ECLI:NL:RBAMS:2009:BI3616
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot begroting van nakosten na uitspraak in civiele procedure
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Lindorff B.V., voorheen Transfair B.V., op 15 september 2008 een verzoek ingediend bij de Rechtbank Amsterdam, sector Kanton, tot begroting van de na de uitspraak ontstane kosten. De verzoekende partij vraagt de kantonrechter om een bevelschrift af te geven voor een bedrag aan nakosten, zoals bedoeld in artikel 237 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De verzoekende partij stelt dat zij kosten heeft gemaakt voor handelingen zoals het bestuderen van het vonnis, onderhouden van contacten met de verwerende partij en derden, en het registreren van betalingen. De hoogte van de nakosten wordt door de verzoekende partij gesteld op € 75,00, wat overeenkomt met een half punt van het liquidatietarief voor niet-aardvorderingen.
De verwerende partij heeft als verweer aangevoerd dat er een betalingsregeling is getroffen die door hen wordt nagekomen. Tijdens de zitting op 17 maart 2009 is komen vast te staan dat partijen inderdaad een betalingsregeling zijn overeengekomen, die door de verwerende partij steeds is nagekomen. De kantonrechter oordeelt dat onder deze omstandigheden er geen aanleiding is om nakosten toe te wijzen, aangezien artikel 237 lid 4 Rv niet van toepassing is op de beschreven situatie. Bovendien heeft de verzoekende partij geen substantiële werkzaamheden verricht die het toewijzen van nakosten rechtvaardigen.
De kantonrechter wijst het verzoek af en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beschikking is gegeven door mr. T.M.A. van Löben Sels en openbaar uitgesproken op 30 maart 2009 in aanwezigheid van de griffier.