ECLI:NL:RBAMS:2009:BJ4881
Rechtbank Amsterdam
- Raadkamer
- W.M. van den Bergh
- J.J. Bade
- N.A.J. Purcell
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatigheid van inverzekeringstelling door schending van het consultatierecht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de officier van justitie tegen de beschikking van de rechter-commissaris, die op 13 mei 2009 had geoordeeld dat de inverzekeringstelling van de verdachte onrechtmatig was. De rechtbank Amsterdam, zittende in raadkamer, heeft op 26 juni 2009 het hoger beroep ongegrond verklaard. De verdachte was op 10 mei 2009 aangehouden op verdenking van handel in en bezit van verdovende middelen. Na een kort verhoor op 11 mei 2009 werd de verdachte om 10.11 uur in verzekering gesteld. De raadsman van de verdachte heeft op dezelfde dag geprobeerd om de verdachte te spreken, maar kreeg pas om 16.30 uur toegang, nadat het verhoor door de politie had plaatsgevonden.
De rechtbank oordeelt dat de schending van het consultatierecht, zoals vastgelegd in de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), een fundamenteel rechtsbeginsel is. De rechtbank stelt vast dat de raadsman niet tijdig toegang heeft gekregen tot de verdachte, wat in strijd is met het recht op rechtsbijstand. De rechtbank benadrukt dat het consultatierecht niet alleen van belang is voor de eindbeslissing in de strafzaak, maar ook voor de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling zelf. De rechtbank verwerpt het argument van de officier van justitie dat de schending slechts kan leiden tot bewijsuitsluiting en concludeert dat de rechter-commissaris de inverzekeringstelling terecht onrechtmatig heeft geoordeeld.
De uitspraak van de rechtbank bevestigt de noodzaak van naleving van het consultatierecht en de gevolgen van schending daarvan, waarbij de rechtbank zich bewust is van de implicaties voor het fair trial-beginsel zoals neergelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank heeft de zaak in raadkamer behandeld en de beslissing is genomen door de voorzitter en twee andere rechters, met de griffier aanwezig.