ECLI:NL:RBAMS:2009:BJ3873

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
KK 09-434
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil over herstelverplichtingen en schadevergoeding bij wateroverlast in woonruimte

In deze zaak vorderde de huurder van een souterrain, [eiser], in kort geding herstel van gebreken en een voorschot op schadevergoeding van de verhuurder, Skymax III BV. De huurder had te maken met ernstige wateroverlast die was ontstaan door funderingswerkzaamheden aan een buurpand, een lekkage en extreme regenval. De kantonrechter oordeelde dat Skymax gehouden was aan haar herstelverplichtingen, ondanks dat zij de huurovereenkomst had opgezegd wegens voorgenomen renovatie. De kantonrechter wees de vorderingen van de huurder gedeeltelijk toe, waarbij Skymax werd veroordeeld tot het aanvragen van een bouwvergunning en het aanbrengen van ventilatievoorzieningen en een kelderbak. De kantonrechter oordeelde dat het gebruik van het souterrain als woonruimte niet in strijd was met het bestemmingsplan, en dat Skymax niet kon volhouden dat zij niet in staat was de noodzakelijke herstelwerkzaamheden uit te voeren. De huurder had ook recht op een voorschot van € 5.000,00 op de schadevergoeding, die bestond uit verhuis- en inrichtingskosten. De proceskosten werden aan Skymax opgelegd, aangezien zij als de in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM KORT GEDING
SECTOR KANTON - LOCATIE AMSTERDAM
Kenmerk : KK 09-434
Datum : 8 juni 2009
497
Vonnis van de kantonrechter te Amsterdam op de vordering in kort geding in de zaak van:
[eiser]
hierna te noemen: [eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser
gemachtigde: mr. J.A. Tuinman
t e g e n:
de besloten vennootschap Skymax III BV
hierna te noemen: Skymax
gevestigd te Amersfoort en kantoorhoudende te Bussum
gedaagde
gemachtigde: mr. J. Stam
HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
[eiser] heeft op 6 mei 2009 de kort geding dagvaarding uitgebracht. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 25 mei 2009. Voorafgaande aan de zitting heeft Skymax producties toegezonden die ter zitting zijn overgelegd. [eiser] is verschenen, vergezeld van zijn gemachtigde. Skymax is verschenen bij [directeur] (directeur), vergezeld van haar gemachtigde. Beide partijen hebben hun standpunten mede aan de hand van pleitaantekeningen toegelicht en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord.
De zaak staat thans voor vonnis.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
feitelijke uitgangspunten
1. Tot uitgangspunt dient het navolgende:
1.1. [eiser] huurt sedert 1 maart 1998 van Skymax, voorheen geheten Melimasa Beleggingen BV, het souterrain (gelegen op de begane grond) van het pand aan de [adres] te [woonplaats] met het recht van medegebruik van andere voorzieningen (keuken, badkamer, tuin en fietsenstalling) in het pand.
1.2. Ingevolge de schriftelijke huurovereenkomst is het gehuurde bestemd om te worden gebruikt als onzelfstandige woonruimte.
1.3. In het gehuurde is in het voorjaar van 2008 schade ontstaan tengevolge van ernstige wateroverlast, waarbij de vloer onder water is komen te staan. Deze wateroverlast is ontstaan na funderingswerkzaamheden door [aannemer] BV aan het aan de woningbouwvereniging De Alliantie in eigendom toebehorende buurpand, het springen van de waterleiding in het andere buurpand en extreme regenval.
1.4. Vanaf (in ieder geval) juli 2008 verblijven [eiser] en zijn vriendin [vriendin eiser] (tijdelijk) op een ander adres.
1.5. Het stadsdeel Oud-Zuid van de gemeente Amsterdam heeft Skymax bij brief van 11 juli 2008 bericht dat is geconstateerd dat het gehuurde in gebruik is als woning en dat het betreffende bouwwerk zonder bouwvergunning is gebouwd. In de brief wordt aangekondigd dat het stadsdeel Oud-Zuid zal onderzoeken of daartegen handhavend kan worden opgetreden.
1.6. Bij een in kort geding op 1 oktober 2008 gewezen vonnis heeft de kantonrechter Skymax op straffe van een dwangsom veroordeeld het gehuurde binnen 14 dagen na betekening van het vonnis in dezelfde gedaante en inrichting als voor de wateroverlast op te leveren.
In het vonnis heeft de kantonrechter onder meer overwogen:
Partijen verschillen van mening over de reikwijdte van de herstelverplichtingen van Skymax. Herstel zal er in ieder geval toe dienen te leiden dat het gehuurde overeenkomstig artikel 7:204 lid 2 BW het genot verschaft dat [eiser] bij het aangaan van de huurovereenkomst mocht verwachten van een goed onderhouden woonruimte. …….. De kantonrechter behoeft voor een beslissing voorlichting door een onafhankelijk deskundige. …. Het gaat het kader van deze kort geding procedure te buiten dat de kantonrechter zelf een deskundige benoemt. Artikel 202 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kent een procedure voor de wijze van benoeming van een deskundige ten behoeve van een voorlopig deskundigenbericht op verzoek van één partij. Als [eiser] een rapport van een onafhankelijke deskundige wenst, dient hij die weg te bewandelen. …..
In het kader van dit kort geding is – zonder nadere voorlichting door een deskundige – niet aannemelijk geworden dat van Skymax de maatregelen kunnen worden verlangd die HSD of Perfusie adviseert en dat het gehuurde, zoals [eiser] stelt en Skymax betwist, van het beginne af aan, en dus vanaf 1998, niet aan de daaraan te stellen eisen heeft voldaan. Wel dient Skymax het gehuurde op te leveren in dezelfde gedaante en inrichting als voordat de vocht- en wateroverlast zich voordeed, en derhalve met een houten planken vloer en gestuukte muren. ……. Indien echter [eiser] een nader onderzoek door een deskundige wenst en een bodemprocedure start om een verdergaand herstel door Skymax af te dwingen, dan wel appel tegen dit vonnis instelt, kan [eiser] overwegen dit vonnis (nog) niet te betekenen en (vooralsnog) geen aanspraak te maken op de houten vloer en gestuukte muren en daarvan ook mededeling aan Skymax te doen teneinde te voorkomen dat Skymax – teneinde betekening te voorkomen – toch uitvoering aan de veroordeling geeft.
[eiser] heeft dit vonnis niet aan Skymax betekend.
1.7. Op het daartoe strekkende verzoek van [eiser] heeft de kantonrechter bij beschikking van 11 november 2008 een voorlopig deskundigenbericht gelast en heeft daarbij als deskundige benoemd de heer H.L. Egberts (BNA), verbonden aan Architectenbureau [architectenbureau]. De deskundige Egberts is opgedragen onderzoek te doen en van bericht en advies te dienen met betrekking tot de volgende aspecten:
a. te inventariseren welke bouwkundige gebreken aan het gehuurde kleven waardoor het normale gebruik als woonruimte negatief wordt beïnvloed;
b. te adviseren welke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd om de onder a. bedoelde gebreken afdoende op te heffen, wat (bij benadering) de kosten daarvan zijn en binnen welke termijn deze normaliter kunnen worden uitgevoerd;
c. te adviseren welke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd om het gehuurde in overeenstemming te brengen met de – bij gebruik als woonruimte – toepasselijke regels in en krachtens de Woningwet en daarmee samenhangende publiekrechtelijke regelingen;
d. te adviseren welke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd om de onder c. bedoelde gebreken afdoende op te heffen, wat (bij benadering) de kosten daarvan zijn en binnen welke termijn deze normaliter kunnen worden uitgevoerd.
1.8. In februari 2009 heeft de deskundige Egberts het eindrapport uitgebracht. Op de gestelde vragen heeft de deskundige Egberts onder meer het volgende opgemerkt:
Ad a. Het is thans niet goed meer mogelijk, …., een direct beeld van oorzaak en gevolg van de schade en de gebreken te krijgen. Partijen zijn het erover eens, dat een ongelukkige samenloop van omstandigheden de wateroverlast heeft veroorzaakt of op zijn minst heeft vergroot.
Deze omstandigheden waren in de loop van 2008: lekkage waterleiding belendend pand nr [nr], herstel fundering gemeenschappelijke bouwmuur tussen nr [nr] (het onderhavige pand) en nr [nr], en extreme regenval.
Ad b. Skymax heeft op de betonvloer, die eerst hersteld werd door scheuren te dichten, een houten vloer aangebracht circa 8 cm. boven de betonvloer in de woon- en slaapkamer. …… Tegen de achtergrond van de genoemde uitzonderlijke samenloop van omstandigheden, die veel wateroverlast met zich meebracht, is het begrijpelijk, nu deze omstandigheden verbeterd zijn, dat Skymax heeft gekozen voor de oplossingen als hierboven beschreven. Echter, deze zijn niet afdoende. De onderliggende betonvloer is niet waterdicht. ….. Thans lijkt de ruimte droog. Maar bij een extreem hoge grondwaterstand zal dit niet zo blijven. …. Voor een bedrijfsruimte is dit risico mogelijk aanvaardbaar, voor een woonruimte niet. Reden waarom een dergelijke vloeropbouw niet correspondeert met een regelgeving voor woonruimte. ….
Kostenraming voor ventilatievoorzieningen en het aanbrengen van een waterdichte vloer door middel van een betonnen “kelderbak”: € 130.000,00 incl. BTW.
…….
Ad d. De ventilatievoorzieningen en de diverse werkzaamheden alsmede het verwijderen van de trap kunnen in circa 4 weken worden uitgevoerd. Het aanbrengen van de kelderbak zal inclusief het maken van berekeningen en het aanvragen van vergunningen circa 4 tot 6 maanden vergen.
1.9. Op 11 mei 2009 heeft Stadsbehoud Nederland BV aan Skymax advies uitgebracht over de renovatiewerkzaamheden en de daarmee gemoeide kosten van het gehele pand aan de [adres] te [woonplaats]. De totale kosten worden geraamd op € 171.376,84 te Amsterdam. De renovatiewerkzaamheden hebben betrekking op zowel voor- en achtergevel als binnenwerkzaamheden. Ook voor het souterrain dienen werkzaamheden te worden uitgevoerd. Tot de renovatiewerkzaamheden behoren niet het aanbrengen van een betonnen kelderbak en ventilatievoorzieningen.
1.10. Bij brief van 20 mei 2009 heeft Skymax de huurovereenkomst met [eiser] opgezegd. In de brief wordt als reden voor de opzegging opgegeven:
Zoals u weet heeft de aannemer [aannemer], die funderingswerkzaamheden uitvoerde aan het buurpand, door onoordeelkundig te werk te gaan, grote schade aangericht aan het pand waarin u huurt. Het pand is uit het lood geslagen, er zijn scheuren ontstaan waardoor hang en sluitwerk niet meer past etc. etc. In het door u gehuurde ontstond ook nog wateroverlast.
Cliënte komt dan ook tot de conclusie dat er voor rekening van de aannemer een grondig herstel dient te worden uitgevoerd, en dat als gevolg daarvan het pand dient te worden gerenoveerd.
Een en ander kan niet met instandhouding van uw huurovereenkomst waaraan u recht ontleend weer in het pand terug te keren. U verblijft thans tijdelijk elders. Van cliënte kan niet verlangd worden dat ze kostbare maatregelen treft aan het gedeelte van het pand dat u huurt terwijl die vervolgens geheel of gedeeltelijk worden afgebroken omdat ze niet passen in het totaal plan.
voorziening
2. [eiser] vordert
I. Skymax te veroordelen tot
• primair, op straffe van een dwangsom,
(a) tot het aanbrengen van ventilatievoorzieningen en een “kelderbak”, een en ander overeenkomstig het deskundigenrapport;
(b) het aanvragen van een bouwvergunning voor de onder (a) genoemde werkzaamheden, voorzover daarvoor een bouwvergunning nodig is;
(c) het binnen één maand, althans voorzover een bouwvergunning is vereist één maand na het onherroepelijk worden van de bouwvergunning, aanbrengen en afmaken in één bouwstroom van de ventilatievoorzieningen en de “kelderbak”;
(d) al hetgeen te doen en na te laten hetgeen nodig is voor een spoedige voortgang voor het aanbrengen van de ventilatievoorzieningen en een “kelderbak”.
• subsidiair
(e) tot het treffen van die maatregelen als de kantonrechter in goede justitie zal vermenen te behoren;
II. Skymax te veroordelen te gedogen dat [eiser] zijn hoofdverblijf niet in het gehuurde
houdt en zijn betalingsverplichtingen opschort voor zolang de herstelwerkzaamheden niet zijn uitgevoerd;
III. Skymax te veroordelen bij wege van voorschot een schadevergoeding te betalen ter
grootte van € 7.500,00;
Dit alles met veroordeling van Skymax in de kosten van het geding.
3. Aan de vordering legt [eiser] ten grondslag, dat Skymax gehouden is de gebreken te verhelpen en de schade te vergoeden die [eiser] ten gevolge van de gebreken heeft geleden.
4. Voorts stelt [eiser] dat Skymax hem houdt aan zijn verplichting het gehuurde te gebruiken. Nu het gehuurde ernstige gebreken vertoont, welke dringend dienen te worden hersteld, is [eiser] van mening dat Skymax hem in redelijkheid niet aan zijn verplichting in het gehuurde daadwerkelijk te wonen kan houden waardoor [eiser] evenmin gehouden kan zijn de maandelijkse huur te voldoen.
verweer
5. Skymax voert tegen de vordering verweer.
beoordeling
6. De kantonrechter stelt voorop, dat tussen partijen niet in geschil is dat aan de wateroverlast in het gehuurde een gebrek in de zin van artikel 7:204 lid 2 BW ten grondslag ligt. Het geschil tussen partijen spitst zich toe op de vraag of dit gebrek (voldoende) is hersteld. Voor het beantwoorden van deze vraag dient tot uitgangspunt te worden genomen, dat Skymax het souterrain aan [eiser] in gebruik heeft gegeven als woonruimte. Dit betekent dat Skymax ervoor heeft te zorgen dat het gehuurde als woonruimte geschikt is.
7. Uit het deskundigenbericht van februari 2009 volgt, dat de herstelwerkzaamheden van Skymax er toe hebben geleid dat het gehuurde thans droog is, maar dat de maatregelen voor het gebruik als woonruimte niet afdoende zijn. Volgens de deskundige Egberts – Skymax heeft dit ook niet gemotiveerd bestreden – is de onderliggende betonvloer niet waterdicht. Daardoor bestaat bij extreem hoge grondwaterstand het risico op ernstige wateroverlast in het gehuurde, welk risico volgens de deskundige Egberts, mede gelet op de publiekrechtelijke regelgeving, niet aanvaardbaar is. Dit leidt ertoe dat naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter in het gehuurde nog steeds een gebrek aanwezig is.
8. Ingevolge artikel 7:206 lid 1 BW is de verhuurder verplicht op verlangen van de huurder het gebrek te verhelpen, tenzij dit onmogelijk is of uitgaven vereist die in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet van de verhuurder zijn te vergen.
9. Uit het deskundigenbericht volgt dat het gebrek op zichzelf te verhelpen is door het aanbrengen van een zogeheten kelderbak en het maken van ventilatievoorzieningen.
10. Skymax stelt dat het herstel uitgaven van haar vereist die in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet van haar kunnen worden gevergd. De kosten van herstel zijn door de deskundige Egberts geraamd op € 130.000,00 incl. BTW, welk bedrag door partijen niet is bestreden.
Ter onderbouwing van deze stelling voert Skymax – samengevat – een tweetal argumenten aan.
Ten eerste voert Skymax aan dat zij recentelijk - onder meer bij brief van 11 juli 2008 van het stadsdeel Oud Zuid - heeft begrepen dat het gebruik van het souterrain als woonruimte strijdig is met de bestemming volgens het vigerende bestemmingsplan. Skymax vreest dat, voorzover zij al een bouwvergunning voor de aan te brengen voorzieningen verkrijgt, het stadsdeel Oud-Zuid tegen het feitelijk gebruik als woonruimte zal optreden als [eiser] het gehuurde nadat de kelderbak en de ventilatievoorzieningen zijn aangebracht weer in gebruik neemt. Het handhavend optreden van het stadsdeel Oud-Zuid zal tot gevolg hebben, dat [eiser] het gehuurde heeft te verlaten en Skymax het souterrain als bedrijfsruimte heeft te gebruiken. De deskundige Egberts heeft aangegeven dat voor het gebruik als bedrijfsruimte de kelderbak en de ventilatievoorzieningen niet behoeven te worden aangebracht. Alsdan zijn de kosten van de bouwkundige voorzieningen van de kelderbak en de ventilatievoorzieningen nodeloos gemaakt.
Ten tweede voert Skymax aan dat de schade aan het pand niet alleen het souterrain betreft maar het gehele pand. Voor het herstel van het gehele pand is een renovatieplan opgesteld, waarvan de kosten zijn geraamd op € 171.376,84. In dit door Skymax opgestelde renovatieplan zijn de kelderbak en de ventilatievoorzieningen niet meegenomen, omdat Skymax voornemens is het souterrain na de renovatie als bedrijfsruimte in gebruik te geven. Voor het uitvoeren van het renovatieplan is noodzakelijk dat de huurovereenkomsten met de huurders in het pand, waaronder [eiser], worden beëindigd. Volgens Skymax zou het daarbij gaan om 8 huurovereenkomsten. Skymax heeft niet zelf de financiële draagkracht het plan uit te voeren, zodat zij de renovatiekosten als schade eerst dient te verhalen op de veroorzaker van de schade, in het bijzonder de aannemer [aannemer] BV. In ieder geval heeft Skymax de huurovereenkomst met [eiser] recentelijk opgezegd. Bij de kantonrechter zal een bodemprocedure tot beëindiging van de huurovereenkomst volgen. Nu naar verwachting de huurovereenkomst met [eiser] zal worden beëindigd en het gebruik van het souterrain na renovatie van het gehele pand bedrijfsruimte zal zijn, vindt Skymax dat van haar niet kan worden gevergd de door [eiser] verlangde financieel kostbare werkzaamheden uit te voeren.
11. De kantonrechter is voorshands van oordeel dat de kosten van het aanbrengen een kelderbak en ventilatievoorzieningen substantieel zijn. Deze omstandigheid is op zichzelf echter onvoldoende een vordering tot herstel af te wijzen. Skymax stelt dat zij een dergelijke investering niet kan opbrengen, maar Skymax heeft dit verweer niet met bijvoorbeeld concrete financiële gegevens onderbouwd. Hierdoor acht de kantonrechter het voorshands niet aannemelijk, dat Skymax een dergelijke investering niet zou kunnen opbrengen.
12. Skymax stelt dat het gebruik van het souterrain als woonruimte strijdig is met het bestemmingsplan waartegen het stadsdeel Oud-Zuid handhavend zal optreden. Hierdoor zijn investeringen ten behoeve van het gebruik als woonruimte zinledig.
De kantonrechter leidt voorshands uit de brief van het stadsdeel Oud-Zuid van 11 juli 2008 af, dat het stadsdeel Oud-Zuid een onderzoek instelt naar de mogelijkheden om handhavend tegen het gebruik van het souterrain als woonruimte op te treden. Skymax heeft zich niet uitgelaten over de uitkomst van dat onderzoek. Voorts heeft Skymax evenmin met bijvoorbeeld een bestemmingsplankaart en bestemmingsplanvoorschriften onderbouwd, dat het gebruik van het souterrain als woonruimte in strijd is met de bestemming en dat gebruik ook niet onder de overgangsregels van het vigerende bestemmingsplan valt. Bovendien heeft [eiser] al sedert 1998 het souterrain als woonruimte in gebruik zonder dat het stadsdeel Oud Zuid daartegen handhavend is opgetreden. Onder deze omstandigheden acht de kantonrechter het voorshands onvoldoende aannemelijk dat het gebruik van het souterrain als woonruimte strijdig is met het vigerende bestemmingsplan en het stadsdeel Oud-Zuid dientengevolge handhavend daartegen zal optreden, waardoor de door [eiser] verlangde voorzieningen van een kelderbak en ventilatievoorzieningen zinledig zouden zijn.
Skymax stelt voorts dat zij voornemens is een renovatieplan uit te voeren, waarvoor alle huurovereenkomsten, waaronder ook de huurovereenkomst met [eiser], zullen worden beëindigd en dat zij niet de financiële draagkracht heeft het renovatieplan zelf uit te voeren.
De kantonrechter is voorshands van oordeel dat op dit moment nog hoogst onzeker is of en op welke termijn Skymax haar renovatieplan zal uitvoeren. Zo kiest Skymax er voor haar renovatieplan eerst uit te voeren als de schade aan haar pand in een bodemprocedure op de aannemer [aannemer] BV is verhaald. Niet alleen zal met een dergelijke procedure de nodige tijd zijn gemoeid, maar de uitkomst van die procedure staat niet vast. Mochten de kosten van het renovatieplan niet of niet geheel op [aannemer] BV kunnen worden verhaald, is onzeker of en op welke wijze Skymax het pand zal renoveren. Bovendien heeft Skymax – kennelijk mede met het oog op het onderhavige kort geding – alleen de huurovereenkomst met [eiser] opgezegd, maar nog niet de huurovereenkomsten met de andere huurders in het pand. Dit brengt naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter met zich mee, dat gelet op de onzekerheden of en in welke mate het door Skymax opgestelde renovatieplan zal worden uitgevoerd, met het voornemen het gehele pand te renoveren in het kader van dit kort geding geen rekening hoeft te worden gehouden.
13. De stellingen van Skymax, dat het gebruik van woonruimte publiekrechtelijk niet is toegestaan waartegen het stadsdeel Oud Zuid handhavend zal optreden en dat haar renovatieplan voorziet in een toekomstig gebruik van het souterrain als bedrijfsruimte, impliceren dat Skymax veronderstelt dat zij niet (meer) kan voldoen aan haar contractuele verplichting jegens [eiser] hem het souterrain als woonruimte in gebruik te geven. Dit levert alsdan een tekortkoming op aan de zijde van Skymax op grond waarvan [eiser] de bevoegdheid heeft de huurovereenkomst te ontbinden. Voorts is Skymax in dat geval gehouden [eiser] de schade te vergoeden die [eiser] lijdt.
[eiser] heeft ter zitting verklaard het liefst in het gehuurde te willen terugkeren, maar bereid te zijn in te stemmen met een beëindiging van de huurovereenkomst indien Skymax in belangrijke mate zijn schade vergoed.
De zitting is daarop geschorst. Partijen hebben in het minnelijk overleg over de hoogte van de schadevergoeding en daarmee over een beëindiging van de huurovereenkomst in onderling overleg geen overeenstemming bereikt. Desgevraagd heeft de kantonrechter aan beide partijen een voorstel gedaan, welk voorstel door Skymax is afgewezen. Skymax heeft daarbij verklaard niet bereid te zijn de door [eiser] gestelde schade te vergoeden.
14. De kantonrechter is voorshands van oordeel dat [eiser] in de gegeven omstandigheden Skymax mag houden aan de wettelijke verplichting het gebrek te herstellen. In ieder geval voor het aanbrengen van een kelderbak – en mogelijk ook voor het maken van ventilatievoorzieningen – is een bouwvergunning vereist. De kantonrechter zal Skymax veroordelen op straffe van een dwangsom een bouwvergunning aan te vragen en de voorzieningen aan te brengen nadat de bouwvergunning is verkregen.
De kantonrechter veronderstelt dat Skymax [eiser] over de voortgang van de bouwvergunningaanvrage en het bouwproces geregeld zal informeren.
15. [eiser] heeft voorts gevorderd, dat Skymax zal gedogen dat [eiser] zijn hoofdverblijf niet in het gehuurde houdt en dat hij gerechtigd is zijn betalingsverplichting op te schorten zolang de herstelwerkzaamheden niet zijn uitgevoerd.
Skymax heeft in dit kort geding niet – in reconventie – gevorderd dat [eiser] zijn maandelijkse huur heeft te voldoen en/of het gehuurde als woonruimte in gebruik heeft te nemen. Dit laatste zou zelfs strijdig zijn met de eigen stelling van Skymax dat het stadsdeel Oud Zuid tegen het gebruik van het gehuurde als woonruimte handhavend zal optreden. Voorts wordt de vordering tot het aanbrengen van de kelderbak en ventilatievoorzieningen in dit kort geding toegewezen en zal [eiser] voor de duur van die werkzaamheden geen gebruik van het gehuurde kunnen maken, zodat Skymax gelet op de korte termijn waarop een bouwvergunning kan worden verkregen en de termijn waarop die werkzaamheden volgens de deskundige Egberts kunnen worden uitgevoerd in redelijkheid van [eiser] niet kan verlangen in het gehuurde terug te keren.
Onder deze omstandigheden heeft [eiser] bij deze vordering geen belang en wordt deze vordering afgewezen.
16. [eiser] heeft verder een voorschot gevorderd op de schade die hij heeft geleden. De door [eiser] gestelde schade bestaat kort gezegd uit schade aan de inboedel, beredderingskosten, immateriële schade, hogere (of dubbele) huisvestingslasten en verhuis- en inrichtingskosten. Skymax heeft deze schadeposten bestreden.
Ter zitting heeft [eiser] verklaard, dat de inboedelverzekeraar een bedrag van € 18.250,00 aan hem heeft uitgekeerd. [eiser] heeft geen stukken overgelegd, waaruit blijkt welke posten met dat bedrag zijn vergoed. Denkbaar is dat in ieder geval ook de beredderingskosten daarin zijn begrepen.
De kantonrechter is voorshands van oordeel dat de door [eiser] gevorderde immateriële schadevergoeding, gelet op de beperkte gevallen waarin op grond van artikel 6:106 BW aanspraak op immateriële schadevergoeding kan worden gemaakt, niet voor vergoeding in aanmerking komt.
[eiser] stelt dat hij op dit moment in een anti-kraak woning verblijft. Voorts betaalt [eiser] op dit moment geen huur. Hierdoor staat nog onvoldoende vast of en tot welk bedrag [eiser] (hogere) huisvestingslasten heeft.
De schade die [eiser] ten gevolge van het gebrek heeft geleden, bestaat in ieder geval uit verhuis- en inrichtingskosten. Gelet op de gebruikelijke verhuis- en inrichtingskostenvergoeding bij sociale huurwoningen acht de kantonrechter voorshands voldoende aannemelijk dat deze kosten € 5.000,00 bedragen, zodat de kantonrechter dit bedrag zal toewijzen.
17. Bij deze uitkomst van de procedure wordt Skymax als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.
BESLISSING
De kantonrechter:
I. veroordeelt Skymax, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag met een maximum van € 75.000,00,
- binnen twee maanden na heden bij de bevoegde instantie van de gemeente Amsterdam een aanvrage in te dienen voor het verkrijgen van een bouwvergunning ten behoeve van de in het deskundigenrapport van Egberts beschreven kelderbak en ventilatievoorzieningen in het pand aan de [adres] te [woonplaats];
- binnen één maand nadat de bouwvergunning onherroepelijk is geworden de kelderbak en ventilatievoorzieningen in het pand aan de [adres] te [woonplaats] overeenkomstig de verkregen bouwvergunning aan te brengen en in één bouwstroom te voltooien;
- al hetgeen te doen en na te laten hetgeen nodig is voor het verkrijgen van de bouwvergunning en het aanbrengen van de kelderbak en ventilatievoorzieningen;
II. veroordeelt Skymax tot betaling aan [eiser] van een bedrag van € 5.000,00 bij wege van voorschot op de schadevergoeding;
III. veroordeelt Skymax in de kosten van het geding aan de zijde van [eiser] gevallen, tot op heden begroot op:
- voor verschuldigd griffierecht € 208,00
- voor het exploot van dagvaarding € 85,98
- voor salaris van gemachtigde € 400,00
In totaal: € 693,98
één en ander, voorzover verschuldigd, inclusief btw;
IV. verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
V. wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr. D.H. de Witte, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 juni 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter