ECLI:NL:RBAMS:2009:BK3702

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1028793 DX EXPL 09-96
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Effectenleaseovereenkomst en verjaring in civiele procedure

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 22 juli 2009, staat de effectenleaseovereenkomst centraal, waarbij eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. G. van Dijk, een vordering heeft ingesteld tegen Dexia Bank Nederland N.V., vertegenwoordigd door dw. P. Swier. De eiseres heeft op 2 maart 2009 een dagvaarding ingediend, waarin zij vernietiging van de leaseovereenkomst op grond van artikel 1:89 BW heeft gevorderd. Dexia heeft zich verweerd door te stellen dat de vordering van eiseres is verjaard, en heeft bewijs aangeboden dat eiseres eerder op de hoogte was van de leaseovereenkomst.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Dexia de rechtsopvolgster is van Legio Lease B.V. en Bank Labouchere N.V. en dat de leaseovereenkomst door de echtgenoot en zoon van eiseres is ondertekend. De rechter heeft overwogen dat de stelling van Dexia dat in Nederlandse gezinsverhoudingen de ene echtgenoot op de hoogte is van de beslissingen van de andere echtgenoot, niet als algemene ervaringsregel kan worden aangenomen. Dit betekent dat de kantonrechter niet kan aannemen dat eiseres automatisch op de hoogte was van de leaseovereenkomst.

De rechter heeft ook geoordeeld dat er een bewijsvermoeden bestaat dat eiseres vanaf de eerste betaling op de bankrekening op de hoogte was van de leaseovereenkomst, maar dat eiseres tegenbewijs kan leveren. De kantonrechter heeft besloten dat de zaak zich leent voor een comparitie van partijen, waarbij nadere inlichtingen zullen worden verkregen en de mogelijkheid van een schikking zal worden onderzocht. De beslissing over de kostenveroordeling in het incident is aangehouden tot de eindbeslissing in de hoofdzaak. De kantonrechter heeft de incidentele vordering van Dexia tot het verkrijgen van bankafschriften afgewezen, omdat er geen rechtmatig belang is aangetoond.

De comparitie van partijen zal plaatsvinden op een nader te bepalen datum, waarbij partijen worden opgedragen om relevante gegevens en stukken over te leggen. De rechter heeft benadrukt dat de specifieke omstandigheden van het geval in aanmerking moeten worden genomen bij de beoordeling van de vorderingen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Kanton
Locatie Amsterdam
Rolnummer: DX 09-96
Vonnis van: 22 juli 2009
F.no. 616
Vonnis van de kantonrechter
i n z a k e
[eiseres]
wonende te [woonplaats]
eiseres in de hoofdzaak
verweerster in het incident
nader te noemen [eiseres]
gemachtigde: mr. G. van Dijk
t e g e n
de naamloze vennootschap DEXIA BANK NEDERLAND N.V.
gevestigd te Amsterdam
gedaagde in de hoofdzaak
eiseres in het incident
nader te noemen Dexia
gemachtigde: dw. P. Swier.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
De volgende processtukken zijn ingediend:
- de dagvaarding van 2 maart 2009, met producties, inhoudende de vordering van [eiseres];
- de incidentele conclusie ex artikel 843a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv), tevens conclusie van antwoord, met producties van de zijde van Dexia;
- de conclusie van antwoord in het incident ex artikel 843a Rv, met producties van de zijde van [eiseres].
Daarna is in het incident vonnis bepaald.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vooralsnog het volgende vast:
1. Dexia is de rechtsopvolgster onder algemene titel van Legio Lease B.V. en Bank Labouchere N.V. (hierna: Legio Lease en Labouchere). Waar hierna sprake is van Dexia worden deze rechtsvoorgangsters daaronder mede begrepen.
2. [echtgenoot eiseres] (hierna: [echtgenoot eiseres]) en [zoon eiseres], respectievelijk de echtgenoot en zoon van [eiseres], hebben de volgende lease-overeenkomst ondertekend waarop zij als lessee stonden vermeld, met als wederpartij Labouchere/Legio-Lease (hierna: de lease-overeenkomst):
Nr. Contractnr. Datum Naam overeenkomst Leasesom Looptijd Vooruitbetaling
1 [nr] 28-9-1999 WinstVerDriedubbelaar € 11.595,81
(fl. 25.553,80) 36 maanden € 1.841,97
(fl. 4.059,16)
3. De lease-overeenkomst is door [echtgenoot eiseres] en [zoon eiseres] op 30 september 2002 verlengd voor de duur van 36 maanden, met een leasesom van € 11.802,24 en een termijnbedrag van € 56,90 per maand.
4. De vooruitbetaling en de termijnbedragen zijn voldaan van een bankrekening met nummer [nummer] op naam van [echtgenoot eiseres] en/of [eiseres].
5. Bij het aangaan van de lease-overeenkomst was [echtgenoot eiseres] gehuwd met [eiseres]. [eiseres] heeft bij brief van september 2005 met een beroep op artikel 1:89 van het Burgerlijk Wetboek (hierna:BW) de nietigheid ingeroepen van de lease-overeenkomst, althans vernietiging in rechte aangekondigd, en terugbetaling gevorderd.
Het geschil
In de hoofdzaak
6. [eiseres] heeft gevorderd overeenkomstig de dagvaarding en daarbij een beroep op vernietiging op grond van artikel 1:89 BW gedaan.
7. Dexia beroept zich op verjaring van deze vordering van [eiseres]. Derhalve rust op Dexia de last te bewijzen dat [eiseres] al eerder van de lease-overeenkomst op de hoogte was, en wel op een zodanig tijdstip dat de vernietigbaarheid niet binnen 3 jaar nadat deze bevoegdheid aan [eiseres] ten dienste was komen te staan ook daadwerkelijk is ingeroepen.
8. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de arresten van het gerechtshof te Amsterdam van 19 mei 2009 (LJN: BI4359 en LJN: BI4354) en oordeelt in navolging van die arresten als volgt. De enkele stelling van Dexia dat in de Nederlandse gezinsverhoudingen de ene echtgenoot weet heeft van een door de andere echtgenoot genomen beslissing tot het aangaan van een effectenlease-overeenkomst, houdt geen algemene ervaringsregel in de zin van artikel 149 lid 2 Rv in en dient dus niet bij de beoordeling te worden betrokken. Aan deze stelling zal dan ook worden voorbijgegaan.
9. Er is sprake van een bankrekening die (mede) op naam staat van [eiseres]. Daarvan zijn betalingen met betrekking tot de lease-overeenkomst gedaan. [eiseres] heeft niet betwist dat daarvan ook andere (huishoudelijke) kosten zijn betaald. Het ligt daarom voor de hand dat [eiseres] de rekeningafschriften van deze rekening heeft bekeken. Daaraan wordt het (bewijs)vermoeden ontleend dat zij vanaf de eerste (termijn)betaling van voormelde rekening met betrekking tot de lease-overeenkomst wetenschap heeft gehad van het bestaan van deze lease-overeenkomst. [eiseres] kan tegen voormeld bewijsvermoeden tegenbewijs leveren, zoals zij ook heeft aangeboden.
10. Gezien hetgeen in de hoofdzaak over en weer is gesteld is de kantonrechter van oordeel dat de zaak zich leent voor een verschijning van partijen ter terechtzitting (comparitie). De comparitie is bedoeld om nadere inlichtingen te verkrijgen. Tevens zal worden onderzocht of een schikking mogelijk is. Indien [eiseres] het tegenbewijs wenst te leveren door het doen horen van getuigen zal aansluitend aan de comparitie het getuigenverhoor plaatsvinden.
11. Bij het beoordelen van de vorderingen dienen de specifieke omstandigheden van het geval in aanmerking te worden genomen. Aan partijen wordt daarom opgedragen de aan dit vonnis gehechte bijlage 1 in te vullen en over te leggen. Voorts dienen partijen zoveel mogelijk schriftelijke stukken over te leggen waaruit de juistheid van de opgegeven gegevens blijkt. Indien deze reeds als productie zijn overgelegd kan worden volstaan met een verwijzing daarnaar. Indien feiten of omstandigheden onduidelijk blijven terwijl deze zouden zijn gebleken uit stukken die een partij redelijkerwijs had kunnen overleggen kan dat in het nadeel van die partij werken.
12. De hiervóór bedoelde gegevens en schriftelijke stukken, eventueel aangevuld met andere door een partij ter gelegenheid van de comparitie over te leggen stukken dienen uiterlijk twee weken voor de datum van de comparitie ter griffie te zijn ingediend onder gelijktijdige verzending van een afschrift daarvan aan (de gemachtigde van) de wederpartij. Stukken die te laat worden ingediend kunnen buiten beschouwing worden gelaten zonder de mogelijkheid deze later alsnog over te leggen.
13. Datum en tijdstip van de comparitie van partijen staan vermeld op de bijlage die is gehecht aan dit vonnis voor het rolnummer van de onderhavige zaak. Slechts bij wijze van uitzondering kan een wijziging in de planning worden aangebracht en dan slechts uitsluitend indien de vrij te vallen zittingstijd kan worden aangewend voor een andere door de gemachtigde van de eisende partij, in overleg met de gemachtigde van de gedaagde partij, voor te stellen zaak, opdat de zittingstijd niet verloren gaat. De kantonrechter dient hieromtrent uiterlijk drie weken voor de datum van de comparitie te worden bericht.
14. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
In het incident
15. Dexia vordert, bij incidenteel vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [eiseres] te veroordelen tot overlegging van een afschrift, althans tot inzage, van de bankafschriften van de bankrekening met nummer [nummer] vanaf 1 oktober 1999 tot 19 september 2002, met veroordeling van [eiseres] in de kosten van het incident. Daartoe stelt Dexia dat zij, indien uit de bankafschriften blijkt dat van de en/of rekening niet alleen de maandtermijnen voor de lease-overeenkomst maar ook andere huishoudelijke zaken zijn betaald, [eiseres] geacht moet worden op de hoogte te zijn van het bestaan van de betaling van deze maandtermijnen en daarmee van het bestaan van de lease-overeenkomst. Volgens Dexia kan zij (slechts) aan de hand van deze bescheiden het bewijs leveren dat de vordering van [eiseres] op grond van artikel 1:89 BW is verjaard.
16. [eiseres] verzoekt Dexia in haar incidentele vordering niet-ontvankelijk te verklaren, althans haar de vordering te ontzeggen, met veroordeling van Dexia in de kosten van het incident.
17. De kantonrechter overweegt het volgende.
Artikel 843a lid 1 Rv verbindt aan de toewijsbaarheid van de daarin vermelde vordering drie cumulatieve voorwaarden:
1. degene die vordert dient een rechtmatig belang te hebben,
2. het moet gaan om bepaalde bescheiden,
3. aangaande een rechtsbetrekking waarin de eiser of zijn rechtsvoorganger partij is.
Dexia heeft op grond van artikel 843a Rv afgifte dan wel inzage in bankafschriften van [eiseres] gevorderd teneinde op die manier aan te tonen dat de vordering van [eiseres] op grond van artikel 1:89 BW is verjaard.
Gelet op hetgeen in de hoofdzaak is overwogen ontbreekt aan de zijde van Dexia een rechtmatig belang bij het verkrijgen van de door haar op grond van artikel 843a Rv gevorderde bankafschriften. De incidentele vordering van Dexia wordt derhalve afgewezen. Evenmin ziet de kantonrechter thans aanleiding tot het geven van een bevel aan [eiseres] op grond van artikel 22 Rv.
De beslissing omtrent de kostenveroordeling in het incident wordt aangehouden tot de eindbeslissing in de hoofdzaak.
BESLISSING
De kantonrechter:
in het incident
I. wijst het gevorderde af;
II. houdt de beslissing omtrent de kostenveroordeling in het incident aan tot de eindbeslissing in de hoofdzaak;
in de hoofdzaak
III. bepaalt dat een comparitie van partijen zal worden gehouden op de datum en het tijdstip als vermeld op de tweede bijlage die is gehecht aan dit vonnis, voor rolnummer DX 09-96;
IV. houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mr. M.E.A. Nijssen, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 juli 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Bijlage 1
De in het vonnis bedoelde over te leggen gegevens en schriftelijke stukken betreffen in elk geval het volgende. Voor zover een stuk reeds is overgelegd kan worden volstaan met een verwijzing naar de desbetreffende productie.
Onder ‘Afnemer’ wordt hieronder verstaan degene die de lease-overeenkomst(en) heeft ondertekend.
Door eisende partij en gedaagde partij dienen te worden overgelegd:
a. Een specificatie van de daadwerkelijk door afnemer aan gedaagde partij betaalde lease-termijnen (betaaldata en bedragen, inclusief totaalbedrag), al dan niet uit een vooraf gestort depot of als vooruitbetaling van toekomstige termijnen, en de daadwerkelijk betaalde restschuld (betaaldatum en bedrag)
b. Een specificatie (betaaldata en bedragen, inclusief totaalbedrag) van verrekende en/of door afnemer ontvangen dividenden dan wel andere voordelen uit de bij de lease-overeenkomst betrokken effecten