettig bewijs tegen de verdachten was, en dat de betrokkenheid van de verdachten bij de in beslag genomen verdovende middelen niet kon worden aangetoond. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij betrokken was bij de tenlastegelegde feiten.
Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachten vrij van alle tenlastegelegde feiten en wees het verzoek tot teruggave van een in beslag genomen geldbedrag van € 9.040,- af. De rechtbank concludeerde dat het colbert waarin het geld was aangetroffen, niet aan de verdachte toebehoorde, en dat er onvoldoende bewijs was om de betrokkenheid van de verdachte bij de cocaïnehandel vast te stellen. Dit vonnis is uitgesproken na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden van de zaak, waarbij de rechtbank de verklaringen van de verdachten en de verdediging in overweging heeft genomen.