ECLI:NL:RBAMS:2009:BK3492

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
438196 - KG ZA 09-1993
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herinrichting winkelcentrum Stadshart Amstelveen en geschil over werkzaamheden

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, hebben de eiseressen Diamond Design B.V. en [eiseres sub 2] een kort geding aangespannen tegen Rodamco Nederland Winkels B.V. naar aanleiding van de herinrichting van het winkelcentrum Stadshart Amstelveen. De eiseressen vorderden onder andere dat Rodamco zou worden verboden om werkzaamheden uit te voeren die verband houden met het creëren van loungeruimtes en de plaatsing van kunstvoorwerpen, waaronder een grote vogel, op de daken van hun gehuurde winkelunits. De eiseressen stelden dat deze werkzaamheden hun huurgenot zouden aantasten en dat de werkzaamheden als renovatie moesten worden beschouwd, waarvoor hun toestemming vereist was.

Tijdens de zitting op 25 september 2009 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht en bewijsstukken overgelegd. De voorzieningenrechter heeft in zijn vonnis van 28 september 2009 geoordeeld dat de gevraagde voorzieningen niet toewijsbaar zijn. De rechter oordeelde dat de werkzaamheden niet als renovatie in de zin van het Burgerlijk Wetboek kunnen worden gekwalificeerd, omdat de plaatsing van de vogels en de herinrichting van de loungeruimtes geen invloed hebben op het onderhoud of de staat van de gehuurde winkelunits. Bovendien werd vastgesteld dat de werkzaamheden niet onomkeerbaar zijn en dat Rodamco als eigenaar van het winkelcentrum het recht heeft om het winkelcentrum opnieuw in te richten.

In reconventie heeft de rechter de vordering van Rodamco toegewezen, waarbij Diamond en [eiseres sub 2] werden veroordeeld om de werkzaamheden te gedogen en een dwangsom te betalen voor elke dag dat zij hieraan niet voldeden. De kosten van het geding werden aan de eiseressen opgelegd, waarbij de rechter de kosten aan de zijde van Rodamco begrootte op € 1.078,-- voor het geding in conventie en € 527,-- voor het geding in reconventie. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 438196 / KG ZA 09-1993 SP/BvB
Vonnis in kort geding van 28 september 2009
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DIAMOND DESIGN B.V.,
gevestigd te Amstelveen,
2. [eiseres sub 2],
wonende te [woonplaats],
eiseressen in conventie bij dagvaarding van 22 september 2009,
verweersters in reconventie,
advocaat mr. V.G.J. Boumans te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RODAMCO NEDERLAND WINKELS B.V.
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. W. Raas te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Diamond, [eiseres sub 2] (tezamen ook: Diamond c.s.) en Rodamco worden genoemd.
1. De procedure
Ter terechtzitting van 25 september 2009 hebben partijen gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding, akte houdende vermeerdering van eis in conventie en conclusie van eis in reconventie, met dien verstande dat Rodamco haar eis in reconventie heeft verminderd als na te melden. Partijen hebben verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de over en weer gevraagde voorzieningen. Alle partijen hebben producties en pleitnota’s in het geding gebracht. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen. In verband met de spoedeisendheid is heden de beslissing gegeven in verkorte vorm en is ter zitting medegedeeld dat de nadere schriftelijke uitwerking op 8 oktober 2009 zal volgen. Hieronder volgt de nadere schriftelijke uitwerking.
Ter terechtzitting zijn verschenen: [persoon 1], statutair bestuurder van Diamond; [eiseres sub 2]; [persoon 2], secretaris van de winkeliersvereniging; mr. Boumans voornoemd; [persoon 3], legal counsel bij Rodamco; [persoon 4], operating manager bij Rodamco; mr. Raas voornoemd.
2. De feiten
2.1. Diamond en [eiseres sub 2] huren van Rodamco elk een winkelunit, gelegen in het winkelcentrum Stadshart Amstelveen en geplaatst op een overdekt plein in het midden van een doorgaande passage met winkels aan weerszijden. Het dak van elk van beide winkelunits is deels voorzien van een glazen koepel. Tussen de beide winkelunits is een ruimte. Elk van beide winkelunits heeft twee ingangen. In de passage bevindt zich nog een derde winkelunit, verhuurd aan de Bodyshop.
2.2. Rodamco is doende om het winkelcentrum te herinrichten in het kader van een programma dat is bedoeld om bezoekers zich meer thuis te laten voelen in het winkelcentrum.
2.3. De herinrichting impliceert, voor zover hier van belang, dat tussen de drie winkelunits waaronder die van Diamond c.s. loungeruimtes worden gecreëerd en voorts dat bovenop de drie winkelunits een kunstvoorwerp wordt geplaatst. Dit kunstvoorwerp heeft in alle gevallen de vorm van een ongeveer 5 meter lange en 4 meter hoge vogel van 500 kilogram.
2.4. Het creëren van de loungeruimtes en het plaatsen van de vogels (hierna: de werkzaamheden) zijn de enige werkzaamheden die nog moeten worden verricht in het kader van de herinrichting. Rodamco heeft het publiek door middel van reclame-uitingen voor 3 en 4 oktober 2009 uitgenodigd in het alsdan nieuw ingerichte winkelcentrum.
3. Het geschil
in conventie
3.1. Diamond c.s. vordert, na vermeerdering van eis, samengevat, dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I) Rodamco op straffe van een dwangsom verbiedt om over te gaan tot het uitvoeren van de werkzaamheden gemoeid met het creëren van de loungeruimtes en de plaatsing van de vogels,
II) Rodamco op straffe van een dwangsom veroordeelt om de in het kader van het creëren van de loungeruimtes en de plaatsing van de vogels reeds uitgevoerde werkzaamheden te staken en ongedaan te maken,
III) Rodamco veroordeelt in de kosten van het geding.
3.2. Diamond c.s. legt aan de vordering – samengevat – het volgende ten grondslag. Het creëren van de loungeruimtes en het feitelijk gebruik daarvan door bezoekers van het winkelcentrum zal tot gevolg hebben dat de ruimtes tussen de winkelunits niet meer gemakkelijk als doorsteek naar de overzijde van de winkelpassage zullen kunnen worden gebruikt waardoor bezoekers de winkelunits van Diamond c.s. als sluiproute zullen gaan gebruiken, hetgeen hinder voor de klanten van Diamond c.s. zal opleveren. De te plaatsen vogels, hoewel niet op de lichtkoepels geplaatst, zullen veel van de natuurlijke lichtval wegnemen. Voorts twijfelt Diamond c.s. eraan of de vogels wel op een juiste en veilige manier kunnen worden geplaatst en of de vogels wel zullen worden schoongehouden. De werkzaamheden betreffen renovatiewerkzaamheden in de zin van artikel 7:220 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW), waardoor voor het uitvoeren van de werkzaamheden de medewerking van Diamond c.s. is benodigd. Diamond c.s. heeft aangegeven deze medewerking niet te geven, zolang er geen overeenstemming is met Rodamco over de werkzaamheden en de compensatie van Diamond c.s. voor geleden en nog te lijden schade. Als deze bepaling niet van toepassing is, geldt dat er geen wettelijke of contractuele bepaling is aan te wijzen op grond waarvan Diamond c.s. de werkzaamheden dient te dulden.
3.3. Rodamco voert verweer, waarop hierna voor zover van belang zal worden ingegaan.
in reconventie
3.4. Rodamco vordert, na vermindering van eis, dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I) Diamond c.s. veroordeelt de door Rodamco uit te voeren werkzaamheden betreffende de aankleding en inrichting van het winkelcentrum Stadshart Amstelveen te gehengen en te gedogen, in het bijzonder de plaatsing van de kunstvoorwerpen op de daken van de door Diamond c.s gehuurde ruimtes alsmede de herinrichting van de loungeruimtes nabij de door Diamond c.s. gehuurde ruimtes, alsmede al hetgeen te doen c.q. na te laten om een vlotte uitvoering van de werkzaamheden te bewerkstelligen,
II) Diamond c.s., afzonderlijk van elkaar, veroordeelt tot betaling van een dwangsom van € 1.500,-- voor elke dag dat niet wordt voldaan aan de onder I) bedoelde veroordeling,
III) Diamond c.s. veroordeelt in de kosten van het geding.
3.5. Diamond c.s. voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna voor zover van belang nader ingegaan.
4. De beoordeling
in conventie
4.1. Wat betreft de loungeruimtes heeft Rodamco onweersproken aangevoerd dat deze zullen worden gecreëerd op een plek die niet tot het gehuurde behoort. Van een renovatie van het gehuurde is dan ook geen sprake. Indien de aanwezigheid van de loungeruimtes tot gevolg zal hebben dat bezoekers van het winkelcentrum de winkelunits van Diamond c.s. als sluiproute gaan gebruiken maakt dit nog niet dat Rodamco als verhuurder laakbaar handelt jegens Diamond c.s., nu het creëren van de loungeruimtes er niet aan afdoet dat Rodamco, zoals zij is verplicht te doen, de winkelunits ter beschikking van Diamond c.s. laat en dat Diamond c.s. de winkelunits volgens het overeengekomen gebruik kan aanwenden. Diamond c.s. zal de betreffende werkzaamheden derhalve moeten dulden. Ten overvloede wordt opgemerkt dat geenszins aannemelijk is geworden dat Diamond c.s. als gevolg van het creëren van de loungeruimtes enige hinder zal ondervinden. Uit de ter zitting getoonde en besproken impressies van de loungeruimtes blijkt immers dat ruim voldoende loopruimte tussen de winkelunits resteert. Onweersproken is dat de nieuw te plaatsen loungebanken slechts enkele centimeters dieper zijn dan de banken die tot nu toe tussen de winkelunits stonden.
4.2. De plaatsing van de vogels vormt naar voorlopig oordeel geen renovatie van het gehuurde in de zin van artikel 7:220 lid 2 BW. In de eerste plaats geldt dat in dit geding niet vast is komen te staan dat het dak tot het gehuurde behoort. Voorts wordt overwogen dat weliswaar op het dak van de gehuurde winkelunits een verandering wordt aangebracht, maar dat deze verandering slechts de plaatsing van een kunstvoorwerp betreft en niet tot gevolg heeft dat de betreffende bedrijfsruimtes – als zodanig – worden onderhouden, hersteld of vernieuwd. De vraag of het bepaalde in dit artikel aan de uitvoering van onderhavige werkzaamheden in de weg staat, behoeft dan ook geen bespreking. Ook voor de vogels geldt overigens dat de plaatsing daarvan er niet toe leidt dat de winkelunits als zodanig niet langer, of in mindere mate, ter beschikking van Diamond c.s. staan.
Rodamco heeft verklaard dat zij van tevoren heeft onderzocht of de vogels op juiste en veilige wijze kunnen worden geplaatst, hetgeen het geval is, en voorts dat het reinigen van de vogels zal worden opgenomen in de bestaande schoonmaakregeling in het winkelcentrum. Hierop mag voorshands worden vertrouwd zodat er voor de rechter in dit verband geen aanleiding bestaat om een voorziening te treffen.
Wat betreft de natuurlijke lichtinval twisten partijen erover in hoeverre die zal verdwijnen door de plaatsing van de vogels. Vaststaat dat de vogels niet op de lichtkoepels maar op het daarnaast gelegen dichte gedeelte van de daken worden geplaatst. Rodamco stelt zich op het standpunt dat het natuurlijke licht vooral van boven komt en langs de vogels in de winkelunits zal blijven vallen. Diamond c.s. stelt juist dat de vogels het van opzij komende licht zullen blokkeren. Gezien de ingebrachte foto’s van de situatie ter plaatse is op voorhand onvoldoende aannemelijk geworden dat de vogels een significante hoeveelheid licht zullen wegnemen. Voorts kan eraan worden getwijfeld dat, indien de vogels wel in enige mate lichtwerend blijken te zijn, dit een zodanige beperking van het huurgenot oplevert dat moet worden gesproken van een gebrek dat Rodamco is gehouden te verhelpen. Daarbij speelt mee dat in de winkelunits nu reeds kunstlicht aanwezig is waarvan in elk geval [eiseres sub 2] steeds gebruik maakt. Tenslotte is van belang dat de plaatsing van de vogels geen onomkeerbare situatie oplevert. Gelet op het voorgaande en gelet op het belang van Rodamco om de geplande herinrichting in haar geheel te kunnen voltooien, bestaat ook wat dit punt betreft onvoldoende aanleiding om een voorziening te treffen. Anders dan Diamond c.s. meent is er wel degelijk een juridische basis op grond waarvan zij de werkzaamheden heeft te dulden. Rodamco is immers als eigenaar van het winkelcentrum gerechtigd dit opnieuw vorm te geven.
4.3. De voorzieningen zullen worden geweigerd. Diamond c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten, aan de zijde van Rodamco tot heden begroot op € 1.078,-- (€ 262,-- aan vastrecht en € 816,-- aan salaris advocaat).
in reconventie
4.4. Uit de beoordeling in conventie vloeit voort dat de gevraagde voorziening toewijsbaar is. Zij zal derhalve worden toegewezen. Diamond c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten, aan de zijde van Rodamco tot heden begroot op € 527,-- aan salaris advocaat.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
in conventie
5.1. weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2. veroordeelt Diamond en [eiseres sub 2] in de kosten van het geding, aan de zijde van Rodamco begroot op € 1.078,--,
5.3. verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorrraad,
in reconventie
5.4. veroordeelt Diamond en [eiseres sub 2] de door Rodamco uit te voeren werkzaamheden betreffende de aankleding en inrichting van het winkelcentrum Stadshart Amstelveen te gehengen en te gedogen, in het bijzonder de plaatsing van de kunstvoorwerpen op de daken van de door Diamond en [eiseres sub 2] gehuurde ruimtes alsmede de herinrichting van de loungeruimtes nabij de door Diamond en [eiseres sub 2] gehuurde ruimtes, alsmede al hetgeen te doen c.q. na te laten om een vlotte uitvoering van de werkzaamheden te bewerkstelligen,
5.5. veroordeelt Diamond en [eiseres sub 2], afzonderlijk van elkaar, tot betaling van een dwangsom van € 1.500,-- (eenduizendenvijfhonderd euro) voor elke dag dat niet wordt voldaan aan bovengenoemde veroordeling,
5.6. veroordeelt Diamond en [eiseres sub 2] in de kosten van het geding, aan de zijde van Rodamco begroot op € 527,--,
5.7. verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.P. Pompe, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. B. van Bremen, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 september 2009.?