ECLI:NL:RBAMS:2009:BJ8579

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 augustus 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1070633 EA VERZ 09-4238
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een Revenue Manager wegens gebrek aan vertrouwen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 25 augustus 2009 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen The Grand Real Estate B.V. en een werknemer, aangeduid als [verweerder]. De werknemer was sinds 29 juli 2002 in dienst bij The Grand en had verschillende functies bekleed, met als laatste functie Revenue Manager. De werkgever heeft het verzoek tot ontbinding ingediend op basis van een gebrek aan vertrouwen in de werknemer, wat volgens hen voortkwam uit zijn functioneren in de rol van Revenue Manager. De werknemer heeft echter betwist dat er voldoende gronden waren voor het opzeggen van het vertrouwen en heeft aangegeven dat hij graag in zijn functie wilde blijven.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er onvoldoende concrete gronden waren voor het gebrek aan vertrouwen dat door de werkgever werd aangevoerd. De rechter oordeelde dat de werkgever, The Grand, tekort was geschoten in haar zorgplicht en dat de werknemer niet adequaat was begeleid in zijn functie. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst ontbonden moest worden, maar dat de werknemer recht had op een vergoeding van EUR 32.308,00 bruto, gebaseerd op zijn salaris en de duur van zijn dienstverband. De ontbinding van de arbeidsovereenkomst gaat in per 1 oktober 2009.

De rechter heeft ook bepaald dat The Grand de mogelijkheid had om het verzoek tot ontbinding in te trekken tot 5 september 2009, en dat partijen ieder hun eigen proceskosten dragen, tenzij The Grand het verzoek intrekt, in welk geval zij de proceskosten van de werknemer moet vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van vertrouwen in de arbeidsrelatie en de zorgplicht van werkgevers bij het beëindigen van arbeidsovereenkomsten.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Kanton
Locatie Amsterdam
Zaaknummer: 1070633 EA VERZ 09-4238
Beschikking van: 25 augustus 2009
F.no.: 646
Beschikking van de kantonrechter
I n z a k e
THE GRAND REAL ESTATE B.V.
gevestigd te Amsterdam
verzoekster
nader te noemen The Grand
gemachtigde: mr. F.M. Rosier-de Nes
t e g e n
[verweerder]
wonende te [woonplaats]
verweerder
nader te noemen [verweerder]
gemachtigde: mr. C. Uluman
HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
The Grand heeft op 31 juli 2009 een verzoek ingediend, met producties, dat strekt tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
[verweerder] heeft op 18 augustus 2009 een verweerschrift ingediend, met producties. Vervolgens heeft The Grand op 19 augustus 2009 nadere producties ingebracht.
Het verzoek is behandeld ter terechtzitting van 20 augustus 2009. The Grand is verschenen vertegenwoordigd door de heer [algemeen directeur], algemeen directeur en mevr. [human resources manager], Human Resources Manager en bijgestaan door haar gemachtigde. [verweerder] is in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde.
BEOORDELING VAN HET VERZOEK
Als gesteld en niet dan wel onvoldoende weersproken kan van het volgende worden uitgegaan.
Inleiding en standpunt van partijen
1. [verweerder], geboren op [geboortedatum] 1970, is per 29 juli 2002 op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst getreden bij The Grand. Aanvankelijk was hij aangesteld als Senior Reserveringsmedewerker en per 1 augustus 2006 als Reservations Manager (groep VIII). Per 6 april 2008 werd hij aangesteld als Revenue Manager, waarmee hij werd ingedeeld in functiegroep IX. Zijn vaste salaris bedraagt per 1 juli 2009 EUR 3.076,96 bruto per maand, excl. vakantietoeslag.
2. Over het jaar 2007 heeft [verweerder] een goede beoordeling ontvangen.
3. Op 28 en 29 april 2008, kort na zijn aanstelling als Revenue Manager, vond een bijeenkomst (‘business review’) plaats, waarbij [verweerder] aan de heren [persoon 1] en [persoon 2], beiden internationaal Vice-President, uitleg diende te geven van de door hem in de weken daarvoor opgestelde stukken.
4. Op 30 april 2008 schreef [persoon 1] aan [algemeen directeur] en [persoon 2] onder andere het volgende: “Despite the clear messages that we have communicated without forgetting to mention to [verweerder] the fact that we will carefully check on the change of profit destructive behaviour attitude that has been identified this week, as we were not convinced at all by his ability to be the right profile to optimize Revenue in this property, I am extremely worried to see such “protective” attitude that simply shows a lack of interest to increase Revenue in order to avoid the risk of being overbooked during a holiday weekend. We don’t want to spend time in training if [verweerder] is reluctant to move from reservation manager attitude to Revenue manager one.”
5. Op 5 mei 2008 schreef [persoon 1] aan [algemeen directeur]: “N’hesite pas a m’appeler pour [verweerder]… Nous sommes tous persuades qu’il y a une serieuse erreur de casting avec lui (…)”
6. Op 11 juni 2008 is de functie Manager Revenue door The Grand intern open gesteld. Hiervan is geen melding gemaakt aan [verweerder].
7. Op 28 juni 2008 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [algemeen directeur] en [verweerder]. [algemeen directeur] heeft hierbij aangegeven [verweerder] niet de juiste persoon voor de functie van Revenue Manager te vinden althans waarbij [algemeen directeur] zich kritisch over [verweerder] heeft uitgelaten in relatie tot het vervullen van de functie Revenue Manager.
8. [verweerder] heeft in september 2008 samen met andere Revenue Managers van het Sofitel-concern een training gevolgd.
9. In oktober/november 2008 is de functie Revenue Manager extern opengesteld. [verweerder] is daar niet expliciet van op de hoogte gesteld.
10. Er heeft over 2008 geen functioneringsgesprek plaatsgevonden en evenmin is een functioneringsverslag over dat jaar opgesteld.
11. In februari en maart 2009 heeft [verweerder] op verzoek van The Grand naast zijn werkzaamheden als Revenue Manager ook werkzaamheden verricht op de afdelingen Sales, Reservering en Groepsreservering in verband met onderbezetting aldaar.
12. In april/mei 2009 is [verweerder] arbeidsongeschikt geweest met aan het werk gerelateerde klachten.
13. Op 20 april 2009 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [algemeen directeur], [human resources manager] en [verweerder]. Van dit gesprek heeft The Grand een verslag opgesteld, waarin onder andere wordt gesteld: “Helaas bleek na 3 maanden dat [verweerder] het vak van Revenue Manager onvoldoende in de vingers krijgt. Er is toen mondeling afgesproken tussen [verweerder] en de heer [algemeen directeur] dat hij nog 3 maanden de kans kreeg om zichzelf te verbeteren. Echter na 6 maanden is door de heer [algemeen directeur] nog steeds vastgesteld dat het kennishiaat te groot is ten opzichte van het verwachte niveau. (…) Wel heeft de heer [algemeen directeur] benadrukt [verweerder] in The Grand te willen behouden. Daarom zijn de volgende afspraken gemaakt. De recruitment voor Revenue Manager wordt per direct opgestart. De vacature is zowel intern als extern bekend gesteld. Tot de nieuwe functie gevonden zou zijn, heeft [verweerder] de functie verder tijdelijk ingevuld. Dit onder strikte begeleiding via 1 op 1 gesprekken van de heer [algemeen directeur]. Per 4 mei 2009 is de nieuwe Revenue Manager aangesteld.(…) [verweerder] herkent zich niet in bovenstaande afspraken. Hij erkent dat er gesproken is over zijn functioneren, maar zegt onvoldoende begeleiding te hebben ontvangen om het tot een succes te kunnen maken. (…) ”
14. [verweerder] heeft dit verslag niet voor akkoord getekend doch hier op 29 april 2009 per e-mail op gereageerd. Hij bevestigt hierin dat hem in juni 2008 is verteld dat The Grand hem niet de juiste kandidaat vond voor de functie Revenue Manager en dat hij weer terug kon naar zijn oude positie van Reserverings Manager. Aan die mededeling is echter geen conclusie verbonden. Hij is nadien slechts eenmaal door [algemeen directeur] aangesproken op zijn functioneren en hij is hier nimmer schriftelijk over bericht. Hij geeft aan zijn functie graag te willen blijven uitoefenen.
15. Op 13 mei 2009 vindt een tweede gesprek plaats met [verweerder] en op 26 mei 2009 een derde. [algemeen directeur] en [human resources manager] verklaren dat [verweerder] tijdens deze bespreking voor de keuze is gesteld ofwel een andere functie dan Revenue Manager te accepteren, ofwel het dienstverband te laten beëindigen. Naar hun zeggen is [verweerder] akkoord gegaan met het eerste. Dat zou betekenen dat gezocht zou worden naar een passende functie voor hem. [verweerder] ontkent akkoord te zijn gegaan met het gaan vervullen van een andere functie dan Revenue Manager. Hij houdt vast aan die functie.
Beoordeling
16. Zowel uit de stukken als ter zitting is gebleken dat partijen in een patstelling verkeren: The Grand wil [verweerder] hoe dan ook niet meer tewerk stellen als Revenue Manager, omdat [verweerder] daartoe niet de geschikte persoon zou zijn. [verweerder] wil slechts de functie van Revenue manager blijven vervullen omdat niet gebleken is dat hij niet geschikt is voor die functie.
17. Voor het op een goede wijze kunnen uitoefenen van de functie Revenue Manager, die op het niveau ligt van lid van het Managementteam, is het genieten van vertrouwen van de betreffende functionaris door de leiding van het concern onmisbaar. Dat vertrouwen ontbreekt bij The Grand. Reeds om die reden is voortzetting van het dienstverband, in de functie van Revenue Manager, niet goed mogelijk. Een dergelijke voortzetting levert voor The Grand bovendien het probleem op dat inmiddels een nieuwe Revenue manager is aangesteld. Partijen kunnen ook geen overeenstemming verkrijgen over het gaan vervullen van een andere functie. De arbeidsovereenkomst zal daarom worden ontbonden, en wel per 1 oktober 2009.
18. Voor de beoordeling van de vraag of en welke vergoeding hierbij aan [verweerder] moet worden toegekend, is van belang aan wie deze situatie te verwijten is, dan wel in wiens risicosfeer deze ligt. De kantonrechter oordeelt daarover als volgt.
19. Toen [verweerder] per 6 april 2008 werd aangesteld als Revenue Manager, kende The Grand hem goed. Dit was immers de tweede maal dat hij een duidelijke promotie maakte. Toch werd over hem door twee internationale vice-presidents, in het bijzonder door [persoon 1], binnen enkele weken na zijn laatste promotie, te kennen gegeven dat men geen vertrouwen in hem had in die functie, en dat het ook weinig zin had hem daarin nog verder te begeleiden. De gronden die voor het in feite opzeggen van het vertrouwen in [verweerder] in zijn dan geldende functie worden aangevoerd, zijn naar de maatstaven van het Nederlandse arbeidsrecht volstrekt onvoldoende. Dat er schade is voortgevloeid uit het feit dat [verweerder] op 29 april 2008 de internetboekingen voor 2 mei 2008 heeft gesloten, is niet gebleken. Daarentegen heeft [verweerder] onweersproken gesteld dat het hotel op 2 mei 2008 toch werd volgeboekt, toen hij op 1 mei 2008 de mogelijkheid voor internetboekingen weer openstelde. Dat [verweerder] een verwijt zou zijn te maken ter zake de prijsstelling op 2 juni 2008 is ook niet komen vast te staan.
20. [algemeen directeur] heeft ter zitting aangegeven zich tegen het oordeel van [persoon 1] te hebben verzet, en [verweerder] wel begeleiding te hebben gegeven. Dat neemt niet weg dat in juni 2008 de interne vacature voor Revenue Manager werd opengesteld. Dat kan niet anders worden begrepen dan dat The Grand [verweerder] niet langer dan gedurende de zoektocht naar zijn opvolger, als Revenue Manager wilde handhaven. Een dergelijke handelwijze, waarbij er amper concrete aanmerkingen op het functioneren van [verweerder] zijn geweest na een op dat moment 6 jaar durend succesvol dienstverband, valt The Grand ernstig te verwijten.
21. Ook nadien heeft The Grand [verweerder] te lang in het onzekere gelaten. Hij werd immers wel in de gelegenheid gesteld een voor Revenue Managers bedoelde opleiding te volgen, terwijl, toen er blijkbaar geen interne kandidaat te vinden was, vanaf november 2008 extern werd gezocht, ook nu weer zonder [verweerder] daarvan op de hoogte te stellen. Het is daarom begrijpelijk dat [verweerder] aangeeft het gevoel te hebben dat er met hem gesold is.
22. The Grand had haar hierboven beschreven tekortkomingen enigszins kunnen verzachten door in de gesprekken in april en mei 2009 aan [verweerder] een volstrekt concreet alternatief te bieden, in de zin van een met name beschreven passende andere functie. Ook dat is niet gebeurd. [verweerder] werd wel verzocht zijn huidige functie op te geven, zonder dat aan hem duidelijk werd gemaakt welke andere concrete functie hij dan terug zou krijgen. Hoe [verweerder] op 26 mei 2009 precies heeft gereageerd op de voorstellen van The Grand (ontslag of een andere functie dan die van Revenue manager) kan in het kader van deze procedure niet worden vastgesteld. Blijkbaar heeft The Grand aan dat gesprek de indruk overgehouden dat [verweerder] akkoord ging met enige andere functie, terwijl [verweerder] thans stelt dat niet zo bedoeld te hebben. De brief van zijn gemachtigde van 5 juni 2009 laat over het vasthouden aan de functie van Revenue Manager niet te wensen over. Op zich zelf genomen is deze houding van [verweerder] wat star te noemen. De kantonrechter verwijt dat [verweerder] maar in beperkte zin, nu zijn houding blijkbaar voortvloeit uit het diepe ongenoegen over de eerdere, onzorgvuldige, handelswijze van The Grand.
23. The Grand heeft enkele winst- en verliescijfers over 2007 en 2008 overgelegd, maar deze niet verder toegelicht. Evenmin is inzicht gegeven in de vermogenspositie van het bedrijf. De financiële positie van The Grand zal daarom verder buiten beschouwing worden gelaten. [verweerder] heeft geen specifiek inzicht gegeven in zijn positie op de arbeidsmarkt. Ook dat aspect zal daarom verder buiten beschouwing worden gelaten.
24. De kantonrechter kent op grond van het bovenstaande aan [verweerder] ten laste van The Grand een vergoeding toe van EUR 32.308,00 bruto. Deze vergoeding is gebaseerd op de hierboven genoemde salarisgegevens, 6 gewogen dienstjaren (5 jaren tellend voor 1 en 2 jaren tellend voor 0,5) en een correctiefactor 1,75.
25. Er zijn termen aanwezig geen verdere proceskosten toe te wijzen.
26. Aangezien aan [verweerder] een hogere vergoeding wordt toegekend dan door The Grand is aangeboden, wordt The Grand tot 5 september 2009 in de gelegenheid gesteld dit verzoekschrift in te trekken.
BESLISSING
De kantonrechter
1. ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 oktober 2009;
2. kent aan [verweerder] daarbij ten laste van The Grand een vergoeding toe van EUR 32.308,00 bruto en veroordeelt The Grand tot betaling van deze vergoeding;
3. bepaalt dat het onder 1 en 2 gestelde rechtskracht ontbeert indien het verzoek door The Grand uiterlijk op 5 september 2009 wordt ingetrokken;
4. bepaalt dat partijen ieder de eigen proceskosten dragen, behoudens in het geval The Grand het verzoek intrekt, in welk geval zij veroordeeld wordt in de kosten van deze procedure aan de zijde van [verweerder] die worden begroot op EUR 545,- voor salaris gemachtigde, voor zover verschuldigd inclusief BTW;
5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gegeven door mr. G.C. Boot, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2009 in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter