1.1. [eiser], thans 45 jaar oud, is op 1 mei 2007 in dienst getreden bij (de rechtsvoorganger van) UNC; de laatstelijk uitgeoefende functie is die van general manager, tegen een salaris van € 6.500,- bruto per maand, te vermeerderen met 8,33 % vakantietoeslag en een bonusregeling.
1.2. artikel 23 van de arbeidsovereenkomst luidt: “Het is Werknemer verboden gedurende 6 maanden na “het beëindigen van de dienstbetrekking”(hierna: na Beëindiging) op enigerlei wijze direct of indirect hetzelfde of gelijksoortig werk te verrichten voor een opdrachtgever van Werkgeefster, behalve in het geval dat in samenspraak met de opdrachtgever wordt besloten tot een overname, waarbij de werknemer in loondienst komt van de opdrachtgever. Daarnaast is het verboden om gedurende 6 maanden na Beëindiging op enigerlei wijze contact te hebben met opdrachtgevers en transacties met de opdrachtgevers en transacties met de opdrachtgevers van Werkgeefster te sluiten waaruit concurrentie kan ontstaan en / of schade kan voortvloeien. Ook is het verboden om gedurende 12 maanden na Beëindiging op enigerlei wijze contact te hebben met werknemers of oud werknemers van opdrachtgevers van Werkgeefster waaruit op enigerlei wijze transacties uit kunnen ontstaan en deze transacties concurrentie en / of schade aan Werkgeefster kunnen toebrengen.”.
1.3. artikel 44 van de arbeidsovereenkomst bepaalt: “De rechtsverhouding tussen Werkgeefster en Werknemer wordt uitsluitend beheerst door Nederlands recht. Geschillen die voortvloeien uit deze rechtsverhouding worden door de bevoegde rechter te Amsterdam danwel in een plaats uitsluitend ter vrije keus van Werkgeefster beslecht.”
1.4. [eiser] is arbeidsongeschikt geweest van 27 maart 2009 tot en met 30 juni 2009.
1.5. op 15 juli 2009 heeft UNC [eiser] op staande voet ontslagen, kort gezegd op de grond dat [eiser] een omvangrijke hoeveelheid informatie, waaronder voornamelijk vertrouwelijke bedrijfsinformatie, vanuit zijn zakelijke e-mailadres naar zijn privé e-mailadres ([emailadres]) heeft gezonden. De ontslagbrief van 15 juli 2009 vermeldt dat UNC de stellige overtuiging is toegedaan dat [eiser] willens en wetens deze informatie naar zichzelf heeft gezonden om deze in de toekomst te gaan gebruiken.
1.6. in opdracht van UNC heeft [H] op 30 oktober 2009 een rapport uitgebracht betreffende een digitaal onderzoek “naar aanleiding van signalen dat de heer [eiser], general manager, bedrijfsgevoelige informatie naar een “yahoo” e-mailadres had gestuurd.”
1.7. in oktober 2009 is er, namens UNC Groep B.V. en de heer [algemeen directeur], middels een “subpoena” een procedure aanhangig gemaakt tegen [eiser] (als gedaagde) bij het “Superior Court of California, County of Santa Clara” in de Verenigde Staten van Amerika, waarin [eiser] onder meer wordt beschuldigd van diefstal van bedrijfsgeheimen en handelen in strijd met de arbeidsovereenkomst. De procedure strekt ertoe inzicht te krijgen in alle documenten en informatie, gerelateerd aan alle Yahoo accounts van [eiser], vanaf 1 mei 2007. De bevoegdheid van de rechtbank in Californië wordt gegrond op “the location of the acts of Defendant [eiser] in Santa Clara County, State of California.”
1.8. Yahoo! Inc. is gevestigd in Californië, Verenigde Staten van Amerika (VS).
1.9. [eiser] heeft de vernietigbaarheid van het ontslag ingeroepen en zich beschikbaar gehouden voor werk.
1.10. UNC heeft het op 9 juli 2009 ingediende ontbindingsverzoek ingetrokken en aangekondigd dat zij een voorwaardelijk ontbindingsverzoek zal gaan indienen.