ECLI:NL:RBAMS:2009:BL1072

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1095320 KK EXPL 09-1080
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet na verzending van vertrouwelijke documenten via e-mail

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 18 november 2009 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en UNC LEAN SIX SIGMA B.V. [eiser] was in dienst bij UNC en werd op 15 juli 2009 op staande voet ontslagen. De reden voor het ontslag was het verzenden van vertrouwelijke bedrijfsinformatie van zijn zakelijke e-mailadres naar zijn privé e-mailadres. De kantonrechter oordeelde dat UNC niet voldoende aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een dringende reden voor ontslag. De rechter stelde vast dat [eiser] de informatie niet naar derden had gestuurd en dat de enkele vrees van UNC dat hij deze informatie in de toekomst zou gebruiken, onvoldoende was voor ontslag op staande voet. De kantonrechter wees de vordering van [eiser] tot wedertewerkstelling af, omdat een vruchtbare samenwerking tussen partijen niet mogelijk werd geacht. Tevens werd UNC bevolen om de procedure in de VS, die was aangespannen om gegevens van [eiser] te verkrijgen, te staken, omdat deze in strijd was met goed werkgeverschap. De kantonrechter oordeelde dat UNC onvoldoende belang had bij het voortzetten van deze procedure, gezien de gemaakte kosten voor [eiser]. De vordering tot betaling van salaris werd toegewezen, evenals de wettelijke verhoging, terwijl de vorderingen van UNC in reconventie grotendeels werden afgewezen. De proceskosten werden voor een deel aan [eiser] toegewezen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM KORT GEDING
Sector Kanton
Locatie Amsterdam
Zaaknummer: 1095320 KK EXPL 09-1080
Vonnis van: 18 november 2009
481
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
I n z a k e
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser
nader te noemen [eiser]
gemachtigde: mr. J. van Londen
t e g e n
UNC LEAN SIX SIGMA B.V.
gevestigd te Amsterdam
gedaagde
nader te noemen UNC
gemachtigde: mr. M.R. Meijer
HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Bij dagvaarding van 27 oktober 2009 heeft [eiser] een voorziening gevorderd.
Ter terechtzitting van 9 november 2009 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. [eiser] is in persoon verschenen vergezeld door zijn gemachtigde. UNC is verschenen bij de heer [algemeen directeur], algemeen directeur van UNC Groep B.V (moedermaatschappij van UNC), en mevrouw [juriste], juriste bij UNC, bijgestaan door haar gemachtigde.
Ter zitting heeft UNC een vordering in reconventie ingediend.
Op verzoek van de kantonrechter hebben de gemachtigden van partijen bij brieven van 9 en 10 november 2009 nadere informatie verstrekt.
Vervolgens is vonnis bepaald op heden.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
1. Als uitgangspunt geldt het volgende:
1.1. [eiser], thans 45 jaar oud, is op 1 mei 2007 in dienst getreden bij (de rechtsvoorganger van) UNC; de laatstelijk uitgeoefende functie is die van general manager, tegen een salaris van € 6.500,- bruto per maand, te vermeerderen met 8,33 % vakantietoeslag en een bonusregeling.
1.2. artikel 23 van de arbeidsovereenkomst luidt: “Het is Werknemer verboden gedurende 6 maanden na “het beëindigen van de dienstbetrekking”(hierna: na Beëindiging) op enigerlei wijze direct of indirect hetzelfde of gelijksoortig werk te verrichten voor een opdrachtgever van Werkgeefster, behalve in het geval dat in samenspraak met de opdrachtgever wordt besloten tot een overname, waarbij de werknemer in loondienst komt van de opdrachtgever. Daarnaast is het verboden om gedurende 6 maanden na Beëindiging op enigerlei wijze contact te hebben met opdrachtgevers en transacties met de opdrachtgevers en transacties met de opdrachtgevers van Werkgeefster te sluiten waaruit concurrentie kan ontstaan en / of schade kan voortvloeien. Ook is het verboden om gedurende 12 maanden na Beëindiging op enigerlei wijze contact te hebben met werknemers of oud werknemers van opdrachtgevers van Werkgeefster waaruit op enigerlei wijze transacties uit kunnen ontstaan en deze transacties concurrentie en / of schade aan Werkgeefster kunnen toebrengen.”.
1.3. artikel 44 van de arbeidsovereenkomst bepaalt: “De rechtsverhouding tussen Werkgeefster en Werknemer wordt uitsluitend beheerst door Nederlands recht. Geschillen die voortvloeien uit deze rechtsverhouding worden door de bevoegde rechter te Amsterdam danwel in een plaats uitsluitend ter vrije keus van Werkgeefster beslecht.”
1.4. [eiser] is arbeidsongeschikt geweest van 27 maart 2009 tot en met 30 juni 2009.
1.5. op 15 juli 2009 heeft UNC [eiser] op staande voet ontslagen, kort gezegd op de grond dat [eiser] een omvangrijke hoeveelheid informatie, waaronder voornamelijk vertrouwelijke bedrijfsinformatie, vanuit zijn zakelijke e-mailadres naar zijn privé e-mailadres ([emailadres]) heeft gezonden. De ontslagbrief van 15 juli 2009 vermeldt dat UNC de stellige overtuiging is toegedaan dat [eiser] willens en wetens deze informatie naar zichzelf heeft gezonden om deze in de toekomst te gaan gebruiken.
1.6. in opdracht van UNC heeft [H] op 30 oktober 2009 een rapport uitgebracht betreffende een digitaal onderzoek “naar aanleiding van signalen dat de heer [eiser], general manager, bedrijfsgevoelige informatie naar een “yahoo” e-mailadres had gestuurd.”
1.7. in oktober 2009 is er, namens UNC Groep B.V. en de heer [algemeen directeur], middels een “subpoena” een procedure aanhangig gemaakt tegen [eiser] (als gedaagde) bij het “Superior Court of California, County of Santa Clara” in de Verenigde Staten van Amerika, waarin [eiser] onder meer wordt beschuldigd van diefstal van bedrijfsgeheimen en handelen in strijd met de arbeidsovereenkomst. De procedure strekt ertoe inzicht te krijgen in alle documenten en informatie, gerelateerd aan alle Yahoo accounts van [eiser], vanaf 1 mei 2007. De bevoegdheid van de rechtbank in Californië wordt gegrond op “the location of the acts of Defendant [eiser] in Santa Clara County, State of California.”
1.8. Yahoo! Inc. is gevestigd in Californië, Verenigde Staten van Amerika (VS).
1.9. [eiser] heeft de vernietigbaarheid van het ontslag ingeroepen en zich beschikbaar gehouden voor werk.
1.10. UNC heeft het op 9 juli 2009 ingediende ontbindingsverzoek ingetrokken en aangekondigd dat zij een voorwaardelijk ontbindingsverzoek zal gaan indienen.
Vordering en verweer in conventie en in reconventie
2. [eiser] vordert in conventie:
a. te verklaren voor recht dat het op 15 juli 2009 aan hem gegeven ontslag op staande voet nietig is;
b. UNC te veroordelen om [eiser] binnen vijf dagen na betekening van het te wijzen vonnis toe te laten tot zijn werkplek en hem in staat te stellen zijn eigen functie te vervullen op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat UNC met de nakoming van het vonnis in verzuim is;
c. UNC te veroordelen om, binnen vijf dagen na betekening van het te wijzen vonnis, tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te voldoen het aan hem verschuldigde salaris van € 6.500,00 bruto per maand, inclusief de bijbehorende emolumenten en resultaatafhankelijke beloning in de vorm van bonus en winstaanspraken, gerekend over de periode vanaf 15 juli 2009 en zo vervolgens maandelijks totdat de arbeidsovereenkomst tussen partijen op rechtsgeldige wijze zal zijn geëindigd, te vermeerderen met de maximale wettelijke verhoging over het niet of te laat betaalde salaris, één en ander als bedoeld in artikel 7:625BW, en met de wettelijke vertragingsrente over de eerder genoemde bedragen vanaf 15 juli 2009, althans vanaf de vervaldata van de onderscheiden vorderingen tot aan de dag der voldoening;
d. UNC tevens te veroordelen om, binnen vijf dagen na het te wijzen vonnis, tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te voldoen het te weinig betaalde salaris, inclusief vakantietoeslag, over de periode van het ziekteverzuim, vanaf 27 maart 2009 tot en met 30 juni 2009, bestaande uit het verschil tussen het op basis van de 70% heffing van het maximale dagloon, zoals genoemd in de wet, uitgekeerde salaris en 70 % van het bruto maandsalaris van [eiser], alles te vermeerderen met de maximale wettelijke verhoging en de wettelijke vertragingsrente daarover vanaf de verschillende vervaldata der vorderingen tot de dag der algehele voldoening;
e. UNC te gebieden onmiddellijk, althans binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, de in de Verenigde Staten inzake de Yahoo account in gang gezette procedure jegens of ten laste van [eiser], te stoppen, te staken en/of gestaakt te houden, onder verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per overtreding en een som van €1.000,00 per dag, voor iedere dag dat de overtreding desondanks voorduurt, dan wel tegen een dwangsom zoals in goede justitie te bepalen;
f. met veroordeling van UNC in de kosten van het geding, het salaris van de gemachtigde van [eiser] daaronder begrepen alsmede de nakosten die te dezer zake zo nodig gedwongen nog gemaakt zullen worden.
3. [eiser] stelt - kort gezegd - dat het ontslag op staande voet ten onrechte is gegeven, nu er van een dringende reden geen sprake is. Het klopt dat [eiser] via het zakelijke e-mailadres informatie naar zijn privé e-mailadres heeft gestuurd. [eiser] ziet niet in hoe dit een dringende reden kan opleveren. Deels betrof het privé-documenten, deels zag een en ander het op een vermoedelijke overdracht (in het kader van het te verwachten einde dienstverband) en op het kunnen voeren van verweer in de inmiddels door UNC aanhangig gemaakte ontbindingsprocedure. In die procedure stelde UNC zich op het standpunt dat de verhoudingen tussen partijen verstoord waren, hetgeen zou zijn te wijten aan [eiser].
4. Voor zover er al bedrijfsgevoelige informatie bij zou zitten, stelt [eiser] dat hij deze niet aan derden ter beschikking heeft gesteld en dus ook zijn geheimhoudingsplicht niet heeft geschonden.
5. Met de procedure die UNC blijkbaar in de VS tegen hem is begonnen laadt UNC de verdenking op zich dat zij achteraf nader bewijs probeert te verzamelen voor haar (niet onderbouwde) verdenking in de ontslagbrief dat [eiser] de verzonden informatie in de toekomst wil gaan gebruiken. Bovendien jaagt UNC [eiser] op deze manier op hoge kosten; het is [eiser] een raadsel wat een Amerikaanse rechter met deze zaak van doen heeft. Het enige internationale aspect aan deze kwestie is dat [eiser] een e-mail account heeft via Yahoo, een onderneming waarvan de hoofdzetel is gevestigd in de VS.
6. Het klopt dat [eiser] een eigen onderneming heeft opgericht, die soortgelijke activiteiten verricht als UNC; dat heeft hij gedaan in overleg met UNC, omdat er sprake van was dat [eiser] middels deze onderneming (na beëindiging van het dienstverband in overleg) op freelance-basis werkzaamheden voor UNC zou gaan verrichten.
7. Sinds de dag van het ontslag heeft [eiser] ongeveer 6 dagen gewerkt; geen van zijn opdrachtgevers was klant van UNC.
8. Het is niet juist dat [eiser] zakelijke contacten heeft gehad met klanten van UNC. Als hij die zou willen hebben had hij daar de informatie die hij naar “zichzelf” heeft gestuurd niet voor nodig. Overigens is er van een geldig concurrentiebeding geen sprake, nu [eiser] nooit heeft gefunctioneerd als statutair directeur, de functie die in de arbeidsovereenkomst is beschreven.
9. UNC voert gemotiveerd verweer tegen de vordering en voert - kort gezegd - aan dat het ontslag geheel terecht is gegeven. [eiser] heeft bedrijfsgevoelige informatie van UNC gestolen. Ook heeft hij getracht zijn sporen te wissen. Voor zover de gegevens inhoudelijk bij UNC bekend zijn, is het duidelijk dat het doel van [eiser] was om klantengegevens te verkrijgen en die te gebruiken om UNC te beconcurreren. Datzelfde geldt voor de bestanden met opzet en inhoud van trainingen en presentaties. Juist om inzicht in alle gegevens van het privé account te verkrijgen is de procedure in de VS gestart. Omdat het nog wel een tijd kan duren voordat daarop beslist heeft UNC recht en spoedeisend belang bij de hieronder geformuleerde vordering in reconventie.
10. [eiser] heeft wel degelijk zakelijke contacten gehad met klanten van UNC, zoals Pfizer, Novavista en ING. Anders zijn de e-mails, die UNC van Yahoo heeft ontvangen en die dateren van september 2009, niet te verklaren, aldus UNC.
11. UNC vordert in reconventie:
A. [eiser] te veroordelen om binnen 24 uur na betekening van het in deze te wijzen vonnis aan UNC een volledige en deugdelijke schriftelijke opgave te doen van alle namen en adressen van opdrachtgevers van UNC waarmee [eiser] sinds 15 juli 2009 op enigerlei wijze contact heeft gehad, onder verbeurte van een dwangsom van €10.000,00 voor iedere dag dat [eiser] daarmee in gebreke blijft;
B. [eiser] te verbieden tot 15 juli 2011 op welke wijze dan ook gebruik te maken van door hem op 9 juli 2009 en 13 juli 2009 aan het emailadres [emailadres] verstuurde emailberichten met contactgegevens van (potentiële) klanten en partners van UNC, alsmede met gegevens over de opzet en inhoud van verschillende trainingen en presentaties gebruikt door UNC, alsmede met gegevens over de bedrijfsvoering van UNC, alsmede met licentie-informatie van software die in gebruik is bij UNC, onder verbeurte van een dwangsom van € 20.000,00 voor iedere overtreding van dat verbod en € 5.000,00 voor iedere dag dat die overtreding voortduurt.
C. [eiser] te veroordelen om binnen 24 uur na betekening van het in deze te wijzen vonnis alle door hem op 9 juli 2009 en 13 juli 2009 aan het emailadres [emailadres] verstuurde emailberichten met contactgegevens van (potentiële) klanten en partners van UNC, alsmede met gegevens over de opzet en inhoud van verschillende trainingen en presentaties gebruikt door UNC, alsmede met gegevens over de bedrijfsvoering van UNC, alsmede met licentie-informatie van software die in gebruik is bij UNC, van alle tot zijn beschikking staande computers en andere gegevensdragers te verwijderen en te vernietigen, zonder achterhouding van enige kopie daarvan, in welke vorm dan ook, onder opgave van de verwijderde en vernietigde gegevens aan UNC, onder verbeurte van een dwangsom van €10.000,00 voor iedere dag dat [eiser] daarmede in gebreke blijft;
D. [eiser] te verbieden tot 15 januari 2010 op enigerlei wijze contact te hebben met de opdrachtgevers van UNC dan wel met opdrachtgevers van UNC overeenkomsten te sluiten waaruit concurrentie met UNC kan ontstaan dan wel waaruit schade voor UNC kan voortvloeien, onder verbeurte van een dwangsom van € 20.000,00 voor iedere overtreding van dat verbod en € 5.000,00 voor iedere dag dat die overtreding voortduurt.
E. [eiser] te veroordelen tot strikte en onvoorwaardelijke nakoming van het gebod tot geheimhouding als verwoord in artikel 24 van de arbeidsovereenkomst tussen partijen van 15 maart 2007, onder verbeurte van een dwangsom van € 20.000,00 voor iedere overtreding van dat verbod en € 5.000,00 voor iedere dag dat die overtreding voortduurt.
F. [eiser] te veroordelen om binnen 24 uur na betekening van het in deze te wijzen vonnis, als voorschot op hetgeen hij in een bodemprocedure zal blijken verschuldigd te zijn, aan UNC te betalen een bedrag van in totaal € 24.500,00 aan ex artikel 28 van de arbeidsovereenkomst tussen partijen van 15 maart 2007 verbeurde boetes wegens overtreding van artikel 23 van die overeenkomst;
G. [eiser] te veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder het salaris van de gemachtigde van UNC begrepen;
12. [eiser] heeft verweer gevoerd tegen de reconventionele vorderingen.
Beoordeling in conventie
13. In dit kort geding dient te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van [eiser] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
14. De vraag is of verwacht kan worden dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet zal houden. Geoordeeld wordt dat de handelwijze die [eiser] wordt verweten, namelijk het versturen van een (grote) hoeveelheid informatie vanaf zijn zakelijke e-mail account naar zijn privé account, onvoldoende ernstig is om een dringende reden voor ontslag op staande voet op te kunnen leveren.
15. Daarbij is allereerst van belang dat [eiser] de -volgens UNC bedrijfsgevoelige- informatie niet naar buiten heeft gebracht, zodat niet kan worden gezegd dat hij zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden.
16. Dan resteert het ernstige vermoeden van UNC dat [eiser] de informatie, zoals de ontslagbrief het noemt “in de toekomst wil gaan gebruiken”. Ter zitting heeft UNC ter zake toegelicht dat zij vreest dat [eiser] met de betreffende gegevens (klantenbestanden en opzet en inhoud van trainingen) UNC vanuit zijn eigen bedrijf zal gaan beconcurreren. Dat is [eiser] verboden op grond van het concurrentiebeding (zie onder 1.2), aldus UNC.
17. Geoordeeld wordt dat de enkele vrees dat [eiser] met de betreffende gegevens UNC (contractueel verboden of onrechtmatige) concurrentie zou willen aandoen, onvoldoende concreet is om tot ontslag op staande voet te besluiten. Een dringende reden is op dat moment niet aan de orde, temeer ook nu UNC onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [eiser] aan één en ander uitvoering heeft gegeven, bijvoorbeeld door met bedrijfseigen trainingen aan de slag te gaan of opdrachten aan te nemen van klanten van UNC.
18. Het bovenstaande betekent dat de loonvordering vanaf 15 juli 2009 toewijsbaar is. De wettelijke verhoging wordt beperkt tot 15 %.
19. De loonvordering over de periode van ziekte zal worden afgewezen. Uit artikel 22 van de arbeidsovereenkomst blijkt dat [eiser] bij ziekte recht heeft op 70 % van het loon, conform artikel 7:629 B.W. Daaruit volgt dat UNC bij ziekte tot niet meer verplicht is dan het betalen van 70 % van het loon, tot het maximumdagloon. Aan die verplichting heeft UNC voldaan.
20. De vordering tot tewerkstelling zal niet worden toegewezen. Ter zitting is gebleken dat -in elk geval thans- een vruchtbare samenwerking tussen partijen niet mogelijk is. Een dergelijke samenwerking is, mede gelet op het niveau van de functie van [eiser], in dit geval wel voorwaarde voor hervatting van de werkzaamheden.
21. De gevraagde verklaring voor recht wordt, als zijnde in strijd met de aard van de kort gedingprocedure, afgewezen.
22. Ten aanzien van de door UNC Groep B.V. tegen [eiser] aanhangig gemaakte procedure in de VS wordt het volgende overwogen. Allereerst dient te gelden dat UNC en UNC Groep B.V. ten aanzien van de procedure in de VS met elkaar worden vereenzelvigd, nu UNC Groep B.V. zich blijkens de “subpoena” (zie onder 4) mede als werkgever van [eiser] beschouwt.
23. Beoordeeld dient te worden of UNC jegens [eiser] in strijd handelt met de beginselen van goed werkgeverschap door het aanhangig maken en aanhangig houden van de procedure in de VS.
24. Van belang is daarvoor allereerst dat partijen zijn overeengekomen dat Nederlands recht op de arbeidsverhouding van toepassing is en dat (bij uitsluiting) de Nederlandse rechter bevoegd is in geval van geschillen ten aanzien van die arbeidsovereenkomst (zie onder 1.3). Met dat gegeven moet worden onderzocht of UNC een redelijk belang heeft, althans kan hebben, bij het voeren van de Amerikaanse procedure. Daarvoor moet gekeken worden naar de aard van de vordering en (marginaal) worden getoetst of deze hier in Nederland kan worden gevoerd. In dat licht wordt overwogen dat aangenomen wordt dat Yahoo enkel met een rechterlijk vonnis verplicht zal kunnen worden de gegevens van het “[eiser] account” vrij te geven. Dat betekent dat moeilijk valt in ter zien op welke grond UNC ervoor heeft gekozen om de zaak bij een Amerikaanse rechter aanhangig te maken die (naar Nederlands recht) zal moeten beoordelen in hoeverre [eiser] in strijd heeft gehandeld met de arbeidsovereenkomst, in plaats van te kiezen voor het verkrijgen van een vonnis op dit punt in Nederland. Dat zou UNC dan tegenover Yahoo ten uitvoer kunnen leggen. UNC heeft niet kunnen uitleggen waarom zij een dergelijke (spoed)procedure niet in Nederland is gestart. Dat klemt temeer nu [eiser] voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij er een groot belang bij heeft dat een dergelijke procedure in Nederland wordt gevoerd, gelet op de zeer hoge kosten die hij moet maken om in de VS te kunnen procederen.
25. Al met al is de kantonrechter van oordeel dat UNC onvoldoende aannemelijk heeft kunnen maken dat zij een belang heeft bij het verder voeren van de procedure in de VS, anders dan het op kosten jagen van [eiser]. Daarmee handelt UNC in strijd met het goed werkgeverschap en dat maakt het onder 2.e gevorderde verbod toewijsbaar. De kantonrechter zal een maximum verbinden aan de te verbeuren dwangsommen.
26. Gelet op de afloop van de procedure wordt UNC veroordeeld in de kosten gevallen aan de zijde van [eiser]. De gevorderde nakosten worden afgewezen.
Beoordeling in reconventie
27. Voorop gesteld wordt dat, zoals blijkt uit hetgeen in conventie is overwogen, ervan wordt uitgegaan dat de arbeidsovereenkomst nog in stand is. Dat betekent dat een eventuele overtreding van het concurrentiebeding (nog) niet aan de orde is, nu dit eerst gaat gelden ná beëindiging van het dienstverband. Dit leidt tot afwijzing van de vordering onder 11. D en F.
28. Voorts is van belang dat [eiser] heeft betwist dat hij na 15 juli 2009 zakelijke contacten heeft gehad met klanten van UNC. Daartegenover heeft UNC onvoldoende aannemelijk gemaakt dat dergelijke contacten er wel zijn geweest. Met de overgelegde gegevens (volgens UNC via Yahoo ontvangen) is dat niet aangetoond. Op deze grond wordt de vordering onder 11. A afgewezen.
29. Aannemelijk is dat [eiser] gebonden is aan het geheimhoudingsbeding en het verbod op nevenarbeid, op overtreding waarvan in die arbeidsovereenkomst boetes zijn gesteld. Daarom heeft UNC thans onvoldoende belang bij de gevorderde voorzieningen onder 11. B, C en E. Ook deze onderdelen van de vordering zullen daarom worden afgewezen.
30. Gelet op de beslissing over de proceskosten in conventie bestaat er aanleiding de proceskosten in reconventie te compenseren.
BESLISSING
De kantonrechter:
In conventie:
I. veroordeelt UNC om, binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan [eiser] te voldoen het aan hem verschuldigde salaris van € 6.500,00 bruto per maand, inclusief de bijbehorende emolumenten en bonus, over de periode vanaf 15 juli 2009 en zo vervolgens maandelijks totdat de arbeidsovereenkomst tussen partijen op rechtsgeldige wijze zal zijn geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke rente over de eerder genoemde bedragen vanaf de vervaldata van de salarisbedragen tot aan de dag der voldoening;
II. veroordeelt UNC om, binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis, tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te voldoen de wettelijke verhoging ad 15 % over de salarisbedragen vanaf 15 juli 2009 tot en met 31 oktober 2009 en de daarover verschuldigde wettelijke rente;
III. gebiedt UNC om de onder 1.7 beschreven procedure tegen [eiser] in de VS, binnen 48 uur na betekening van dit vonnis, te staken en gestaakt te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag, of gedeelte van een dag dat UNC nalatig blijft aan dit gebod te voldoen, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 250.000,00;
IV. veroordeelt UNC in de kosten van het geding tot op heden begroot op:
-griffierecht: € 208,00
-kosten dagvaarding: € 81,49
-salaris gemachtigde: € 400,00
-------------- +
totaal: € 689,49
één en ander, voor zover verschuldigd, inclusief btw;
V. verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
VI. wijst af het meer of anders gevorderde.
In reconventie:
VII. wijst de vorderingen af;
VIII. bepaalt dat ieder van partijen de eigen proceskosten draagt.
Aldus gewezen door mr. T.M.A. van Löben Sels, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 november 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter