ECLI:NL:RBAMS:2010:BL0761
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in overval op juwelier Waterman wegens onvoldoende bewijs van aanwezigheid
De Rechtbank Amsterdam heeft op 27 januari 2010 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van een gewapende overval op juwelier Waterman. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken omdat er onvoldoende bewijs was om vast te stellen dat hij zich op het moment van de overval in de woning van het slachtoffer bevond of in de vluchtauto. De tenlastelegging omvatte ernstige beschuldigingen, waaronder diefstal met geweld en bedreiging, waarbij het slachtoffer, [slachtoffer 1], uiteindelijk overleed. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Tijdens de zitting op 13 januari 2010 heeft de verdediging aangevoerd dat het ten laste gelegde niet bewezen kon worden, en dat er alternatieve scenario's waren die de betrokkenheid van de verdachte in twijfel trokken.
De rechtbank heeft de bewijswaardering uitvoerig besproken. De officier van justitie had betoogd dat de verdachte als medepleger verantwoordelijk kon worden gehouden, onderbouwd door telefoongegevens en vingerafdrukken die in de auto van de medeverdachte waren aangetroffen. Echter, de rechtbank oordeelde dat de bewijsmiddelen niet voldoende waren om de aanwezigheid van de verdachte op de plaats delict vast te stellen. De rechtbank concludeerde dat er geen causaal verband kon worden aangetoond tussen de overval en de dood van het slachtoffer, aangezien het slachtoffer ook een hartinfarct had op het moment van de overval.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het bewijs niet wettig en overtuigend was om de verdachte als medepleger van de overval aan te merken. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. N.M.L. Habich, en de uitspraak werd gedaan op een openbare zitting.