ECLI:NL:RBAMS:2009:BJ1725
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over pandrecht en verkoop van bloembollen
In deze zaak, die op 26 mei 2009 door de Rechtbank Amsterdam werd behandeld, hebben eisers [eiser1] en de besloten vennootschap [eiser2] een kort geding aangespannen tegen ING Bank N.V. en de gevoegde partijen NEW TULIP HOLDING B.V. (NTH) en LUCKY PARROT B.V. (LP). De eisers vorderden onder andere dat ING zou worden gelast om een juiste opgave te doen van het bedrag waartegen het eerste pandrecht kan worden gelost en dat ING zou worden verboden om bepaalde soorten bloembollen te verkopen tijdens de veiling op 27 mei 2009. De zaak draait om de vraag of het recht van [eiser1] om het pand te lossen is komen te vervallen en of ING, als eerste pandhouder, gehouden is om aan de vorderingen van [eiser1] mee te werken.
De voorzieningenrechter oordeelde dat het recht van [eiser1] om het pand te lossen niet was komen te vervallen, maar dat de uitoefening van dit recht onder omstandigheden misbruik van recht kan opleveren. De rechter benadrukte dat ING als eerste pandhouder zorgvuldigheid in acht moet nemen jegens de andere partijen en dat zij niet verplicht is om mee te werken aan de gevorderde lossing van de schuld en subrogatie door [eiser1]. Dit onderdeel van de vordering werd dan ook afgewezen.
Daarnaast werd de vordering van [eiser2] om ING te verbieden bepaalde soorten bloembollen te verkopen, gedeeltelijk toegewezen. ING werd verboden om de soort Monte Orange te verkopen, maar de vordering ten aanzien van de Adriaan Dekker soorten en zaailingen werd afgewezen. De eisers werden als grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De uitspraak werd gedaan door voorzieningenrechter mr. F.P.L.M. Vennix, bijgestaan door griffier mr. G.H. Felix.