ECLI:NL:RBAMS:2009:BK0993

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
402128 - HA ZA 08-1886
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillietverklaring en schorsing van rechtswege in civiele procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 7 oktober 2009 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen DM Bouw B.V. en Jeltje & Bosch City Developments V.O.F. en twee natuurlijke personen. De zaak betreft de faillietverklaring van de gedaagden, die op 26 mei 2009 heeft plaatsgevonden. De faillietverklaring leidde tot een schorsing van de procedure op grond van artikel 29 van de Faillissementswet (Fw). De rechtbank oordeelde dat alle proceshandelingen die na de faillietverklaring zijn verricht, nietig zijn. Dit houdt in dat de akte niet dienen en de vonnisbepaling nietig zijn. Het faillissement van de gedaagden is op 10 juli 2009 vernietigd, wat betekent dat de procedure hervat moet worden in de staat waarin deze zich bevond ten tijde van de schorsing. De rechtbank heeft bepaald dat de zaak opnieuw op de rol zal komen voor uitlating door de gedaagden over de bewijslevering en eventuele getuigen. De beslissing van de rechtbank benadrukt de gevolgen van een faillietverklaring voor de voortgang van civiele procedures en de noodzaak om de rechtsgang te hervatten na vernietiging van het faillissement.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 402128 / HA ZA 08-1886
Vonnis van 7 oktober 2009
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DM BOUW B.V.,
gevestigd te Nunspeet,
eiseres,
advocaat mr. R.H. Edens,
tegen
1. de vennootschap onder firma
JELTJE & BOSCH CITY DEVELOPMENTS V.O.F.,
gevestigd te Amsterdam,
2. [A],
wonende te --,
3. [B],
wonende te --,
gedaagden,
advocaat mr. drs. I.M.C.A. Reinders Folmer.
Partijen worden hierna DM Bouw en Jeltje&Bosch c.s. genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit het tussenvonnis van 11 maart 2009.
1.2. Nadat mr. Reinders Folmer voornoemd zich ter rolle van 20 mei 2009 heeft onttrokken aan deze zaak en zich geen andere advocaat namens Jeltje&Bosch c.s.
heeft gesteld, is Jeltje&Bosch c.s. ter rolle van 3 juni 2009 akte niet dienen verleend.
Vervolgens is op verzoek van DM Bouw vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
2.1. Bij bericht van 8 september 2009 is door mr. S. Kat namens Jeltje&Bosch c.s. meegedeeld dat gedaagden bij vonnis van 26 mei 2009 in staat van faillissement zijn gesteld en dat dit vonnis op 10 juli 2009 is vernietigd. Jeltje&Bosch c.s. verzoekt vervolgens om geen vonnis te wijzen, maar om door te mogen procederen en in dat kader een aantal getuigen te doen laten horen. Namens DM Bouw is bij fax van 9 september 2009 meegedeeld dat zij zich verzet tegen dit verzoek en dat zij de rechtbank nogmaals
verzoekt vonnis te wijzen.
2.2. DM Bouw heeft de door Jeltje&Bosch c.s. in het bericht van 8 september 2009 gestelde omstandigheden niet betwist, zodat de rechtbank hiervan uit zal gaan. Dit betekent onder meer dat vaststaat dat gedaagden failliet zijn verklaard op 26 mei 2009. Op grond
van artikel 29 van de Faillissmentswet (hierna: Fw) wordt een geding na faillietverklaring geschorst, voor zover de tijdens deze faillietverklaring aanhangige rechtsvorderingen voldoening van een verbintenis uit de boedel ten doel hebben. De vorderingen van
DM Bouw hebben betrekking op verplichtingen tot nakoming van gedaagden, die na hun faillietverklaring uit de boedel hadden moeten worden voldaan. Nu de faillietverklaring
van gedaagden is uitgesproken nadat het voorliggende geding ter rolle is aangebracht, is
dit geding van rechtswege geschorst vanaf de datum van faillietverklaring. Artikel 29 Fw
is van openbare orde. Een redelijke wetsuitleg van artikel 29 Fw brengt dan ook met zich
mee dat aan een schorsing op grond van dit artikel naar analogie met artikel 225, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering het gevolg wordt verbonden, dat alle proceshandelingen die zijn verricht nadat de schorsing is ingetreden, nietig zijn. Dit betekent onder meer dat de akte niet dienen, die ter rolle van 3 juni 2009 aan Jeltje&Bosch c.s. is verleend, en de vonnisbepaling ter rolle van 17 juni 2009 nietig zijn.
2.3. Eveneens staat onweersproken vast dat het faillissement is vernietigd op
10 juli 2009. Hoewel artikel 29 Fw bepaalt dat er slechts voortzetting van een door de faillietverklaring geschorste rechtsvordering plaatsvindt indien de verificatie van de vordering betwist wordt, brengt een redelijke wetsuitleg met zich mee dat wanneer het faillissement is vernietigd, het geding dient te worden hervat tussen de oorspronkelijke partijen en in de staat waarin het zich ten tijde van de schorsing bevond. Dit betekent dat
de zaak weer op de rol zal komen voor uitlating door Jeltje&Bosch c.s. over de aan haar opgedragen bewijslevering en eventuele opgave van getuigen en de verhinderdagen van partijen en hun advocaten.
2.4. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 4 november 2009 voor uitlating door Jeltje&Bosch c.s. of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
3.2. bepaalt dat Jeltje&Bosch c.s., indien zij geen bewijs door getuigen wil leveren maar wel nadere bewijsstukken wil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
3.3. bepaalt dat Jeltje&Bosch c.s., indien zij getuigen wil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden december 2009 tot en met februari 2010 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
3.4. bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van
mr. R.A. Dudok van Heel in het gerechtsgebouw te Amsterdam aan de Parnassusweg 220,
3.5. bepaalt dat partijen uiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
3.6. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. van Dudok van Heel en in het openbaar uitgesproken op 7 oktober 2009.?