beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Kanton
Zaaknummer: 1066087 EA VERZ 09-4066
Beschikking van: 18 augustus 2009
F.no.: 646
Beschikking van de kantonrechter
FOOT LOCKER NETHERLANDS B.V.
gevestigd te Vianen
verzoekster
nader te noemen Foot Locker
gemachtigde: mr. A.H. Weijts-Huiskes
[verweerster]
wonende te [woonplaats]
verweerster
nader te noemen [verweerster]
procederende in persoon
HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Foot Locker heeft op 10 juli 2009 een verzoek ingediend, met producties, dat strekt tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
[verweerster] heeft op 6 augustus 2009 een verweerschrift ingediend.
Het verzoek is behandeld ter terechtzitting van 14 augustus 2009. Foot Locker is verschenen vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger 1 verzoekster] en de heer [vertegenwoordiger 2 verzoekster] en bijgestaan door haar gemachtigde. [verweerster] is in persoon verschenen.
BEOORDELING VAN HET VERZOEK
Als gesteld en niet dan wel onvoldoende weersproken kan van het volgende worden uitgegaan.
1. [verweerster], geboren op 7 januari 1979, is per 14 juli 2008 op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst getreden bij Foot Locker. Haar vaste salaris bedraagt op het moment van het indienen van het ontbindingsverzoek EUR 1.541,83 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en commissie.
2. [verweerster] is per 14 juli 2008 in dienst getreden als Manager in Training, tegen een salaris EUR 2.087,19 exclusief emolumenten. [verweerster] was aanvankelijk werkzaam in het filiaal Kalverstraat (nr. 1121).
3. Op 22 september 2008 liet Foot Locker aan [verweerster] schriftelijk weten dat haar ontwikkeling minder snel gaat dan gepland, dat de periode om alle onderdelen van de functie Store Manager onder de knie te krijgen, zal worden verlengd tot 1 januari 2009, en dat na 1 november 2008 zal worden bezien of de training zal worden voortgezet in filiaal 1121 of in een kleiner filiaal.
4. Op 12 december 2008 bevestigt Foot Locker schriftelijk aan [verweerster] dat, naar aanleiding van een tussen hen gehouden gesprek, [verweerster] per 13 december 2008 zal worden overgeplaatst naar de Foot Locker winkel in Buikslotermeer (nr. 1133). [verweerster] zal daarmee een andere functie krijgen, te weten Assistant Store manager, tegen een bruto salaris van EUR 1.611,94 per maand, excl. 1,50% commissie van de persoonlijke verkopen.
5. [verweerster] protesteert via haar advocaat tegen de wijziging van haar functie en tegen de salarisverlaging. Zij geeft wel aan de overplaatsing naar de winkel in Buikslotermeer te accepteren.
6. Bij brief van 24 december 2008 laat Foot Locker aan de advocaat van [verweerster] schriftelijk weten dat het salaris van een beginnende Store manager EUR 1.611,94 bedraagt, dat [verweerster] hiermee in het gesprek op 11 december 2008 heeft ingestemd en dat, aangezien [verweerster] de plaatsing als Assistent Store Manager in Buikslotermeer kennelijk niet accepteert, zij per 1 januari 2009 wordt geplaatst als Assistent Manager in het filiaal op de Ferdinand Bolstraat (nr. 1122). Het daarbij behorende salaris bedraagt EUR 1.514,80 bruto per maand, en het tot dan toe geldende salaris van EUR 2.087,19 bruto zal staffelsgewijs, in drie maanden, worden afgebouwd.
7. [verweerster] is per 1 januari 2009 aan het werk gegaan in het filiaal Ferdinand Bolstraat; zij heeft niet verder tegenover Foot Locker geprotesteerd tegen de wijziging van haar salaris.
8. Foot Locker heeft [verweerster] op19 januari 2009 een brief gestuurd en daarin onder meer melding gemaakt van het naar mening van Foot Locker tekort schieten in Verstatens werkzaamheden als Assistant Manager in winkel 1121. Verder schrijft Foot Locker: “Tevens hebben wij o.m. Uw urenregistratie van de voorbije maanden gecontroleerd waaruit is gebleken dat u zelden of nooit pauzetijden heeft geklokt. Zoals u weet is het verplicht om pauzes te nemen en deze ook als dusdanig te klokken in ons urenregistratiesysteem. Uit navraag bij andere medewerkers is gebleken dat U wel regelmatig Uw pauzes nam, maar deze niet als pauzetijd heeft geklokt. Wij willen U erop wijzen dat het niet klokken van pauzetijden een frauduleuze handeling is die ten zeerste is verboden. Indien U zich vanaf nu niet nauwgezet aan deze procedure zult houden, moet U begrijpen dat hieruit zware consequenties voor U kunnen/zullen volgen.”
9. Op 10 februari 2009 heeft Foot Locker [verweerster] een “Tweede Schriftelijke Waarschuwing” gegeven omdat [verweerster] op 31 januari 2009 bij het sluiten van de winkel de rolluiken van beide ramen niet heeft laten zakken.
10. Bij brief van 7 april 2009 is [verweerster] uitgenodigd voor een gesprek met de Districtsmanager op 9 april 2009. [verweerster] heeft de districtsmanager op 9 april 2009 per sms bericht in verband met een plotselinge migraine aanval niet op de afspraak te kunnen verschijnen. Hierop is [verweerster] bij brief van 9 april 2009 uitgenodigd voor een gesprek op 21 april 2009 en is zij tot en met 20 april 2009 geschorst met behoud van loon.
11. Op 21 april 2009 heeft een gesprek tussen partijen plaatsgevonden waarbij Foot Locker [verweerster] op staande voet heeft ontslagen. In de bevestigingsbrief van dit gesprek van 22 april 2009 noemt Foot Locker als de aan dit ontslag ten grondslag liggende redenen, kort samengevat: 1. manipulatie van het urenregistratiesysteem, doordat [verweerster] handmatig, wanneer zij te laat op haar werk was verschenen, die uren zodanig wijzigde dat het leek of zij op tijd was gekomen. 2. Niet afsluiten van het filiaal. Op donderdag 2 april 2009 had [verweerster] de achterdeur van het filiaal Ferdinand Bolstraat niet afgesloten, met tot gevolg dat deze deur tot zaterdag 4 april 2009 niet op slot is geweest. 3. Klantvriendelijkheid en service.
12. [verweerster] heeft van dit ontslag op staande voet tijdig de vernietigbaarheid ingeroepen.
13. Foot Locker verzoekt voorwaardelijk, voor geval in rechte zou komen vast te staan dat de arbeidsovereenkomst met [verweerster] niet op 21 april 2009 is geëindigd, ontbinding, primair op grond van een dringende reden, subsidiair op grond van wijziging van omstandigheden, zonder toekenning van een vergoeding aan [verweerster]. De gronden die Foot Locker hiertoe aanvoert zullen voor zo veel relevant hierna worden besproken.
14. [verweerster] verzet zich niet tegen de verzochte ontbinding, maar verzoekt in geval van ontbinding haar een vergoeding toe te kennen, ter grootte van één maandsalaris aan niet in acht genomen opzegtermijn, alsmede de inkomensschade die zij geleden heeft als gevolg van het op 21 april 2009 beëindigen van het dienstverband.
15. [verweerster] heeft ter zitting erkend dat zij het urenregistratiesysteem handmatig heeft aangepast, in die zin dat zij ongeveer tien maal op dagen, waarop zij te laat op haar werk was verschenen, de aanvangstijd heeft gecorrigeerd, zodat het leek of zij wel op tijd was geweest. [verweerster] voerde hiertoe als reden aan dat zij in de tijd dat dit gebeurde vaak moe was en zich dan versliep, en dat op deze wijze trachtte te verhullen. [verweerster] voerde ook als reden aan dat zij het er niet mee eens was geweest dat haar salaris was verlaagd. Zij zei ter zitting: “Ik was daardoor bitter geworden en probeerde dat op deze manier te compenseren”. Foot Locker heeft ter zitting uitdraaien getoond van de dagen waarop een handmatige wijziging van de werktijden van [verweerster] had plaatsgevonden. Het bleek hierbij zowel te gaan om meer dan tien dagen dat [verweerster] ’s ochtends moest werken, als ook om dagen dat zij ’s middags moest beginnen. De wijziging van werktijden betrof perioden variërend van 15 minuten tot 1,5 uur, en waren onder andere gelegen zowel in december 2008 als in februari 2009.
16. [verweerster] voerde ook aan dat zij een dergelijke wijziging van urenregistratie toepaste ten aanzien van een collega. Naar zeggen van Foot Locker is dat inderdaad gebeurd, en heeft deze collega op enig moment tegenover Foot Locker aangegeven zich hier niet prettig onder te voelen.
17. Wat betreft het niet-registreren van pauzes erkende [verweerster] enkele malen een lunchpauze niet te hebben geregistreerd, terwijl zij wel de winkel was uitgegaan. Zij gaf hiertoe aan dat een van haar opleiders soms ook geen lunchpauze registreerde, hoewel hij zijn lunch op at in de winkel.
18. De kantonrechter is van oordeel dat het door [verweerster] handmatig wijzigen van haar werktijden, waardoor zij trachtte te verbergen dat zij te laat op haar werk was gekomen, onacceptabel is, en een dringende reden vormt in de zin van art. 7:677 lid 1 BW. De redenen die [verweerster] aanvoert om dat te doen rechtvaardigen haar gedrag op geen enkele wijze. Indien zij het niet eens was geweest met haar overplaatsing, haar functiewijziging of de wijziging van salaris die daar bij hoorde, dan had zij dat op andere wijze aan de orde moeten stellen. Zij was ten tijde van die overplaatsing, functiewijziging en salarisaanpassing bovendien voorzien van juridische ondersteuning, zodat zij wist of had moeten weten welke mogelijkheden zij dienaangaande had. Ter zitting heeft [verweerster] erkend dat de wijziging van haar aanvangstijden niet alleen betrekking hadden op de dagen dat zij ’s ochtends moest beginnen, maar ook op die waarop zij ’s middags begon te werken. Dat zij enkel vanwege haar vermoeidheid te laat op haar werk was gekomen is daarmee niet geloofwaardig. Bovendien had zij, wanneer dit wel het geval was geweest, dit bij Foot Locker dan wel de arbo-dienst daarvan aan de orde kunnen stellen.
19. Nu het handmatig wijzigen van de urenregistratie een dringende reden vormt in de zin van art. 7:677 BW, behoeven de overige aan het ontbindingsverzoek ten grondslag gelegde redenen geen uitgebreide bespreking. [verweerster] heeft ter zitting aangegeven dat het niet neerlaten van de rolluiken en het laten open staan van een achterdeur fouten van haar kant waren geweest, maar dat hoe vervelend ook, zoiets kan gebeuren. De kantonrechter onderschrijft dat het hier om fouten gaat, maar is van oordeel dat deze fouten op zich niet beëindiging van het dienstverband hadden gerechtvaardigd. Hetzelfde geldt voor de omgang met klanten, zoals Foot Locker aangeeft dat [verweerster] heeft gehad.
20. Gelet op het bovenstaande ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst voorwaardelijk, namelijk voor geval op enig moment in rechte onherroepelijk mocht komen vast te staan dat deze nog bestaat, op grond van een dringende reden, per 1 september 2009. Voor het toekennen van een vergoeding is op grond van lid 8 van art. 7:685 BW daarmee geen mogelijkheid maar ook geen aanleiding.
21. Nu op verzoek van Foot Locker de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden en geen vergoeding wordt toegekend, behoeft geen termijn te worden bepaald waarin Foot Locker het verzoek kan intrekken.
22. Er zijn termen aanwezig de proceskosten te compenseren.
1. ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen voorwaardelijk, namelijk voor geval op enig moment in rechte onherroepelijk mocht komen vast te staan dat deze nog bestaat, met ingang van 1 september 2009;
2. bepaalt dat partijen ieder de eigen proceskosten dragen;
3. wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gegeven door mr. G.C. Boot, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken op 18 augustus 2009 in aanwezigheid van de griffier.