ECLI:NL:RBAMS:2010:9476

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 juni 2010
Publicatiedatum
28 juli 2023
Zaaknummer
460830 HA ZA 10-1798
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake kostenveroordeling ABN AMRO BANK N.V. tegen gedaagde in Verenigd Koninkrijk

Op 30 juni 2010 heeft de Rechtbank Amsterdam een vonnis gewezen in de zaak van ABN AMRO BANK N.V. tegen een gedaagde die woonachtig is in het Verenigd Koninkrijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat zij bevoegd is om kennis te nemen van de vordering, omdat de gedaagde buiten Nederland woont en er een forumkeuze is gemaakt voor de Nederlandse rechter in de algemene bankvoorwaarden. De eiseres, ABN AMRO BANK N.V., heeft de gedaagde verzocht om betaling van beslagkosten, die zijn begroot op EUR 1.336,87 voor verschotten en EUR 3.211,00 voor salaris advocaat. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering toewijsbaar is en heeft deze dan ook toegewezen.

Daarnaast heeft de rechtbank de gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van EUR 622.097,52, vermeerderd met contractuele rente van 7,10% per jaar, over het toegewezen bedrag vanaf 19 mei 2010 tot de dag van volledige betaling. De gedaagde is ook veroordeeld in de beslagkosten, die tot op heden zijn begroot op EUR 4.547,87, en in de proceskosten, die aan de zijde van eiseres zijn begroot op EUR 8.146,93. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Dit vonnis is uitgesproken door mr. G. de Groot en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 460830 / HA ZA 10-1798
Vonnis van 30 juni 2010
in de zaak van
de naamloze vennootschap
ABN AMRO BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam, eiseres,
advocaat mr. W.P.-Wijers te Amsterdam tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] , Verenigd Koninkrijk,
ingevolge artikel 1 : 10 BW mede verblijfplaats hebbende te [verblijfplaats] , gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met bewijsstukken
- het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank is bevoegd kennis te nemen van deze vordering.
Nu gedaagde buiten Nederland woonplaats heeft en eiseres heeft gesteld, dat te dezen
in de rechtsgeldig van toepassing verklaarde algemene bankvoorwaarden een forumkeuze is gedaan voor de Nederlandse rechter, is de bevoegdheid gegrond op artikel 23, eerste lid van de EEX-Verordening nr. 44/2001.
2.2.
Eiseres vordert gedaagde te veroordelen tot betaling van de beslagkosten.
Deze vordering is gelet op het bepaalde in art. 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op EUR 1.336,87 voor verschotten (inclusief EUR 103,00 griffierecht beslagrekest) en EUR 3.211,00 voor salaris advocaat (1 rekest x EUR 3.211,00).
2.3.
Het gevorderde komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
460830 / HA ZA 10-1798 2
30juni 2010
2.4.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding
EUR
87,93
- vast recht
4.848,00
- salaris advocaat
3.211.00(1,0 punt x tarief EUR 3.211,00)
Totaal
EUR
8.146,93

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen een bedrag van EUR
5.622.097,52 (vijf miljoen zeshonderdtweeëntwintig duizendzevenennegentig euro en tweeënvijftig eurocent), vermeerderd met de contractuele rente van thans 7,10 % per jaar, zijnde
de ABN AMRO Euro Basisrente van 4,6 % en de overeengekomen individuele opslag van 2,50 % per jaar, over het toegewezen bedrag vanaf 19 mei 2010 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagde in de beslagkosten, tot op heden begroot op EUR 4.547,87,
3.3.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op EUR 8.146,93,
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. de Groot en in het openbaar uitgesproken op 30 juni 2010.