ECLI:NL:RBAMS:2009:BK5631

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
13/410662-09 (PROMIS)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Seksueel misbruik van minderjarige dochters door vader

In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 2 december 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een vader die zich schuldig heeft gemaakt aan seksueel misbruik van zijn beide dochters, die ten tijde van het misbruik zeer jong waren. Het misbruik van de oudste dochter, [slachtoffer 1], heeft plaatsgevonden van haar zesde tot haar twaalfde jaar en heeft zes jaar geduurd. Gedurende deze periode heeft de verdachte haar onder druk gezet om te zwijgen over het misbruik, met de dreiging dat haar ouders uit elkaar zouden gaan als zij iets zou vertellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een grove inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit en de persoonlijke levenssfeer van zijn dochters, en dat hij het vertrouwen dat zij in hem mochten hebben, ernstig heeft geschonden.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar. De straf is gebaseerd op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van de verdachte. De rechtbank heeft in haar overwegingen ook het rapport van de psychiater betrokken, waaruit bleek dat de verdachte toerekeningsvatbaar was en geen psychische stoornis had ten tijde van het bewezenverklaarde. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen, maar heeft het openbaar ministerie de mogelijkheid gegeven om een behandeling voor de verdachte aan te vragen in het kader van de voorwaardelijke invrijheidstelling.

De rechtbank heeft de feiten bewezen verklaard en de verdachte strafbaar geacht op basis van de artikelen 55, 244, 246 en 249 van het Wetboek van Strafrecht. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is ondertekend door de rechters en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/410662-09 (PROMIS)
Datum uitspraak: 2 december 2009
op tegenspraak
VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1959,
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres],
ter terechtzitting opgegeven thans zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland te zijn,
gedetineerd in het Huis van Bewaring “Haarlem” te Haarlem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
18 november 2009.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Bienfait-van Kampen en van hetgeen door de raadsvrouw van verdachte
mr. B.G.M.C. Peters en door de verdachte naar voren is gebracht.
1. Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat
Ten aanzien van feit 1:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 augustus 1998 tot en met 30 juli 2004 te Amsterdam en/of te Texel, in elk geval in Nederland, (telkens) met [slachtoffer 1], geboren op 31 juli 1992, die toen (telkens) de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, (telkens) een of meer handelingen heeft gepleegd, die (telkens) (mede) bestonden uit het
seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij verdachte
- (meermalen) zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 1] gebracht en/of geduwd en/of (vervolgens) met zijn penis (meermalen) op en neer gaande bewegingen gemaakt en/of het hoofd van die [slachtoffer 1] (meermalen) op en neer bewogen (waarbij hij, verdachte, eenmaal een zaadlozing in de mond van die [slachtoffer 1] kreeg) en/of
- (meermalen) zijn, verdachtes, tong in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd en/of gebracht en/of (vervolgens) met zijn tong (meermalen) op en neergaande bewegingen gemaakt en/of de vagina van die [slachtoffer 1] gelikt en/of
- (meermalen) zijn verdachtes vinger(s) in de vagina en/of de anus van die [slachtoffer 1] geduwd en/of gebracht en/of (vervolgens) met zijn, verdachtes vinger(s) (meermalen) op en neergaande bewegingen gemaakt en/of
- (meermalen) de hand(en) van die [slachtoffer 1] naar zijn, verdachtes, penis gebracht en/of (vervolgens) (samen met) die [slachtoffer 1] trekkende bewegingen aan zijn, verdachtes, penis laten maken en/of gemaakt en/of
- die [slachtoffer 1] over zich heen laten plassen (terwijl hij, verdachte in een leeg bad lag) en/of
- (meermalen) die [slachtoffer 1] (op de computer) pornografische films en/of pornografische foto's getoond, terwijl die [slachtoffer 1] op zijn, verdachtes, schoot zat en/of hij, verdachte zijn, vinger(s) daarbij in de vagina van die [slachtoffer 1] bracht en/of daarbij met zijn, verdachtes, vingers (meermalen) op en neer gaande bewegingen maakte en/of die [slachtoffer 1] zijn, verdachtes, penis op en neer moest bewegen en/of moest aanraken en/of
- (meermalen) met zijn vedachtes, penis over de bil(len) en/of de rug van die [slachtoffer 1] gewreven en/of met zijn verdachtes penis de bil(len) en/of de rug van die [slachtoffer 1] aangeraakt en/of
- (meermalen) met zijn, verdachtes, handen aan en/of in de vagina en/of de billen en/of de borsten van die [slachtoffer 1] gevoeld en/of geknepen en/of betast en/of - (meermalen) zijn, verdachtes, tong in de mond van die [slachtoffer 1] gebracht;
en/of
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 augustus 1998 tot en met 30 juli 2004 te Amsterdam en/of te Texel, in elk geval in Nederland, (telkens) door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) [slachtoffer 1], geboren op 31 juli 1992 (telkens) heeft gedwongen tot het dulden van en een of meer ontuchtige handelingen, bestaande uit het
- (meermalen) de hand(en) van die [slachtoffer 1] naar zijn, verdachtes, penis brengen en/of (vervolgens) (samen met) die [slachtoffer 1] trekkende bewegingen aan zijn, verdachtes, penis laten maken en/of maken en/of
- die [slachtoffer 1] over zich heen laten plassen (terwijl hij, verdachte in een leeg bad lag) en/of
- (meermalen) die [slachtoffer 1] (op de computer) pornografische films en/of pornografische foto's tonen, terwijl die [slachtoffer 1] op zijn, verdachtes, schoot zat en/of (waarbij) die [slachtoffer 1] zijn, verdachtes, penis op en neer moest bewegen en/of moest aanraken en/of
- (meermalen) met zijn vedachtes penis over de bil(len) en/of de rug van die [slachtoffer 1] wrijven en/of met zijn verdachtes penis de bil(len) en/of de rug van die [slachtoffer 1] aanraken en/of
- (meermalen) met zijn, verdachtes handen aan en/of in de vagina en/of de billen en/of de borsten voelen en/of knijpen en/of betasten en/of en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit
- het (psychisch) overwicht dat hij, verdachte (als zijnde de vader van die [slachtoffer 1]) op die [slachtoffer 1] had en/of
- het manipuleren van die [slachtoffer 1], door (ongeveer eenmaal per maand) te zeggen dat
- de ouders van die [slachtoffer 1] uit elkaar zouden gaan als [slachtoffer 1] iets zou vertellen aan anderen en/of
- hij, verdachte, voor altijd in de gevangenis zou moeten zitten als [slachtoffer 1] iets zou vertellen aan anderen en/of
- het aanwenden van zijn ouderlijk gezag jegens die [slachtoffer 1], waardoor hij, verdachte haar zijn wil heeft opgedrongen/ haar aan zijn, verdachtes, wil heeft onderworpen en/of de wil van die [slachtoffer 1] heeft gemanipuleerd en/of
- het pakken en/of (vervolgens) brengen van het hoofd van die [slachtoffer 1] naar zijn, verdachtes, penis en/of
- het pakken van de hand(en) van die [slachtoffer 1] en/of (vervolgens) het naar zijn, verdachtes penis brengen van die handen en/of
- het op zijn, verdachtes, schoot zetten van die [slachtoffer 1];
art 246 Wetboek van Strafrecht
.
Ten aanzien van feit 2:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 januari 2006 tot en met 30 november 2008 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, (telkens) ontucht heeft gepleegd met zijn (telkens) minderjarig kind, [slachtoffer 2], geboren op 18 januari 2000, bestaande die ontucht (telkens) hierin dat hij, verdachte,
- (meermalen) de onderbroek van die [slachtoffer 2] heeft uitgetrokken en/of naar beneden heeft getrokken en/of (vervolgens) zijn, verdachtes, onderbroek heeft uitgetrokken, terwijl hij, verdachte, met die [slachtoffer 2] in bed lag en/of
- (meermalen) met zijn, vedachtes, penis, tegen de bil(len) en/of de rug van die [slachtoffer 2] heeft gewreven en/of heeft aangeraakt (terwijl die [slachtoffer 2] met haar rug naar hem, verdachte, toe lag en/of
- (meermalen) met zijn, verdachtes penis tegen de bil(len) en/of de rug van die [slachtoffer 2] heeft aangelegen.
art 249 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte
Ten aanzien van feit 1:
op tijdstippen in de periode van 1 augustus 1998 tot en met 30 juli 2004 te Amsterdam en/of te Texel, telkens met [slachtoffer 1], geboren op 31 juli 1992, die toen (telkens) de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, (telkens) handelingen heeft gepleegd, die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij verdachte
- (meermalen) zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 1] gebracht en (vervolgens) met zijn penis (meermalen) op- en neergaande bewegingen gemaakt en het hoofd van die [slachtoffer 1] (meermalen) op en neer bewogen (waarbij hij, verdachte, eenmaal een zaadlozing in de mond van die [slachtoffer 1] kreeg) en
- (meermalen) zijn, verdachtes, tong in de vagina van die [slachtoffer 1] gebracht en (vervolgens) met zijn tong (meermalen) op- en neergaande bewegingen gemaakt en de vagina van die [slachtoffer 1] gelikt en
- (meermalen) zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina en/of de anus van die [slachtoffer 1] gebracht en (vervolgens) met zijn, verdachtes vinger(s) (meermalen) op- en neergaande bewegingen gemaakt en
- (meermalen) de hand(en) van die [slachtoffer 1] naar zijn, verdachtes, penis gebracht en (vervolgens) (samen met) die [slachtoffer 1] trekkende bewegingen aan zijn, verdachtes, penis laten maken en gemaakt en
- die [slachtoffer 1] over zich heen laten plassen (terwijl hij, verdachte, in een leeg bad lag) en
- (meermalen) die [slachtoffer 1] (op de computer) pornografische films getoond, terwijl die [slachtoffer 1] op zijn, verdachtes, schoot zat en hij, verdachte, zijn vinger(s) daarbij in de vagina van die [slachtoffer 1] bracht en daarbij met zijn, verdachtes, vinger(s) (meermalen) op en neer gaande bewegingen maakte en/of die [slachtoffer 1] zijn, verdachtes, penis op en neer moest bewegen en/of moest aanraken en
- (meermalen) met zijn verdachtes, penis over de bil(len) en/of de rug van die [slachtoffer 1] gewreven en/of met zijn verdachtes penis de bil(len) en/of de rug van die [slachtoffer 1] aangeraakt en
- (meermalen) met zijn, verdachtes, handen aan en/of in de vagina en de billen en de borsten van die [slachtoffer 1] gevoeld en/of betast en
- (meermalen) zijn, verdachtes, tong in de mond van die [slachtoffer 1] gebracht;
en/of
op tijdstippen in de periode van 1 augustus 1998 tot en met 30 juli 2004 te Amsterdam en/of te Texel, (telkens) door feitelijkheden [slachtoffer 1], geboren op 31 juli 1992 (telkens) heeft gedwongen tot het dulden van en plegen van ontuchtige handelingen, bestaande uit het
- (meermalen) de hand(en) van die [slachtoffer 1] naar zijn, verdachtes, penis brengen en (vervolgens) (samen met) die [slachtoffer 1] trekkende bewegingen aan zijn, verdachtes, penis laten maken en maken en
- die [slachtoffer 1] over zich heen laten plassen (terwijl hij, verdachte, in een leeg bad lag) en
- (meermalen) die [slachtoffer 1] (op de computer) pornografische films tonen, terwijl die [slachtoffer 1] op zijn, verdachtes, schoot zat en (waarbij) die [slachtoffer 1] zijn, verdachtes, penis op en neer moest bewegen en/of moest aanraken en
- (meermalen) met zijn verdachtes penis over de bil(len) en/of de rug van die [slachtoffer 1] wrijven en/of met zijn verdachtes penis de bil(len) en/of de rug van die [slachtoffer 1] aanraken en
- (meermalen) met zijn, verdachtes handen aan en/of in de vagina en de billen en de borsten voelen en/of,betasten
en bestaande die andere feitelijkheden uit
- het (psychisch) overwicht dat hij, verdachte (als zijnde de vader van die [slachtoffer 1]) op die [slachtoffer 1] had en
- het manipuleren van die [slachtoffer 1], door (ongeveer eenmaal per maand) te zeggen dat
- de ouders van die [slachtoffer 1] uit elkaar zouden gaan als [slachtoffer 1] iets zou vertellen aan anderen en/of
- hij, verdachte, voor altijd in de gevangenis zou moeten zitten als [slachtoffer 1] iets zou vertellen aan anderen en
- het aanwenden van zijn ouderlijk gezag jegens die [slachtoffer 1], waardoor hij, verdachte haar zijn wil heeft opgedrongen/ haar aan zijn, verdachtes, wil heeft onderworpen en/of de wil van die [slachtoffer 1] heeft gemanipuleerd en
- het pakken en (vervolgens) brengen van het hoofd van die [slachtoffer 1] naar zijn, verdachtes, penis en
- het pakken van de hand(en) van die [slachtoffer 1] en (vervolgens) het naar zijn, verdachtes penis brengen van die handen en
- het op zijn, verdachtes, schoot zetten van die [slachtoffer 1];
Ten aanzien van feit 2:
op tijdstippen in de periode van 1 januari 2008 tot en met 30 november 2008 te Amsterdam, ontucht heeft gepleegd met zijn (telkens) minderjarig kind, [slachtoffer 2], geboren op 18 januari 2000, bestaande die ontucht hierin dat hij, verdachte,
- (meermalen) de onderbroek van die [slachtoffer 2] heeft uitgetrokken en/of naar beneden heeft getrokken en/of (vervolgens) zijn, verdachtes, onderbroek heeft uitgetrokken, terwijl hij, verdachte, met die [slachtoffer 2] in bed lag en/of
- (meermalen) met zijn, verdachtes, penis, tegen de bil(len) en/of de rug van die [slachtoffer 2] heeft gewreven en/of heeft aangeraakt (terwijl die [slachtoffer 2] met haar rug naar hem, verdachte, toe lag) en/of
- (meermalen) met zijn, verdachtes penis tegen de bil(len) en/of de rug van die [slachtoffer 2] heeft aangelegen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Ook de kennelijke misslag in de vierde regel van het tweede alternatief/cumulatief tenlastegelegde feit, waarin abusievelijk is vermeld “heeft gedwongen tot het dulden van en een of meer ontuchtige handelingen” waar vermeld had moeten worden “tot het plegen van en het dulden van ontuchtige handelingen”, is verbeterd. De verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
4. Waardering van het bewijs
4.1. Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat feit 1, eerste en tweede alternatief/cumulatief en feit 2 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden en heeft haar standpunt onderbouwd zoals is weergegeven in haar schriftelijk requisitoir.
4.2. Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het onder feit 1, eerste alternatief/cumulatief tenlastegelegde, nu het wettig en overtuigend bewijs ontbreekt dat sprake is geweest van penetratie. De raadsvrouw heeft daarvoor aangevoerd dat zij twijfelt aan de betrouwbaarheid van [slachtoffer 1]’s verklaringen, dat de verklaringen van [slachtoffer 1] niet worden ondersteund door verklaringen van anderen en dat in de beleving van verdachte geen handelingen hebben plaatsgevonden die het binnendringen van het lichaam van [slachtoffer 1] inhielden.
4.3. Het oordeel van de rechtbank
4.3.1. Bewezenverklaring
De rechtbank grondt haar beslissing dat de verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de hierna in samenvattende vorm weergegeven feiten en omstandigheden zoals vervat in de als voetnoten weergegeven gebezigde bewijsmiddelen.
Ten aanzien van het onder 1, eerste en tweede alternatief/cumulatief bewezenverklaarde:
Verdachte heeft zijn dochter [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1]), geboren op 31 juli 1992, van haar zesde jaar tot haar twaalfde jaar herhaaldelijk seksueel misbruikt. Het misbruik vond plaats in het woonhuis van het gezin in Amsterdam of, als het gezin de vakantie doorbracht op Texel, in het vakantieverblijf of in de auto. Verdachte heeft [slachtoffer 1] misbruikt zodra hij daar gelegenheid toe zag. Vanaf ongeveer [slachtoffer 1]’s negende jaar vond het misbruik een aantal keer per week plaats. Verdachte heeft [slachtoffer 1]’s vagina, billen en borsten betast en haar vagina gelikt. Ook heeft verdachte [slachtoffer 1] ertoe gebracht verdachte af te trekken (waarbij verdachte klaarkwam), over verdachte heen te plassen en bij verdachte op schoot porno te kijken op de computer. Verdachte is met zijn tong in de mond en in de vagina van [slachtoffer 1] binnengedrongen en verdachte heeft zijn vinger(s) in de vagina en de anus van [slachtoffer 1] gebracht. Verdachte heeft [slachtoffer 1] ertoe gebracht hem te pijpen, waarbij hij een keer in haar mond is klaargekomen. Verdachte zei regelmatig tegen [slachtoffer 1] dat ze niets over het misbruik mocht vertellen, omdat hij dan voor altijd in de gevangenis zou moeten zitten en haar ouders dan uit elkaar zouden gaan.
Ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde:
Verdachte heeft zijn dochter [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2]), geboren op 18 januari 2000, in het jaar 2008 enige malen seksueel misbruikt. Het misbruik vond plaats in het woonhuis van verdachte in Amsterdam. Het misbruik bestond uit het met een naakt onderlichaam tegen elkaar aanliggen, waarbij verdachte zijn hand tussen de benen van [slachtoffer 2] op haar vagina had liggen en waarbij verdachte met zijn penis over de billen en de rug van [slachtoffer 2] wreef, waarbij hij zeker eenmaal een erectie had.
4.3.2. Bewijsoverweging
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat het misbruik door verdachte ook bestond uit het door verdachte binnendringen van haar lichaam. Verdachte verklaart dat in zijn beleving van binnendringen van het lichaam van [slachtoffer 1] geen sprake is geweest. De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer 1] betrouwbaar is. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
[slachtoffer 1] heeft zowel jegens haar moeder als jegens de verbalisanten tijdens de twee verhoren consistent verklaard over de aard van het misbruik door verdachte. Het misbruik heeft gedurende een lange periode veelvuldig plaatsgevonden. Gelet hierop acht de rechtbank het niet aannemelijk dat de herinneringen van [slachtoffer 1] omtrent de gebeurtenissen door de inmiddels verstreken tijd zo zouden zijn aangetast dat die niet meer betrouwbaar zouden zijn. Het feit dat [slachtoffer 2] niet verklaart over het door verdachte bij haar binnendringen, doet aan de verklaring van [slachtoffer 1] daaromtrent, anders dan de raadsvrouw betoogt, niet af. Uit de verklaringen van [slachtoffer 1] en hetgeen verdachte daarover ter zitting heeft verklaard, ontstaat immers het beeld van misbruik dat in de loop van tijd steeds ernstigere vormen aanneemt, terwijl het misbruik van [slachtoffer 2] ten tijde van de ontdekking daarvan minder dan een jaar bezig was.
Dat verdachte moeite heeft het gegeven onder ogen te zien dat hij gedurende het jarenlange misbruik de grenzen steeds verder verlegde, blijkt uit het feit dat hij aanvankelijk in zijn verklaringen tegenover de opsporingsambtenaren stellig het standpunt heeft ingenomen dat hij nooit een orgasme heeft gehad in het bijzijn van [slachtoffer 1]. Nadat verdachte geconfronteerd werd met de verklaring van [slachtoffer 1] dat verdachte heel vaak klaarkwam als zij hem aftrok, heeft verdachte dit feit alsnog toegegeven. Ook het feit dat verdachte, door na [slachtoffer 1] ook [slachtoffer 2] te misbruiken, in herhaling is vervallen, wordt door verdachte jegens zijn broer stellig ontkend: ‘ik ben geen recidivist’. Dat deze verklaring van verdachte onjuist is, blijkt uit het hiervoor onder 4.3.1.bewezen verklaarde. Nu verdachte op deze punten aantoonbaar onjuist heeft verklaard, is de rechtbank van oordeel dat zijn verklaring dat het binnendringen van het lichaam van [slachtoffer 1] in zijn beleving niet heeft plaatsgevonden, niet betrouwbaar is.
De rechtbank merkt hierbij nog op dat uit het dossier niet blijkt van enig motief voor [slachtoffer 1] om een onjuiste verklaring af te leggen omtrent de gebeurtenissen. Integendeel, uit haar verklaringen blijkt dat verdachte niet gestraft hoeft te worden, zolang hij haar en haar moeder maar met rust laat.
Op basis van het hiervoor besprokene hecht de rechtbank meer waarde aan de verklaring van [slachtoffer 1] dan aan de verklaring van de verdachte.
5. De strafbaarheid van de feiten
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
6. De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dan ook strafbaar.
7. Motivering van de straf
7.1. Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van de door haar onder feit 1, eerste en tweede alternatief/cumulatief en feit 2 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren, met aftrek van voorarrest.
7.2. Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht bij oplegging van straf rekening te houden met het feit dat de verdachte openheid van zaken heeft gegeven, dat hij nooit eerder met politie of justitie in aanraking is geweest, dat er geen gevaar voor recidive bestaat en dat hij niet alleen zijn vrijheid, maar ook zijn gezin en zijn toekomst binnen het onderwijs kwijt is. Om die reden is de raadsvrouw van mening dat een zo groot mogelijk gedeelte van de straf voorwaardelijk opgelegd dient te worden met als bijzondere voorwaarde een behandeling bij De Waag.
7.3. Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank ziet aanleiding om bij de strafoplegging acht te slaan op de Amsterdamse oriëntatiepunten straftoemeting. Voor het seksueel binnendringen van iemand beneden de twaalf jaar geldt op grond van voornoemde oriëntatiepunten een gevangenisstraf voor de duur van drie tot vier jaar, als dit misbruik gedurende een langere periode plaatsvindt. Eenzelfde straf geldt voor feitelijke aanranding van de eerbaarheid gedurende een langere periode. Voor ontucht met zijn minderjarig kind zijn geen oriëntatiepunten beschikbaar.
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan seksueel misbruik van zijn beide dochters, die ten tijde van het misbruik zeer jong waren. Het misbruik van [slachtoffer 1] heeft zes jaar geduurd en nam in die tijd steeds ernstigere vormen aan. De reden waarom het misbruik van [slachtoffer 1] gestopt is, is dat zij zich tegen verdachte begon af te zetten. Zij heeft toen ook tegen hem gezegd dat zij hem zou verraden als hij haar jongere zusje [slachtoffer 2] zou misbruiken. Verdachte heeft haar toen gezegd dat hij dat nooit zou doen.
Verdachte is echter begin 2008 begonnen met het misbruiken van zijn dochter [slachtoffer 2]. Dit misbruik is gestopt omdat [slachtoffer 1] verdachte bij dit misbruik heeft betrapt en de confrontatie met verdachte is aangegaan.
De rechtbank overweegt daarbij met name dat verdachte de verantwoordelijkheid voor het bijeenblijven van het gezin op de schouders van [slachtoffer 1] heeft gelegd door haar onder dreiging van scheiding van haar ouders over het jarenlange misbruik te laten zwijgen.
De eigen woning en het eigen gezin dienen een veilige omgeving te vormen voor kinderen zodat zij onbezorgd op kunnen groeien. Door het misbruik heeft de verdachte een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en de persoonlijke levenssfeer van zijn dochters en heeft hij het vertrouwen dat zij in hem mochten hebben, ernstig geschonden. De ervaring leert dat een dergelijk handelen voor de slachtoffers nadelige psychische gevolgen van veelal lange duur met zich meebrengen. De rechtbank acht aannemelijk dat deze nadelige psychische gevolgen worden versterkt door de door verdachte (naar de rechtbank verstaat) gekozen proceshouding elke vorm van penetratie te ontkennen, in plaats van jegens [slachtoffer 1] en zijn gezin schoon schip te maken.
De rechtbank heeft in aanmerking genomen dat verdachte niet eerder in aanraking is gekomen met justitie.
De rechtbank heeft kennis genomen van de inhoud van het rapport van de psychiater E.A.M. Schouten d.d. 7 oktober 2009. Uit dit rapport blijkt dat er geen sprake is geweest van een psychische stoornis bij de verdachte ten tijde van het bewezenverklaarde en dat verdachte als toerekeningsvatbaar beschouwd moet worden. De rechtbank neemt deze conclusies over en maakt die tot de hare. De deskundige adviseert voorts dat de verdachte, na een eventuele gevangenisstraf, in behandeling gaat bij de Waag, welke kliniek gespecialiseerd is in de behandeling van daders van seksuele delicten.
De rechtbank ziet geen aanleiding om een gedeelte van de op te leggen gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen. In navolging van de officier van justitie laat de rechtbank het aan het openbaar ministerie over om een eventuele behandeling, al dan niet bij de Waag, in het kader van de voorwaardelijke invrijheidstelling aan de orde te stellen.
Ten aanzien van het onder feit 1 bewezenverklaarde acht de rechtbank, in overeenstemming met de Amsterdamse oriëntatiepunten, een gevangenisstraf van drie jaren passend, aangezien hier sprake is van zwaardere vormen van misbruik gedurende een langere periode. Het onder feit 2 bewezenverklaarde beslaat een aanzienlijk kortere periode en het misbruik heeft in dit geval niet (mede) bestaan uit penetratie. De rechtbank is van oordeel dat voor feit 2 een gevangenisstraf van 1 jaar passend is. De aan verdachte op te leggen gevangenisstraf komt aldus op een totaal van 4 jaren.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 55, 244, 246, 249 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften zijn toepasselijk zoals geldend ten tijde van het bewezengeachte.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
9. Beslissing
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder feit 1, eerste en tweede alternatief/cumulatief en onder feit 2 tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3 is aangegeven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam
en
feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
Ten aanzien van feit 2:
ontucht plegen met zijn minderjarig kind.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart de verdachte [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Dit vonnis is gewezen door
mr. F. Wieland, voorzitter,
mrs. C. Kraak en B.M. Visser, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. N.C. van Geel, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 december 2009.