ECLI:NL:RBAMS:2009:BL7353

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
439048 / FA RK 09-7428
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptieverzoek en beoordeling van de ontvankelijkheid in het kader van adoptie

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 7 december 2009 een beschikking gegeven betreffende een adoptieverzoek. De verzoeker, die sinds 2005 een relatie heeft met de moeder van het te adopteren kind, heeft de rechtbank verzocht om de adoptie van de meerderjarige [X], geboren in 1991, uit te spreken. De vader van [X] is in 2003 overleden, waardoor het huwelijk tussen de moeder en de vader is ontbonden. De verzoeker en de moeder hebben in 2008 hun intrek in Nederland genomen en leven sindsdien samen met [X] in gezinsverband. In 2009 hebben verzoeker en de moeder een partnerschapsregistratie aangegaan en is er een dochter geboren uit hun relatie.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek om adoptie voldoet aan de voorwaarden van het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van de vereiste dat de verzoeker ten minste drie aaneengesloten jaren met de moeder heeft samengeleefd. De rechtbank oordeelt echter dat de verzoeker ontvankelijk is in zijn verzoek, omdat hij een sterke affectieve band met [X] heeft opgebouwd. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het belang van [X], die zowel schriftelijk als mondeling heeft aangegeven geadopteerd te willen worden door de verzoeker.

De rechtbank concludeert dat de adoptie in het belang van [X] is, omdat dit zijn positie in familie- en erfrechtelijke zin gelijk zal maken aan die van zijn zusje. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot adoptie toegewezen en gelast de inschrijving van de geboorteakte van [X] in de registers van de burgerlijke stand. De beschikking is gegeven door mr. A.H.E. van der Pol, rechter tevens kinderrechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. K. Hilster, griffier.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Civiel
zaaknummer / rekestnummer: 439048 / FA RK 09-7428 (AP KH)
Beschikking van 7 december 2009 betreffende adoptie
in de zaak van:
[…],
nader te noemen verzoeker,
wonende te [woonplaats],
advocaat mr. R.K. Uppal te Amsterdam.
Als belanghebbende is aangemerkt:
- […],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen de moeder.
1. De procedure
De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingekomen stukken.
De zaak is behandeld ter terechtzitting met gesloten deuren van 7 december 2009.
Gehoord zijn: verzoeker en de moeder, bijgestaan door mr. Uppal.
Na te noemen meerderjarige is in de gelegenheid gesteld zijn mening kenbaar te maken. Hij is ter zitting verschenen en aldaar gehoord.
2. De feiten
Uit een vorig huwelijk van de moeder met […], nader te noemen de vader, is de thans meerderjarige geboren:
- [naam], geboren [in] 1991 te [plaats, land] (hierna: [X]).
De vader is [in] 2003 in [plaats] overleden. Het huwelijk tussen de moeder en de vader is door het overlijden van de vader ontbonden.
Verzoeker en de moeder hebben sinds 2005 een relatie. De moeder en [X] verbleven destijds in [land]. [In] 2008 hebben de moeder en [X] zich in Nederland gevestigd en leven zij samen met verzoeker in gezinsverband.
[In] 2009 zijn verzoeker en de moeder een partnerschapsregistratie aangegaan.
Uit de relatie tussen de moeder en verzoeker is [in] 2009 te Amsterdam een meisje genaamd [naam] geboren.
3. Het verzoek
Verzoeker heeft de rechtbank verzocht de adoptie door hem uit te spreken van de thans meerderjarige [X], geboren [in] 1991 te [plaats, land], als kind van de moeder.
4. De beoordeling
Op grond van artikel 3 sub a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is de Nederlandse rechter bevoegd.
Op grond van artikel 3 lid 1 Wet Conflictenrecht adoptie is op het onderhavige verzoek het Nederlandse recht van toepassing.
Het betreft een adoptieverzoek hier te lande. De artikelen 1:227, 228 en 230 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) zijn op dit verzoek van toepassing.
Op grond van artikel 1:228 lid 1 sub a BW wordt onder meer als voorwaarde gesteld dat het kind op de dag van het eerste verzoek minderjarig is. In de onderhavige zaak is het (eerste) adoptieverzoek ingediend op […] 2009. Op dat moment was [X] nog minderjarig, zodat aan deze voorwaarde is voldaan.
Voorts kan op grond van artikel 1:227 lid 2 BW een verzoek door de adoptant die echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van de ouder is, slechts worden gedaan indien hij ten minste drie aaneengesloten jaren onmiddellijk voorafgaande aan de indiening van het verzoek met die ouder heeft samengeleefd.
In het onderhavige geval wonen verzoeker en de moeder pas sinds […] 2008 samen, zodat aan voornoemde samenlevingstermijn van drie jaar niet is voldaan. De rechtbank is desondanks van oordeel dat verzoeker in zijn verzoek ontvankelijk is en heeft daarbij het volgende in aanmerking genomen.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is onder meer gebleken dat verzoeker vanaf het begin van de relatie met de moeder in 2005, een affectieve band heeft opgebouwd met [X], die zeer hecht te noemen is. Verzoeker kwam regelmatig, in ieder geval alle vakanties, naar [land] om de moeder en [X] te zien. Daarnaast hadden zij veelvuldig contact via de telefoon en computer. Verzoeker en de moeder zijn formeel in 2007 begonnen met de procedure om de moeder en [X] naar Nederland te laten komen. Begin 2008 was deze procedure afgerond. Echter pas nadat [X] zijn school in [land] had afgerond, zijn zij naar Nederland gekomen. Thans wil verzoeker [X] graag adopteren. Ook [X] heeft zowel schriftelijk als mondeling ter zitting aangegeven graag geadopteerd te willen worden door verzoeker.
Alles overziend heeft de rechtbank de overtuiging gekregen dat de verzochte adoptie in het kennelijk belang van [X] is. Daarbij komt dat de rechtbank het van belang acht dat door adoptie [X] zijn positie in zowel familie- als erfrechtelijke zin dezelfde zal zijn als die van zijn zusje. Tevens is vast komen te staan dat aan het overige gestelde in de artikelen 1:227 en 1:228 BW is voldaan. Het verzoek tot adoptie is dan ook voor toewijzing vatbaar.
Het bovenstaande leidt tot de volgende beslissing.
BESLISSING:
De rechtbank:
- spreekt uit de adoptie door verzoeker van:
[naam], geboren [in] 1991 te [plaats, land];
- gelast ambtshalve de inschrijving van de door de bevoegde autoriteiten overeenkomstig de plaatselijke voorschriften in [plaats (land)] opgemaakte geboorteakte van voornoemde minderjarige in de daartoe bestemde registers van de burgerlijke stand.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.E. van der Pol, rechter tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. K. Hilster, griffier, op 7 december 2009..